Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 juni 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 4 september 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
600,00(2,0 punten × tarief € 300,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderde de curator van [bedrijf 1] betaling van € 18.000 van [gedaagde], die als aandeelhouder wordt aangesproken voor het niet voldoen aan zijn volstortingsplicht. De curator stelde dat [gedaagde] op 30 december 2010 een bedrag van € 19.000 had overgemaakt naar de bankrekening van [bedrijf 1], maar dat dit bedrag niet daadwerkelijk ter beschikking was gesteld aan de vennootschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] zijn volstortingsplicht niet is nagekomen, omdat hij nooit daadwerkelijk het bedrag van € 18.000 aan [bedrijf 1] heeft ter beschikking gesteld. De kantonrechter heeft de vordering van de curator toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn verweer dat hij de aandelen had verkocht aan [B] en dat hij de inventaris van zijn restaurant aan [bedrijf 1] had verkocht. De curator had ook recht op vergoeding van de proceskosten, die op € 1.161,84 zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken op 7 oktober 2015.