ECLI:NL:RBMNE:2015:6854

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 september 2015
Publicatiedatum
18 september 2015
Zaaknummer
16/659503-15 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor witwassen van drie personenauto’s

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 september 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte, geboren in 1978 en woonachtig in Spanje, werd ervan verdacht drie luxe voertuigen, te weten een BMW X6, een Porsche Cayenne en een Porsche Panamera, te hebben gewitwasd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland had en dat er geen bekend legaal inkomen was dat in verhouding stond tot de waarde van de voertuigen. Tijdens de zitting op 2 september 2015 heeft de officier van justitie de verdachte beschuldigd van het witwassen van deze voertuigen, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte over de herkomst van de voertuigen als niet aannemelijk beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat de voertuigen afkomstig waren uit enig misdrijf, gezien haar beperkte legale inkomsten en het ontbreken van bewijs voor een legale herkomst van de voertuigen. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken. Tevens is de Porsche Panamera verbeurd verklaard, aangezien deze in beslag was genomen in het kader van het onderzoek. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen 33, 33a, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659503-15 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 16 september 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1978] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
wonende te [adres] te [woonplaats] , Spanje.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 2 september 2015, waarbij de officier van justitie en de raadsvrouw, mr. N.A. de Kock, advocaat te Utrecht, hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte een BMW X6 en/of een Porsche Cayenne en/of een Porsche Panamera heeft witgewassen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging en er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De financiële positie van verdachte
[verdachte] (hierna: verdachte) heeft geen Nederlandse bankrekeningen. Bij de Nederlandse belastingdienst zijn geen gegevens over haar bekend. [2] In de jaren 2011 en 2012 is in Spanje belasting geheven over de bedragen aan winst van (respectievelijk) € 3.581,24 en € 3.489,02. [3]
Verdachte heeft de villa verhuurd waarin zij woont gedurende de maanden april tot en met oktober. Zij houdt de opbrengsten van de verhuur zelf. [4] De villa wordt voor een bedrag van €2.500,00 per maand verhuurd. De ontvangsten van verdachte uit verhuur van de villa in 2011 bedroegen € 15.000,00. [5] De ontvangsten van verdachte uit verhuur van de villa in de periode van 18 januari 2012 tot en met 22 mei 2012 bedroegen € 30.000,00 . [6] Verdachte heeft geen andere bronnen van inkomsten, zij heeft nooit geld gewonnen, geleend of ontvangen in de vorm van giften, schenkingen of een erfenis. [7]
Verdachte had in het laatste kwartaal van 2011 een bedrag van (gemiddeld) € 19,07 [8] op haar Spaanse bankrekeningen staan. [9]
Er is geen vermogen van verdachte bekend in de vorm van aandelen, onroerend goed, spaartegoeden of overig vermogen. [10]
BMW type X6, voorzien van kenteken [kenteken]
Op 28 juli 2011 is de BMW X6 met kenteken [kenteken] in Duitsland gekocht voor een bedrag van € 41.900,00, op naam van verdachte [11] . Deze auto heeft in de periode van 15 december 2011 tot en met 29 februari 2012 op naam van verdachte gestaan. [12]
Porsche type Cayenne, voorzien van kenteken [kenteken]
Op 13 februari 2012 is de BMW X6 ingeruild voor de Porsche Cayenne met kenteken
[kenteken] De BMW X6 werd ingekocht door [autobedrijf 1] , gevestigd te [vestigingsplaats] voor een bedrag van € 45.000,00. De verkoopprijs van de Porsche Cayenne was
€ 54.000,00. [13] De Porsche Cayenne is betaald met inruil van de BMW X6 en met bijbetaling van een bedrag van € 9.000,00. [14]
Verdachte heeft verklaard dat zij de BMW X6 heeft ingeruild tegen de Porsche Cayenne met bijbetaling. Deze bijbetaling is verricht in contanten. [15]
Porsche type Panamera, voorzien van kenteken [kenteken] en kenteken [kenteken]
De Porsche Cayenne is ingekocht door het bedrijf [autobedrijf 2] BV te [vestigingsplaats] voor een bedrag van € 63.500,00. [16] . Op 24 mei 2012 is de Porsche Panamera aangeschaft. De aanschafprijs van de Porsche Panamera was € 93.775,00. [17]
