4.3.1Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
De rechtbank merkt op dat in diverse verklaringen en telefoongegevens de namen [bijnaam] en [bijnaam] voorkomen. Na lezing van het dossier stelt de rechtbank vast dat dit bijnamen zijn van verdachte.
4.3.1.1 Aanleiding van het onderzoek
Op zaterdag 18 januari 2014 werd de wijkagent van [plaats] benaderd door [meldster], zijnde de moeder van [slachtoffer]. Zij maakte melding van het feit dat haar zeventienjarige dochter, [slachtoffer], geboren op [1996], slachtoffer was geworden van een loverboy. Deze jongen zou zijn genaamd [bijnaam], woonachtig zijn in [plaats] en [slachtoffer] gedwongen hebben tot seks met zijn familieleden en door hem geworven klanten. Ook zou hij een advertentie op de website [website] hebben geplaatst met foto’s van [slachtoffer]. Hierbij werd haar werknaam ‘[A]’ of ‘[A]’ genoemd. De advertentie zou volgens de meldster beheerd worden door [bijnaam] en voorzien zijn van het telefoonnummer [telefoonnummer]. [bijnaam] zou ook gebruik maken van het telefoonnummer [telefoonnummer]. [slachtoffer] had tegenover meldster aangegeven dat ze in de problemen zat, maar dat zij geen aangifte wilde toen tegen [bijnaam] omdat zij van hem hield. Meldster overhandigde aan de politie twee telefoons die bij [slachtoffer] in gebruik zouden zijn. Deze zijn voor nader onderzoek door de politie inbeslaggenomen.Vier dagen later, op 22 januari 2014, heeft [meldster] aangifte gedaan van mensenhandel en mishandeling over de periode van eind augustus 2013 tot 18 januari 2014.
Uit een akte van geboorte blijkt dat deze [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] of [slachtoffer]) is geboren op [1996].
Uit een later door de moeder overgelegd psychodiagnostisch onderzoek d.d. 22 januari 2013 betreffende [slachtoffer] komt naar voren dat [slachtoffer] een kwetsbaar en laagbegaafd meisje is. Het verbaal vermogen ligt op licht zwakzinnig niveau. Zij kan moeilijk haar grenzen bewaken en heeft moeite ‘nee’ te zeggen tegen anderen. Daarnaast zou er sprake zijn van een depressieve stoornis.
4.3.1.2 Verklaringen van [slachtoffer]
Tijdens het intakegesprek op 21 januari 2014 heeft [slachtoffer] verklaard dat zij eind augustus 2013 via een gezamenlijke vriend een jongen had leren kennen. Deze jongen woont bij zijn ouders in [plaats] en werkt bij een autobedrijf. Hij beloofde haar woonruimte samen met hem en daarvoor hadden zij geld nodig. Het zou handig zijn om in korte tijd veel geld te verdienen en hij vroeg haar, nadat zij elkaar één maand kenden, om seks te hebben met mannen. Hierna had zij ook daadwerkelijk tegen betaling seks gehad met mannen, waarbij zij door haar vriend naar de klanten werd gebracht en haar vriend het geld van de klanten incasseerde. Deze vriend had ook een advertentie over haar geplaatst op de website [website]. Als zij klanten weigerde werd haar vriend boos en agressief.
Op 6 februari 2014, 13 februari 2014, 10 april 2014 en 27 mei 2014 hebben er zogenaamde studioverhoren met [slachtoffer] plaatsgevonden. Later is zij onder regie van de rechter-commissaris nogmaals gehoord. Zij heeft tijdens deze verhoren verklaard dat zij via haar klasgenoot [medeverdachte 1], naar zij later begreep heet hij [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt, het dossier lezende: [medeverdachte 1]), in september 2013 verdachte heeft leren kennen. Op een gegeven moment werd zij door [medeverdachte 1] gevraagd of ze wilde gaan ‘chillen’. Ze gingen naar een afgelegen plek achter het ziekenhuis in [plaats].Daar ontmoette zij [bijnaam], naar zij later begreep zou zijn echte naam [verdachte] zijn (de rechtbank begrijpt, het dossier lezende: verdachte). [bijnaam] en [medeverdachte 1] zijn goede vrienden.
Tijdens een ontmoeting in het bos met onder andere [bijnaam] en [medeverdachte 1], gebruikten ze drugs en alcohol. [slachtoffer] was dronken en stoned en vroeg aan hen of er een manier was om veel geld te verdienen. De jongens hielden zich namelijk bezig met criminele activiteiten en hadden veel geld. [slachtoffer] was daar wel geïnteresseerd in. Zij wisselde vervolgens met [bijnaam] telefoonnummers uit en korte tijd later ontving zij van hem een bericht via whatsapp (hierna ook wel: app). In deze app stond iets van “hee tijgertje wou je nog voor me werken?”[slachtoffer] begreep dat zij dan als hoer moest gaan werken.Zij had [bijnaam] verteld dat zij 17 jaar was.
De eerste keren had zij onbetaalde seks met vrienden en familieleden van [bijnaam] (waaronder een man waarvan zij denkt dat het een oom van [bijnaam] is en deze zou volgens [slachtoffer] rond de 30 jaar oud zijn). [bijnaam] had tegen haar gezegd dat deze seks bedoeld was om er even in te komen en deze seks bestond meestal uit vaginale, maar een enkele keer ook uit anale seks.De seks met deze vrienden en familieleden vond plaats in een autogarage of in en flat. Eén neef van [bijnaam] wilde altijd anale seks.[bijnaam] belde ook vrienden en zei dan ik heb iemand voor je. Hij bracht [slachtoffer] dan naar die vrienden van hem.Meestal was de seks met een condoom, maar ook een aantal malen zonder.
