Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verweerder sub 2],
1.De procedure
- het op 2 maart 2015 door de rechtbank ontvangen verzoek van [verzoeker] , met daarbij 27 producties,
- de namens [verzoeker] in het geding gebrachte brieven van 8 en 21 april 2015, met daarbij de respectievelijke aanvullende producties 28-29 en 30-31,
- het verweerschrift van ASR c.s., met daarbij 3 producties,
- de namens ASR c.s. in het geding gebrachte brief van 20 april 2015, met daarbij de aanvullende productie 4,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 24 april 2015, met daarin een bewijsopdracht aan [verzoeker] , door middel van het horen van getuigen,
- de namens [verzoeker] in het geding gebrachte brief van 29 mei 2015, met daarbij:
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor, gehouden op 12 juni 2015,
- de brief van 29 juni 2015, waarin namens ASR c.s. wordt medegedeeld dat wordt afgezien van contra-enquête,
- de conclusie na enquête van [verzoeker] van 3 juli 2015,
- de akte uitlaten bewijslevering van ASR c.s., van diezelfde datum, 3 juli 2015.
2.De feiten
3.Het deelgeschil
Het verzoek
- ASR c.s. hoofdelijk te veroordelen om € 56.931,81 te betalen aan [verzoeker] als aanvullend voorschot op de schadevergoeding,
- ASR c.s. hoofdelijk te veroordelen om € 12.940,92 te betalen aan [verzoeker] als vergoeding van buitengerechtelijke kosten,
- de kosten van dit deelgeschil te begroten op € 14.142,60 en ASR c.s. hoofdelijk te veroordelen dit bedrag te betalen aan [verzoeker] ,
- voor recht te verklaren dat het in opdracht van ASR uitgevoerde persoonlijke onderzoek op onrechtmatige gronden is uitgevoerd en onrechtmatig is jegens [verzoeker] .
In aansluiting van ons onderhoud verlenen wij u hierbij opdracht voor de uitvoering van onderstaande werkzaamheden.
Bij deze verklaart [bedrijf 2] dat
Beste heer [verzoeker] . Het straatwerk op de Rivierdijk heb ik zelf uitgevoerd. Nog bedankt voor uw aanbod en wellicht tot ziens!”
Onlangs heb ik vernomen dat ik u kan benaderen voor het opnieuw aanleggen van tuin.
4.Het getuigenverhoor
1. Ik heb in het verleden veel vaker zaken gedaan met [naam eigenaar bedrijf 2] . Dat betrof altijd werk als stratenmaker. [bedrijf 2] nam werk aan en schakelde mij in als onderaannemer. Het werk deed ik vervolgens niet alleen. Ik had altijd een opperman bij mij, de heer [A] . Meestal werd een vierkante-meterprijs afgesproken van € 4,50 tot € 6,-. Daarnaast werd meestal voor meerwerk op uurbasis € 60,- per koppel afgesproken en €10,- voor de verhuur van de knikmops. Onder een koppeluur wordt verstaan: een gewerkt uur door mij, samen met de opperman. Ik betaalde de opperman een vergoeding van € 20,- per uur. (…).
8. Ik weet niet meer wanneer ik [naam eigenaar bedrijf 2] precies heb gebeld in verband met de onderhavige werkzaamheden. Ik heb voor die werkzaamheden een overeenkomst getekend. Wanneer die overeenkomst precies getekend is, herinner ik mij niet. Ondertekening vond in ieder geval plaats vóór de aanvang van de werkzaamheden.
2. U houdt mij voor de overeenkomst van 1 juli 2013. Die overeenkomst is aangegaan door (…) [bedrijf 2] . Mijn dochter is directeur en volledig aandeelhouder (…). De overeenkomst van 1 juli 2013 is door mijn dochter, [B] , ondertekend. Ik herken haar handtekening.
8. De opdrachtgever voor de onderhavige werkzaamheden is de gemeente Rotterdam. Rotterdam had het werk uitbesteed aan [C] als hoofdaannemer. [C] heeft op enig moment per e-mail verzocht een offerte uit te brengen. (…).
Er is tussen [bedrijf 2] en Dhr. [verzoeker] een (onder)aannemingsovereenkomst gesloten en schriftelijk bevestigd. De overeenkomst had betrekking op het project “De Laagjes” in Rotterdam.
[bedrijf 2] is niet geneigd om gegevens van onderaannemers, ZZPérs e/o uitzendkrachten vrij te geven in bovengenoemde zaak.
1. Wanneer wij [bedrijf 2] voor het eerst benaderd hebben inzake dit project weet ik niet, dergelijke contacten worden niet bij ons genoteerd.