Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[naam financiële zorgverlener],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoek van een bewindvoerder om extra uren in rekening te mogen brengen. De bewindvoerder had verzocht om 3,5 uur extra te mogen factureren in verband met werkzaamheden die hij had verricht voor de rechthebbende, die betrokken was bij een nalatenschap. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van uitzonderlijke omstandigheden die rechtvaardigen dat van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren kan worden afgeweken. De bewindvoerder had aangevoerd dat de rechthebbende recht had op een erfdeel en dat er complicaties waren met de executeurs van de nalatenschap, maar de kantonrechter vond deze argumenten niet voldoende om extra uren toe te staan. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd gemotiveerd door de kantonrechter, die stelde dat de werkzaamheden van de bewindvoerder tot de reguliere taken behoren en dat de omstandigheden niet uitzonderlijk waren. De kantonrechter weigerde daarom de gevraagde machtiging om extra uren in rekening te brengen.