Na deze inwerkperiode zei [bijnaam] dat zij ook op een ander manier geld konden verdienen en vroeg [bijnaam] aan haar of zij op [website] wilde.Eerst was het idee dat zij achter de ramen zou werken. Hij zei over [website] dat ze dan goed geld kon verdienen en haalde haar over. Een vriendin van [bijnaam] stond al op deze website en hij vroeg [slachtoffer] of zij dit voor hem zou willen doen. [bijnaam] was ook een beetje dwingerig en zei dat ze het gewoon moesten doen omdat ze dan sneller klaar waren. Hierna heeft [bijnaam] haar op de genoemde website geplaatst. [slachtoffer] maakte foto’s van zichzelf en moest deze opsturen naar [bijnaam]. Deze foto’s werden door [bijnaam] bij de advertentie op [website] geplaatst. [bijnaam] had het wachtwoord van de advertentie en in de advertentie werd zij [B] genoemd. Later heeft hij deze naam aangepast naar [A]. Klanten belden naar het in de advertentie genoemde telefoonnummer. [bijnaam] regelde de afspraken en bracht haar naar de klanten. De seksafspraken vonden plaats in hotels, woningen van klanten, ergens buiten en in de auto. [slachtoffer] heeft verklaard over locaties in [plaats] en [plaats]. [bijnaam] zei haar voor de afspraken met de klanten sexy te kleden. Bij de eerste klant had [bijnaam] de afspraak gemaakt en moest de klant vooraf het geld aan hem overhandigen.In totaal heeft ze misschien 70 euro van haar verdiende geld gekregen.
[slachtoffer] heeft verklaard dat ze dit werk eigenlijk van begin af aan niet leuk vond om te doen. Op de vraag waarom zij er dan mee doorging heeft zij geantwoord dat zij verliefd was op [bijnaam], dat hij niet vaak lieve dingen zei, maar als zij dan iets deed wat hij leuk vond dan zei hij dat hij trots op haar was, dat zij zijn vrouwtje was en dat hij het heel knap van haar vond. Op momenten dat zij [bijnaam] aangaf niet door te willen met het werk zei hij dat het nog maar heel even was en dat zij dan genoeg geld hadden voor een huisje.Ook kon hij op zulke momenten best wel boos en moeilijk doen en ook een beetje dreigend. [slachtoffer] kon dan geen nee meer zeggen.
In de periode dat [slachtoffer] met [bijnaam] omging gebruikte zij veel drugs. Voor deze periode gebruikte ze al wel wiet, maar nu begon ze ook aan pep, snuiven en pilletjes.Ze gebruikte drugs om zich te verdoven als ze met klanten naar bed moest.Door het gebruik van deze drugs verklaart [slachtoffer] zich met betrekking tot bijvoorbeeld het aantal klanten en de pleegplaatsen niet alles meer goed te kunnen herinneren. “Klanten die ik me echt nog steeds heel goed kan herinneren, wat terug komt zijn 1, 2, 3, 4, 5 ik denk 6 die ik me echt kan herinneren en wat er allemaal is gebeurd”.
Eén van de klanten die zij zich goed kan herinneren is een man (de rechtbank begrijpt het dossier lezende: [medeverdachte 2]) waarmee zij samen was geweest in het [hotel] in [plaats]. Deze klant had daar een kamer geboekt en toen zij daar met hem aankwam had hij de kamer met pin betaald. In de hotelkamer heeft zij samen met de man in de aanwezige jacuzzi gezeten. De man zat toen achter haar en gaf haar een massage. Hierna heeft zij met de man in de jacuzzi geneukt.Eerder had zij ook al met deze man in [plaats] afgesproken, maar toen was het niet tot seks gekomen. Zij had bij deze eerdere ontmoeting, op het moment dat zij bij de klant in zijn bus zat, huilend verteld dat ze nog geen 18 jaar was en dat zij werd gedwongen om dit werk te doen. De klant had op dat moment al € 500,- aan [bijnaam] betaald voor de door haar te verrichten seksuele handelingen. Deze klant heeft haar vervolgens gezegd dat hij zijn geld terug wilde en haar ergens in [plaats] afgezet. Ook zou hij hierover nog gebeld hebben met [bijnaam]. Hierna was door [bijnaam] een vervolgafspraak met deze klant gemaakt omdat [slachtoffer] het van [bijnaam] met de klant goed moest maken. Deze vervolgafspraak heeft volgens [slachtoffer] geleid tot het masseren van haar rug en het neuken in de in de hotelkamer aanwezige jacuzzi.
[slachtoffer] heeft ook verklaard dat [medeverdachte 1] op een gegeven moment wilde dat zij zich voor hem ging prostitueren. Via [medeverdachte 1] heeft ze één klant gehad, namelijk een Chinese man. Deze man heeft ze gepijpt en hiervoor € 50,- ontvangen. Hiervan heeft zij € 40,- gedeeld met [medeverdachte 1].[bijnaam] wilde niet dat zij voor [medeverdachte 1] werkte. Toen [medeverdachte 1] haar benaderd had om voor hem te werken, was [bijnaam] heel boos geworden.