Deze Porsche Panamera was van 24 mei 2012 tot 26 november 2012 voorzien van het kenteken [kenteken] . In de periode vanaf 26 november 2012 was de Porsche Panamera voorzien van het kenteken [kenteken] . [18]
Verdachte heeft verklaard dat zij de Porsche Cayenne heeft ingeruild tegen de Porsche Panamera met bijbetaling. [19] De Porsche Panamera heeft zij cadeau gedaan aan haar dochter. [20] Op 29 april 2013 is de Porsche Panamera in Nieuwegein onder verdachte in beslag genomen. [21]
Overweging over witwassen
De rechtbank stelt voorop dat de Hoge Raad in zijn arrest van 28 september 2004 (NJ 2007, 278) heeft geoordeeld dat op grond van het doel en de strekking van de strafbaarstelling in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (verder: Sr) en mede in het licht van de geschiedenis van de totstandkoming van die bepaling moet worden aangenomen dat uit de bewijsmiddelen niet behoeft te kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Voorts geldt ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 13 juli 2010 (NJ 2010, 456) dat indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen kan worden geacht dat een voorwerp “uit enig misdrijf afkomstig is”, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Uit de beschikbare gegevens blijkt dat verdachte slechts een gering inkomen uit bekende legale bron had. Dit bekende legale inkomen van verdachte staat niet in verhouding tot de uitgaven die verdachte gedurende de afgelopen jaren heeft gedaan. Er is verder niet gebleken van enig bekend legaal vermogen waarover verdachte kon beschikken.
Op grond van hetgeen met betrekking tot het ten laste gelegde feit hierboven is opgenomen bestaat ten aanzien van verdachte dan ook een ernstig vermoeden dat de BMW X6, Porsche Cayenne en Porsche Panamera uit enig misdrijf afkomstig zijn. Van verdachte mag onder die omstandigheden worden verlangd dat zij een verklaring geeft voor de herkomst van deze voorwerpen die concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is (Hoge Raad 13 juli 2010, NJ 2010, 460).
Verdachte heeft (deels) tijdens de verhoren door de politie en (deels) tijdens het onderzoek ter terechtzitting een verklaring afgelegd over het haar ten laste gelegde witwassen. Deze verklaring houdt – verkort weergegeven – het volgende in:
  • de BMW X6 heeft verdachte gekregen van haar Russische partner, wiens naam zij niet wil noemen;
  • de Porsche Cayenne is gekocht door de BMW X6 in te ruilen en een bedrag van
€ 9.000,00 bij te betalen. Het geld voor de bijbetaling komt uit het spaargeld van verdachte. Dit spaargeld komt niet uit de periode van voor 2011;
  • de Porsche Panamera is aangeschaft door de Porsche Cayenne in te ruilen en een bedrag bij te betalen. Het geld voor de bijbetaling komt uit het spaargeld van verdachte;
  • het huis in Spanje wordt door verdachte sinds 2004 verhuurd. Dit betreft de villa van haar tante en om die reden heeft verdachte verder geen kosten van dit huis.
Deze verklaringen van verdachte zijn, bij het ontbreken van een objectieve onderbouwing ervan, niet concreet en verifieerbaar. Aldus is de verklaring van verdachte niet aannemelijk geworden.
Bij deze stand van zaken is van een legale herkomst van de BMW X6, Porsche Cayenne en Porsche Panamera dan ook niet gebleken en kan het niet anders zijn dan dat deze personenauto’s voertuig middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dit ook wist.
De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de onder 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
op tijdstippen in de periode van 28 juli 2011 tot en met 29 april 2013 in Nederland voorwerpen, te weten:
  • een personenauto, merk: BMW type: X6, voorzien van kenteken [kenteken] en
  • een personenauto, merk: Porsche type: Cayenne, voorzien van kenteken [kenteken] en
  • een personenauto, merk: Porsche type: Panamera, voorzien van kenteken [kenteken] (in de periode van 24 mei 2012 tot 26 november 2012) en kenteken [kenteken] (in de periode vanaf 26 november 2012)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen,
terwijl zij wist, dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
6.
De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezen verklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
Witwassen, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van verdachte

