Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van beide partijen van 11 december 2014, met producties
- het verweerschrift van [verzoeker], ingekomen op 17 december 2014
- de brief van NSR van 21 januari 2015
- de pleitnotities van NSR
- de mondelinge behandeling van 26 januari 2015.
2.De feiten
"Overeenkomst Overgangsregeling VUT 40"(hierna: de OVUT-overeenkomst).
Werknemer stopt met zijn werkzaamheden voor werkgever met ingang van 1‑6‑2012. Werkgever is vanaf dat moment geen salaris meer verschuldigd aan werknemer. Dit geldt ook als werknemer ziek is op die datum.
Vanaf de datum onder lid a gaat werknemer met levensloopverlof. Direct aansluitend op het levensloopverlof gaat werknemer met pensioen.
Afwijking van de onder lid a. genoemde datum is alleen mogelijk als Partijen hierover overeenstemming hebben".
Werknemer die 40 dienstjaren bij NS heeft, kan uiterlijk tot en met 2015, mits voldaan wordt aan een aanvullende voorwaarde betreffende zijn leeftijd, gebruik maken van een overgangsregeling VUT-pensioen.
De aanvullende voorwaarde voor de leeftijd luidt:
(…)
in de jaren 2005 t/m 2007 geldt een minimale leeftijd van 57 jaar;
(…)
Na ontslag wordt eerst berekend welke korting werknemer op zijn pensioen ondergaat indien werknemer zelf de periode van ontslag tot 61 zou financieren door zijn pensioen eerder te laten ingaan.
Door NS wordt deze korting voor 2/3e gecompenseerd, zodat werknemer uiteindelijk 1/3e deel zelf financiert.
Werknemer kan langer blijven werken dan het moment waarop hij 40 dienstjaren bereikt.
Na ontslag met deze regeling vindt geen pensioenopbouw meer plaats.
De uitkering tijdens zowel de overgangsregeling (tot 61 jaar) als in de overige pensioentijd (van 61 tot 65 jaar) heeft een minimale hoogte van 75% van het laatst genoten bruto inkomen in actieve dienst.
De uitkering voor werknemer aan deze overgangsregeling heeft vanaf 65 jaar een minimale hoogte van 70% van het laatst genoten bruto inkomen in actieve dienst.
De leden 1 tot en met 8 gelden voor werknemer die geboren is vóór 1950.
Per 1 januari 2006 is voor werknemer die geboren is na 1949, de fiscale wetgeving gewijzigd, waardoor een 1 op 1 voortzetting van de oude afspraken niet mogelijk is. De rechten genoemd in de leden 1 tot en met 8 van dit artikel worden gerespecteerd, zij het onder een andere constructie. Voorwaarde is dat werknemer, in tegenstelling tot lid 5 van dit lid(de kantonrechter leest: artikel)
, vooraf instemt met een einde van de arbeidsovereenkomst op de oorspronkelijke datum waarop van de overgangsregeling VUT-pensioen gebruik kan worden gemaakt. Aan werknemer die hiervoor in aanmerking komt, is in 2005 een individueel voorstel gedaan".
.
3.Het verzoek
"probleem"van de verschillende soorten en omvang van verlenging voor OVUT-ers die NSR het leven heeft geroepen van tijdelijke aard is, en bovendien een beperkte groep machinisten betreft. De noodzaak om dit op moeten lossen met het aanpassen van het beleid en verdere verlenging in parttimewerk niet toe te staan, doet zich dan ook niet voor.
4.De beoordeling
"het financiële plaatje (mee)speelt", en dat het parttime werken hem bevalt.