[slachtoffer] heeft verder verklaard dat [bijnaam] haar meermalen aan haar haren heeft getrokken en dat het de laatste vrijdag echt uit de hand was gelopen. Ze weet niet meer waarom maar [bijnaam] sloeg haar op haar hoofd in de auto. Soms pakte hij haar ook bij de keel en ging haar dan wurgen, terwijl hij dan zei: “oh ik kan je wel wat aandoen”. Ook heeft [bijnaam] gezegd: “ik sla je tanden uit je bek”.[bijnaam] heeft haar gedreigd voor de trein te gooien en op het moment dat zij in het bos waren tegen haar gezegd dat hij haar daar zou vermoorden en dat niemand haar daar zou zien.
4.3.1.3 Onderzoek naar [website] en paallocaties
Na onderzoek werd op de site [website] een advertentie aangetroffen voorzien van het nummer [nummer] met de koptekst “[A] – heet en zin in sekss d.d. 15 januari”. In deze advertentie stond het telefoonnummer [telefoonnummer] vermeld met daarbij de opmerking “het kan zijn dat mijn vriend opneemt dan geeft die mij door datje hebt gebeld, dan bel ik je zo snel mogelijk trug!” Bij de tekst stond onder meer leeftijd 19 jaar en lengte 170 cm vermeld. Ook werd een oudere advertentie, zoals die erop 11 januari 2014 had uitgezien, onder hetzelfde nummer [nummer] aangetroffen. Deze advertentie had de titel “[B]”. Hierbij stond eveneens het telefoonnummer [telefoonnummer] vermeld. Beide advertenties zien op [slachtoffer] en hebben bijna dezelfde tekst. Uit nader onderzoek bleek dat de advertentie op [website] op 4 december 2013 om 22.26 uur was aangemaakt via een IP-adres dat op naam stond van [E ], zijnde een neef van verdachte en woonachtig aan de [adres] te [plaats]. Als emailadres werd opgegeven [emailadres]. Uit telecomgegevens blijkt dat het telefoontoestel [telefoonnummer] die dag om 22.18 uur contact heeft met het telefoontoestel [telefoonnummer], zijnde een nummer in gebruik bij [F], woonachtig aan de [adres].
Op 11 december 2013 om 22.38 uur is de advertentie bezocht door een gebruiker met het IP-adres dat gekoppeld kan worden aan het GBA-adres van verdachte. Op 12 december 2013 om 00.05 uur werd de advertentie aangemaakt en is er door de belcomputer omstreeks dat tijdstip contact opgenomen met het nummer [telefoonnummer] en is de advertentie die dag om 08.38 uur online gezet. Uit telecomgegevens blijkt dat tijdens dat telefooncontact het nummer [telefoonnummer] een paal aanstraalde in de nabije omgeving van het GBA-adres van verdachte.
Voor en na het tijdstip van aanmaken van de advertentie straalt de telefoon van [slachtoffer] een paal aan te [plaats].
Op 18 januari 2014 te 11.52 uur is de advertentie vanaf het IP-adres dat hoort bij [garage], gelegen aan de [adres] te [plaats] voor het laatst bezocht. Deze garage is te linken aan [D], zijnde een oom van verdachte. Verdachte is eigenaar van een garage aan de [adres].Om 12.56 uur is de advertentie door verdachte offline gezet.
Uit een ‘proces-verbaal van aanvullende info [website]’ blijkt dat op 15 januari 2014 van het IP-adres aan de [adres] bij de advertentie een foto werd geupload, dat de naam ‘[B]’ gewijzigd is in ‘[A]’ en dat op 16 januari 2014 twee foto’s werden geupload vanaf het IP-adres behorende bij het GBA-adres van verdachte.
4.3.1.4 Telefoongegevens en berichten aangetroffen op telefoons aangetroffen Fuutstaat 33
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte zijn er diverse telefoons inbeslaggenomen. Zo werden in de slaapkamer van verdachte een viertal telefoons aangetroffen, te weten een Blackberry 9300, een Alcatel, een Samsung GT-S5300 en een Nokia 1662. Op deze telefoons is door de politie onderzoek verricht.
Enkele appberichten uit de Blackberry naar het telefoonnummer van [slachtoffer] luiden als volgt:
d.d. 17 november 2013
[medeverdachte 1] Lullt kkkr veel Hij wilt jou Voorhem Late werken
Je moet gwn mijn vriendin worden en alle jongens laten Dan ga k je behandelen als prinsesje
Als je naar iemand anders gaat word k dan kkkr boos opje
K geef je een telefoontje waarop ik jou kan bellen voor zaken
Je gaat niet meer chillen met [medeverdachte 1] of wie dan ook
K ben zuinig opjou en we gaan samen veel verdienen
d.d. 18 november 2013
Dan ben je perfect alsje 18 bent Zonder gezeik thuis Zonder uithuis geplaats Zonder gesstalk Lekker met mij zijn en geld verdienen
Ik wil dat je van mij bent Alleen van mij En samen gaan werken
Je moet snel 18 worden dn komt alles goed. Elke week gaanwe 3 dagen naar Amsterdam elke dag geefje me alles wat je hebt verdiend en eind van de week krijg je dikke pak.
Maar je gaat zoveel verdienen en op gegeven moment vindje het niet erg maar normaal je gaat leven
Als je een jaartje doet zit je goed
Op de Blackberry zijn ook twee filmpjes aangetroffen. Op de filmpjes staan twee mannen afgebeeld die kennelijk seks hebben met [slachtoffer].
Uit de browsergeschiedenis van de Alcatel telefoon bleek dat [website] vanuit deze telefoon 144 keer werd bezocht, al dan niet in combinatie met advertentienummer [nummer].