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het bewezen geachte feit worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen opmerkingen gemaakt over de strafmaat.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van drie personenauto’s. Het witwassen van voorwerpen en gelden heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financieel en economisch verkeer en op de openbare orde. De rechtbank neemt verdachte dit kwalijk.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 juli 2015 waaruit volgt dat verdachte eerder voor het plegen van strafbare feiten is veroordeeld.
Alles afwegende, is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien weken een passende en geboden reactie vormt op het bewezen verklaarde strafbare feit. Deze straf is lager dan de straf die door de officier van justitie is geëist omdat de rechtbank rekening heeft gehouden met de tijd die is verstreken sinds de verdachte voor het eerst in verband met deze zaak is gehoord op 12 november 2013.

9.Beslag

Onder verdachte is onderstaande personenauto in beslag genomen:
- Porsche Panamera 2012, kleur zwart, kenteken [kenteken] .
Nu het bewezen geachte met betrekking tot dit voorwerp is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals onder 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op: witwassen, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
10 weken.
Beslag
Verklaart verbeurd:
- Porsche Panamera 2012, kleur zwart, kenteken [kenteken] .
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Frieling, voorzitter, mr. N.E.M. Kranenbroek en
mr. G.A. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.J. Verborg, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 september 2015
BIJLAGE: De tenlastelegging
zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 28
juli 2011 tot en met 29 april 2013, te Nieuwegein, althans in arrondissement
Midden-Nederland, althans (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Spanje,
één of meer voorwerp(en), te weten
- een (personen)auto, merk: BMW type: X6, voorzien van kenteken [kenteken] en/of
- een (personen)auto, merk: Porsche type: Cayenne, voorzien van kenteken
[kenteken] en/of
- een (personen)auto, merk: Porsche type: Panamera, voorzien van kenteken
[kenteken] (in de periode van 24 mei 2012 tot 26 november 2012) en kenteken
[kenteken] (in de periode vanaf 26 november 2012)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet,
althans van die/dat voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, en/of
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld
wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en) is/zijn en/of die/dat
voorwerp(en) voorhanden heeft gehad,
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat
bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van 13 april 2015, pagina 29.
3.Het proces-verbaal verstrekking Rechtshulpverzoek Spanje van 19 mei 2014, pagina 103.
4.Het proces-verbaal inhoudende de verklaring van verdachte van 12 november 2013, pagina 348.
5.Het proces-verbaal van bevindingen 126nd Club [naam] van 2 februari 2015, pagina 68.
6.Het proces-verbaal van 13 april 2015, pagina 33.
7.Het proces-verbaal inhoudende de verklaring van verdachte van 12 november 2013, pagina 348-350.
8.Het proces-verbaal van 13 april 2015, pagina 38.
9.Het proces-verbaal verstrekking Rechtshulpverzoek Spanje van 19 mei 2014, pagina 103.
10.Het proces-verbaal van 13 april 2015, pagina 31.
11.Aankoopnota, pagina 11.
12.Het proces-verbaal van 13 april 2015, pagina 35.
13.Het proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2014, pagina 96.
14.Het proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2014, pagina 97.
15.Het proces-verbaal inhoudende de verklaring van verdachte van 12 november 2013, pagina 352.
16.Het proces-verbaal inhoudende de verklaring van getuige [getuige] van 23 januari 2014, pagina 308.
17.Het proces-verbaal van 13 april 2015, pagina 36.
18.Het proces-verbaal van 13 april 2015, pagina 29.
19.Het proces-verbaal inhoudende de verklaring van verdachte van 12 november 2013, pagina 352.
20.De verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 2 september 2015.
21.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 april 2013, pagina 81 en 82.