Door [slachtoffer] werden op 15 januari 2014 omstreeks 23.017 uur via whattapp twee foto’s gestuurd naar de Samsung GT-S5300.Deze foto’s waarop [slachtoffer] staat afgebeeld, maakten deel uit van de fotoserie op [website]. Uit onderzoek is gebleken dat er twee foto’s geupload werden bij genoemde advertentie op 16 januari 2014 omstreeks 00.20 uur.
Uit de opgevraagde historische telecomgegevens bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer] opgegeven bij de advertentie op [website] gebruikt werd in combinatie met het imeinummer van de aangetroffen Nokia 1662. Uit een aantal inkomende smsberichten aangetroffen op deze telefoon bleek dat er een klant voorstelde om een of meerdere afspraken te maken met “[B]”.
4.3.1.5 Telefoongegevens en berichten aangetroffen op telefoons [slachtoffer]
De telefoons Iphone 4s en LG zijn door de moeder van [slachtoffer] overhandigd aan de politie. De Iphone was voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer]. In de contacten stond bij de naam ‘[bijnaam]’ het nummer [telefoonnummer] vermeld. Dit nummer staat volgens de Kamer van Koophandel vermeld bij [garage]. Als eigenaar wordt verdachte genoemd. Bij [bijnaam] stond een afbeelding van verdachte weergegeven.In de telefoon zijn ook sms-berichten aangetroffen met [telefoonnummer].
In de Iphone staan onder meer de volgende berichten:
[bijnaam] ([telefoonnummer]) aan [slachtoffer] d.d. 23 december 2013
Als k zoiets nog een keer hoor sla k echt je voortanden dr uit k meen het je bent van mij, van mij alleen
[slachtoffer] aan [bijnaam] ([telefoonnummer]) d.d. 9 januari 2014:
Je bent 20 k 17 en k moet voor jou werken en geld verdienen
Drm is dit de laatste x k voel me verschrikkelijk k wil dit helemaal niet doen
[bijnaam] ([telefoonnummer]) aan [slachtoffer] d.d. 9 januari 2014:
Hoe laat benje apie..oke..ma dan ga je tot 11met die klant goed?Andrs zijn we em kwijt. Zie je kwartbovr 8zorg datj r echt staat dan
[slachtoffer] aan [bijnaam] ([telefoonnummer]) d.d. 14 januari 2014:
Omdat k jou kan als een Pooier k werk voor jou, t doet je niks als ik met ander lig…
[bijnaam] aan [slachtoffer] d.d. 14 januari 2014:
Je ewerkt voormij ma k. hou van jou en dat moetje weten
In de LG telefoon van [slachtoffer] staan onder meer de volgende berichten. Op 9 oktober 2013 heeft de LG een whatsappgesprek met een nummer [telefoonnummer] dat op naam staat van [G]. In het politiesysteem komt als gebruiker van dit nummer naar voren [H].
[telefoonnummer] aan LG:
wat kost het me dan
LG aan [telefoonnummer]:
3 tientjes, zegt [bijnaam]
[telefoonnummer] aan LG:
Duur
LG aan [telefoonnummer]:
Ja kdoe wat [bijnaam] zegt voor mij ben jij uitzondering en mag goedkoper maar dan moet je bij [bijnaam] zijn
In de periode van 3 oktober 2013 tot en met 10 oktober 2013 heeft de LG contact met een nummer dat staat opgeslagen als [bijnaam], nr. [telefoonnummer]. In de politiesystemen BHV komt als gebruiker van dit telefoonnummer verdachte naar voren.
d.d. 4 oktober 2013
LG aan [telefoonnummer]
Hoeveel verdien ik aan die mensen
[telefoonnummer] aan LG
Iedereen ga je laten neuke met condoom
d.d. 9 oktober 2013
LG aan [telefoonnummer]
Vanaaf Ga ik met die jonge die maandag mee was in de auto ja?
[telefoonnummer] aan LG
S goed
LG aan [telefoonnummer]
Moet hij ook gratis
[telefoonnummer] aan LG
Ja 1 x gratis Luister schat K moet metje praten Er valt veel geld te verdienen
[telefoonnummer] aan LG
Ik ga met hem mee Jou ophalen Ga je snel je ding doen met em Dn gaan we langs iemand anders Met oudere mannen vinjde dat erg? K sommige die zijn wel wat ouder maar die betalen 100 euro ofzo. In de 30
LG aan [telefoonnummer]
Ooh Hmm Kweetniet, ik probeer wel
[telefoonnummer] aan LG
Gewoon schijt Alles aannemen
LG aan [telefoonnummer]
Ja maar dat moet zeler ook gratis Ik ga niet alles bij iedereen gratis doen, want dan kan k net zo goed stoppen
[telefoonnummer] aan LG
Nee schat Die s niet gratis Alleen als k tege jou zeg die s gratis Dn moet je dat doen
[telefoonnummer] aan LG
Opp gegeven moment verdien je 1000 of 2000 in de maand Komt helemaal goed
Als [slachtoffer] aangeeft dat ze misselijk is en dat het wel volwassene zijn, stuurt [telefoonnummer]:
Als ddr wat gebeurd schiet k diegene zn knieschijven kapot
LG aan [telefoonnummer]
Die jonge vraagt wat t m kost Hij wilt nog x
[telefoonnummer] aan LG
Zegmaar 3 tientjes
[telefoonnummer] aan LG
K ga binnekort mooie kleertjes voorje kopen Komt allemaal goed je gaat goed verdienen
4.3.1.6 De verklaring van [medeverdachte 2] en zijn contact met verdachte en [slachtoffer]
Naar aanleiding van de verklaringen van [slachtoffer], waarin zij verklaarde seks te hebben gehad met een klant in het [hotel] in [plaats], werd nader onderzoek ingesteld. Uit analyse van de opgevraagde historische telecomgegevens en verstrekte gegevens van het [hotel] kon de klant geïdentificeerd worden als [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] had op maandag 13 januari 2014 om 19.48 uur ingecheckt en om 21.37 uur uitgecheckt in voornoemd hotel.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij via [website] een meisje in [plaats] had gevonden die zich aanbood om met haar tegen betaling seks te hebben. Hij belde naar het opgegeven nummer en kreeg een jongen aan de lijn. Telefonisch had [medeverdachte 2] met de jongen besproken wat hij met het meisje zou gaan doen. Het meisje zou met hem meegaan om te vrijen enzo. Met de jongen werd afgesproken bij het station in [plaats]. Deze afspraak leidde echter niet tot contact met het meisje of haar vriend. [medeverdachte 2] verklaarde dat een paar dagen later door de jongen contact met hem werd opgenomen en wederom werd afgesproken bij het station in [plaats]. Nadat het bij het station wederom niet tot een ontmoeting kwam hebben zij die dag afgesproken bij een bouwmarkt in [plaats]. [medeverdachte 2] verklaarde over die ontmoeting dat een jongen uit een auto, een zwarte Volkswagen, stapte en tegen hem zei dat hij aan hem moest betalen. Daarna zou de meid bij [medeverdachte 2] in de auto stappen en zouden [medeverdachte 2] en de meid naar een hotel gaan. [medeverdachte 2] heeft toen 200 of 300 euro aan de jongen betaald. Op het moment dat de meid bij [medeverdachte 2] in het busje zat vertelde ze dat ze onder dwang dit moest doen en begon ze te huilen. Ze zei dat ze dit niet wilde en het ook niet met [medeverdachte 2] wilde doen. Ze vertelde dat ze onder dwang werd gezet. [medeverdachte 2] verklaarde ook dat het meisje hem zei dat er al voor duizenden euro’s was geïnd, dat zij daar niets van zag. Hierna heeft [medeverdachte 2] het meisje afgezet achter het station in [plaats]. Een week of twee weken later werd er weer contact met [medeverdachte 2] opgenomen. Het klonk als dezelfde jongen als de eerste keer, waar hij zaken mee had gedaan. De jongen vertelde dat hij met haar had gesproken, ze had problemen, het had niets met [medeverdachte 2] te maken, ze wilde hem nog eens spreken, eerst gezellig eten en daarna naar het hotel. Hierop heeft [medeverdachte 2] wederom met hen afgesproken en is het meisje bij hem ingestapt. [medeverdachte 2] heeft toen een hotelkamer geboekt waar hij met het meisje heen is gegaan. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij steeds met dezelfde jongen telefonisch contact heeft gehad over de afspraken en dat deze jongen bij beide ontmoetingen de bestuurder van de auto was en degene was aan wie hij het geld heeft overhandigd.
Aan [medeverdachte 2] is een foto getoond met een afbeelding van verdachte. [medeverdachte 2] verklaarde over deze persoon dat dit de jongen is aan wie hij het geld heeft overhandigd en dat dit de jongen is met wie hij telefonisch contact heeft gehad. De keer bij de bouwmarkt kwam deze jongen volgens [medeverdachte 2] al bellend aanrijden terwijl [medeverdachte 2] hem aan de lijn had. Hij vroeg toen aan [medeverdachte 2] of hij daar met zijn bus bij de bouwmarkt stond. Op het moment dat [medeverdachte 2] bevestigde dat hij daar inderdaad stond zag [medeverdachte 2] de jongen uit de auto stappen en borg deze jongen zijn telefoon op. Ook werd aan [medeverdachte 2] een foto getoond van [slachtoffer]. Hij herkende haar als het bedoelde meisje dat hij tweemaal ontmoet had.
Uit onderzoek is gebleken dat tussen het nummer in gebruik bij [medeverdachte 2], [telefoonnummer] en de nummer [telefoonnummer] (genoemd in de advertentie) 306 keer telefonisch of sms contact is geweest. Dit contact had plaats op 19 en 31 december 2013 en op 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 13 januari 2014.
4.3.1.7 De verklaring van [medeverdachte 1]
heeft verklaard dat hij [slachtoffer] op school heeft leren kennen en dat zij via hem met [bijnaam]/[bijnaam] in contact is gekomen. Bij dit contact gingen ze chillen in een bos of een park. [bijnaam] is een slechte jongen en zou volgens [medeverdachte 1] in de mensenhandel zitten. Van [slachtoffer] had hij gehoord dat [bijnaam] haar dingen liet doen die ze niet wilde. Zij moest van [bijnaam] seks hebben voor geld, ook met vieze oude mannen. Hij had ook van haar gehoord dat [bijnaam] haar sloeg.
4.3.1.8 De verklaring van [I]
, bij haar verhoor 17 jaar, heeft verklaard dat zij, nadat zij een foto van [slachtoffer] op [website] had zien staan, aan [slachtoffer] heeft gevraagd waar zij mee bezig was. Van [slachtoffer] heeft zij gehoord dat zij van [bijnaam] met oude mannen naar bed moest, dat hij [slachtoffer] sloeg, dat hij [slachtoffer] bedreigde en dat [slachtoffer] haar verdiende geld aan hem moest geven.
Ook heeft zij verklaard dat zij door [bijnaam] is gevraagd om voor hem te werken als hoer. Dit is door [bijnaam] via whatsapp aan haar gevraagd. Uit uitgeprinte schermafbeeldingen blijkt dat zij onder meer de volgende berichten heeft ontvangen van het telefoonnummer [telefoonnummer]:
Heey mop i ben [bijnaam] een vriend van [slachtoffer], ze zei datj mis wel wou wrken..dr valt veel te verdiene,heb je vanavond tijd schat dan roken we een jointje en praten we even xxx
Aha oke k zag je foto vondje el een leuke meid.1000 perweek zou makelijk lukken,belme als je je bedenkt x
4.3.1.9 De verklaringen van [J]
heeft verklaard dat zij een keer bij [bijnaam] en [slachtoffer] in de auto zat en dat zij richting [plaats] reden. [slachtoffer] wilde dat echter niet en ze zijn toen teruggegaan richting de Albert Heijn in [plaats]. In de auto werd [slachtoffer] gebeld en na dat gesprek vroeg [bijnaam] wie zij aan de lijn had gehad. Hierop zei [slachtoffer] dat zij een vriendin had gesproken waarna [bijnaam] zei: “het zijn jongens, als je liegt sla ik je tanden er uit”. Op een gegeven moment is [J] uit de auto gestapt. Na ongeveer 10 minuten of een kwartier zag [J] ook [slachtoffer] uit de auto stappen. [slachtoffer] vertelde haar dat [bijnaam] haar een klap had gegeven. [J] zag op [slachtoffer] gezicht een rode veeg.
4.3.1.10 De bevindingen met betrekking tot de aangetroffen kinderporno
De aangetroffen advertentie van ‘[B]’ op [website], waarbij een viertal foto’s waren afgebeeld werd ter beoordeling aangeboden aan het Team Kinderpornografie van de politie Midden Nederland. Op deze foto’s stond, naar later bleek [slachtoffer] afgebeeld.
Op de Blackberry 9300, aangetroffen op de slaapkamer van verdachte, werd onder meer een tweetal filmpjes aangetroffen. Op deze filmpjes staan twee volwassen mannen, die kennelijk orale en vaginale/anale seks hebben met [slachtoffer].
Gelet op de minderjarigheid van [slachtoffer] werden de foto’s evenals de 2 aangetroffen filmpjes geclassificeerd als kinderporno.
Uit onderzoek is gebleken dat de afgebeelde mannen familieleden van verdachte betreffen, namelijk [K] en [L].[K] heeft bekend dat hij seks heeft gehad met de vriendin van [bijnaam]. Op dat moment zou hij samen zijn geweest met [L], [bijnaam] en het meisje, in de garage van zijn vader in [plaats]. De filmpjes moeten volgens [K] gemaakt zijn door [bijnaam], omdat er naast de mensen die seks hadden één ander persoon aanwezig was, te weten [bijnaam].
Uit het opnemen van vertrouwelijke informatie (OVC) in een vervoermiddel d.d. 15 juli 2014 blijkt met betrekking tot de filmpjes het volgende (de stemmen van [K] ([K]) en [L] ([L]) zijn voor 100% herkend):
[L]:
Ze hebben die film ook/filmpje
[K]:
Je hebt gezien he, jij deed het ook en ik deed het ook
[L]:
Ja
[K]:
dat zal erg vernietigend voor ons zijn vriend, weet je wat ik tegen de politie heb gezegd, ik heb haar niet verkracht zij heeft mij onderaan gezuigd.
[L]:
Ik heb gezegd dat ik niks heb gedaan
[K]:
Ja maar op de film ben je van achteren te zien mongool
[K]:
Ja jij,…voor jou wordt zwaar trouwens. Weet je waarom? Omdat die wijf ook hebt gezegd dat jij haar ook anaal hebt geneukt.
[L]:
Ja dat is ook zo
[K]:
Je moet niet aan hun vertellen dat ik haar geneukt heb
4.3.1.11 De verklaring van verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer] via [medeverdachte 1] heeft leren kennen en dat zij toen zijn wezen chillen in een park in [plaats]. Verdachte heeft verklaard dat het zou kunnen dat hij [slachtoffer] eenmaal geslagen heeft.
4.3.2Overwegingen ten aanzien van 16/700281-14
4.3.2.2 De telefoons van verdachte
De rechtbank is van oordeel dat waar hier in de hiervoor genoemde telefoongesprekken dan wel (app)berichten gesproken wordt over verdachte/[bijnaam]/[bijnaam], dat deze gesprekken en chat/appgesprekken ook daadwerkelijk door verdachte zijn gevoerd. Hierbij wijst de rechtbank onder meer op de verklaring van [medeverdachte 2] die met verdachte telefoneert bij een afspraak met [slachtoffer], op de inhoud van de gesprekken waarin onder meer de persoon met wie het gesprek wordt gevoerd [bijnaam] en [verdachte] wordt genoemd en waarbij onder meer de naam [bijnaam] genoemd wordt als afzender, en het feit dat op de slaapkamer van verdachte een groot aantal van deze telefoons is aangetroffen. De rechtbank acht het in het licht van alle bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ongeloofwaardig dat verdachte de telefoons waarop deze belastende gesprekken zijn aangetroffen zou hebben uitgeleend aan [slachtoffer], en dat [slachtoffer] deze telefoons mogelijk weer aan een nader in gebruik heeft gegeven, zoals verdachte heeft aangevoerd.
4.3.2.1 Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer]
Ten aanzien van de waarde en de bruikbaarheid van de verklaringen van het [slachtoffer] overweegt de rechtbank als volgt.
[slachtoffer] is een viertal malen uitvoerig door de politie gehoord. Het verzoek van de verdediging tot het horen van [slachtoffer] door de rechter-commissaris is toegewezen. Dit verhoor heeft, gelet op de kwetsbaarheid van de toen net 18-jarige [slachtoffer], onder leiding van de rechter-commissaris plaatsgevonden in een kindvriendelijke verhoorstudio. De verdediging heeft bij dit verhoor de gelegenheid gehad om via de rechter-commissaris aan de getuige vragen te stellen en ook in een tweede ronde is de verdediging in de gelegenheid gesteld de getuige op deze wijze te bevragen. Gelet op de ontkenning van de verdachte(n) dient er kritisch gekeken te worden naar de door [slachtoffer] afgelegde belastende verklaringen.
Op 14 oktober 2014 heeft de rechtbank een verzoek van de verdediging tot een betrouwbaarheidsonderzoek aangaande de verklaringen van [slachtoffer] toegewezen. De rechter-commissaris heeft hierna dr. G. Wolters benoemd als deskundige. Deze deskundige heeft in een rapport van 4 december 2014 geconcludeerd dat de verklaringen van [slachtoffer] in hoge mate consistent zijn. Daarbij geeft rapporteur aan dat kleine tegenstrijdigheden niet te vermijden zijn, gezien (a) de lange tijd die is verstreken tussen het ervaren van de gebeurtenissen en het afleggen van de verklaringen hierover en (b) de vele, langdurige en gedetailleerde verhoren waarin deze verklaringen van haar worden gevraagd. De consistentie over de tijd is een aanwijzing voor betrouwbaarheid en laat tevens zien dat de verklaringen niet zijn beïnvloed door aanwijzingen of suggestie uit andere bronnen, aldus de rapporteur. Naast dat de verklaringen consistent zijn geeft rapporteur nog aan dat waar een vergelijking mogelijk is de verklaringen van [slachtoffer] praktisch zonder uitzondering worden bevestigd door verklaringen van getuigen en verdachten en door onderzoek van de (tele)communicatie tussen betrokken. Aanwijzingen dat [slachtoffer] redenen zou hebben om onjuiste verklaringen af te leggen heeft rapporteur niet gezien. Rapporteur heeft geconcludeerd dat de verklaringen van [slachtoffer] in hoge mate betrouwbaar en waarheidsgetrouw zijn (90-100% waarheidsgetrouw). Met betrekking tot de verdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] wordt de verklaring van [slachtoffer] door rapporteur in aanzienlijke mate betrouwbaar geacht (70-90% waarheidsgetrouw). Deze lagere betrouwbaarheidswaardering heeft te maken met het feit dat deze verdachten op het cruciale punt van het daadwerkelijk seks hebben gehad met [slachtoffer] ontkennen zonder dat er voor de verklaringen van [slachtoffer] aanvullende ondersteuning is. Niet geheel kan worden uitgesloten dat [slachtoffer] zich hier vergist, of gebeurtenissen of personen verwart, aldus de rapporteur.
Met rapporteur is de rechtbank van oordeel dat er in de verklaringen van [slachtoffer] weliswaar kleine discrepanties zitten, maar dat [slachtoffer] op essentiële punten, zoals de ontmoetingen met (mede)verdachte(n), het benaderen van verdachte om voor hem te werken, de ‘inwerkperiode’ met familieleden en vrienden van verdachte, de locaties, de manier van benaderen van klanten en het betalen van klanten, het plaatsen van de advertentie op [website] gedetailleerd en consistent verklaard. Van groot belang is dat voor een groot aantal essentiële punten aangaande de ten laste gelegde mensenhandel steunbewijs gevonden is in de verklaringen van getuigen en verdachten, in de in het dossier opgenomen sms- en whatsappberichten, in de bevindingen met betrekking tot de website [website], alsmede in de aangetroffen afbeeldingen en filmpjes aangaande de kinderporno.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs en geeft zij hieraan een zwaarwegende betekenis. De door de verdediging gestelde situatie dat het bewijs in overwegende mate op de verklaring van [slachtoffer] berust is gelet op hetgeen hiervoor is weergegeven met betrekking tot het steunbewijs niet aan de orde. Bovendien is de verdediging voldoende gecompenseerd. Weliswaar heeft de verdediging de getuige niet zelf kunnen ondervragen, maar tijdens het verhoor onder regie van de rechter-commissaris in een kindvriendelijke verhoorstudio is de raadsman aanwezig geweest en heeft hij door tussenkomst van de ondervragers vragen en nadere vragen kunnen stellen. Bovendien heeft de rechtbank op verzoek van de verdediging onderzoek laten verrichten naar de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen van [slachtoffer].
4.3.2.2 De enkelvoudige fotoconfrontatie
De verdediging heeft aangevoerd dat de enkelvoudige fotoconfrontatie, uitgevoerd met [medeverdachte 2], niet voor het bewijs gebruikt mag worden. De rechtbank overweegt hieromtrent dat de enkele omstandigheid dat een herkenning heeft plaatsgevonden op basis van een enkelvoudige fotoconfrontatie er niet toe leidt dat dat die herkenning om die reden buiten beschouwing van het bewijs dient te worden gelaten. Nu de herkenning van verdachte door [medeverdachte 2] niet op zichzelf staat maar aansluit bij de eveneens voor het bewijs gebezigde verklaring van [slachtoffer], de verklaring van [medeverdachte 2] en hetgeen is weergegeven over de telecommunicatie met [telefoonnummer] en het berichten/telefoonverkeer tussen [medeverdachte 2] en verdachte, alsmede gelet op het feit dat [medeverdachte 2] verdachte op twee verschillende momenten heeft gezien acht de rechtbank de fotoconfrontatie betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Het verweer dat de fotoconfrontatie niet mag worden gebruikt wordt dan ook verworpen.
4.3.2.3 Het wettelijk kader
Een wezenlijk bestanddeel van mensenhandel is dat er sprake moet zijn van uitbuiting en dat het oogmerk van de verdachte daarop gericht was. Conform hetgeen in de jurisprudentie is bepaald kan van een uitbuitingssituatie worden gesproken als een betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan (i.c.) een situatie waarin een mondige prostituee in Nederland verkeert. Voornoemde uitbuitingssituatie veronderstelt het ontbreken van vrijwilligheid. Dit houdt in dat de persoon die prostitutiewerkzaamheden verricht niet of slechts in verminderde mate de mogelijkheid heeft een bewuste keuze te maken met betrekking tot het al dan niet voortzetten van de relatie met degene die haar tot die prostitutiewerkzaamheden heeft aangezet. Indien het slachtoffer minderjarig is, is het gebruik van de in artikel 273f van het Wetboek genoemde dwangmiddelen niet verreist voor strafbaarheid. Er kan voor wat betreft de minderjarigheid van het slachtoffer geen beroep worden gedaan op verontschuldigbare dwaling, daar de minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel betreft.
In het geval sprake is van een minderjarig slachtoffer is er altijd sprake van een beperking van keuzevrijheid, zodat in het geval van minderjarige slachtoffers de eventuele omstandigheid dat het slachtoffer heeft ingestemd met de prostitutiewerkzaamheden dan wel met de omstandigheid dat het slachtoffer reeds eerder in de prostitutie heeft gewerkt, nimmer in de weg kan staan aan een bewezenverklaring.
4.3.2.4 De handelingen
Werven, vervoeren, overbrengen en ertoe brengen tegen betaling seksuele handelingen te verrichten (sub2 en 5)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [slachtoffer] na het gezamenlijk chillen heeft benaderd met de vraag of zij voor hem zou willen werken. Hierna heeft zij als zogenaamde inwerkperiode seksuele handelingen verricht met familieleden en vrienden van verdachte. Het benaderen en het ‘inwerken’ valt naar het oordeel van de rechtbank onder het
werven. Voorts is gebleken dat verdachte [slachtoffer] heeft vervoerd en overgebracht naar de klanten, hetgeen volgt uit zowel de verklaring van [slachtoffer], de verklaring van [medeverdachte 2] en de diverse verstuurde berichten. Daarnaast heeft verdachte een seksadvertentie betreffende [slachtoffer] aangemaakt op [website], hier foto’s van [slachtoffer] bij geplaatst en was hij degene die de advertentie beheerde en de contacten onderhield met de klanten. Voorts beloofde hij [slachtoffer] een mooie gezamenlijke toekomst en zeer goede verdiensten. Voornoemde handelingen vallen onder het ertoe brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met/of voor een derde tegen betaling.
Oogmerk van uitbuiting (sub 2)
De rechtbank stelt hierbij voorop dat het hebben van een oogmerk tenminste een noodzakelijkheidsbewustzijn ten aanzien van het gevolg veronderstelt. Het oogmerk van uitbuiting is in het onderhavige geval gelegen in het verkrijgen van eigen financieel gewin. Uit de verklaring van [slachtoffer], de verklaring van [medeverdachte 2] en de diverse berichten maakt de rechtbank op dat verdachte voor ogen had om zoveel mogelijk geld te verkrijgen uit de door [slachtoffer] te verrichten prostitutiewerkzaamheden. De overtuiging van de rechtbank dat verdachte het oogmerk had zichzelf te verrijken, wordt nog gesterkt door dat verdachte aan een ander meisje, [I], voorstelt om ook voor hem te gaan werken en ook haar daarbij hoge verdiensten voorspiegelt.
opzettelijk voordeel trekken (sub 8)
De rechtbank is tevens van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer]. Ook op dit punt vindt de verklaring van [slachtoffer] steun in andere bewijsmiddelen.
4.3.2.5 De pleegperiode
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij aan het begin van het schooljaar [medeverdachte 1] heeft leren kennen en dat hij haar tijdens het ‘chillmoment’ achter het ziekenhuis in contact bracht met verdachte. Korte tijd hierna werd zij door verdachte benaderd om voor hem te werken en ging dit over in het hebben van seksuele handelingen met zijn familieleden en vrienden, de zogenaamde inwerkperiode. De rechtbank kwalificeert deze handelingen, zoals hiervoor reeds weergegeven, als werven en zal derhalve 1 september 2013 als begindatum nemen van de pleegperiode.
4.3.2.6 Geen sprake van medeplegen
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs oplevert om te concluderen dat er tussen verdachte en één of meer andere personen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op de mensenhandel. De rechtbank zal verdachte dan ook van het onderdeel ‘medeplegen’ vrijspreken.
4.3.2.7 Conclusie ten aanzien van 16/700281-14 feit 1
Op grond van de hiervoor genoemde feiten, omstandigheden en overwegingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde voor zover hieronder bewezen is verklaard.
4.3.2.8 Conclusie ten aanzien van 16/700281-14 feit 2, 3 en 4
De rechtbank acht op grond van vorenstaande bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen het onder 16/700281-14 feit 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals een en ander hieronder bewezen is verklaard.