ECLI:NL:RBMNE:2015:6852

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 augustus 2015
Publicatiedatum
17 september 2015
Zaaknummer
C-16-383477 - HA ZA 15-27
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldigheid van opzegging van een Service Level Agreement en de gevolgen daarvan

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 augustus 2015 uitspraak gedaan over de rechtsgeldigheid van de opzegging van een Service Level Agreement (SLA) tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eiseres, en Buitenplaats Amerongen B.V., gedaagde. De eiseres had een SLA gesloten met Buitenplaats Amerongen voor schoonmaakwerkzaamheden, die aanvankelijk voor bepaalde tijd was aangegaan, maar na afloop van de termijn automatisch werd verlengd. De rechtbank moest beoordelen of de opzegging door Buitenplaats Amerongen rechtsgeldig was, gezien de bepalingen in de SLA en de algemene voorwaarden die van toepassing waren. De rechtbank concludeerde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat deze niet voldeed aan de contractuele vormvereisten, waaronder de eis van aangetekend schrijven en de opzegtermijn van negen maanden. De rechtbank oordeelde dat de SLA door de opzegging niet was beëindigd en dat Buitenplaats Amerongen verplicht was om aan haar verplichtingen uit de SLA te voldoen tot 28 februari 2017. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres toegewezen en Buitenplaats Amerongen veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/383477 / HA ZA 15-27
Vonnis van 26 augustus 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. H.V. van Seventer te Veenendaal,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUITENPLAATS AMERONGEN B.V.,
gevestigd te Amerongen,
gedaagde,
advocaat mr. F.B. Keulen te Utrecht.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Buitenplaats Amerongen genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 december 2014, inclusief producties
  • de conclusie van antwoord van 31 maart 2015, inclusief producties
  • het tussenvonnis van 15 april 2015
  • de akte wijziging/vermeerdering van eis van 18 juni 2015, inclusief producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is op 12 maart 2013 een Service Level Agreement (SLA) aangegaan met Buitenplaats Amerongen. Op basis van de SLA verricht [eiseres] schoonmaakwerkzaamheden voor de locaties van Buitenplaats Amerongen. De werkzaamheden bestaan uit werkzaamheden op afroepbasis (hierna: variabele werkzaamheden) en werkzaamheden op basis van een vaste aanneemsom (hierna: vaste werkzaamheden).
2.2.
Op pagina 1 van de SLA staat “
dat moet worden voorkomen dat deze SLA rigiditeit van de geformaliseerde afspraken veroorzaakt”. Verder is op pagina 13 van de SLA het volgende opgenomen:

Duur van de overeenkomst:
Deze overeenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd met een looptijd van 2 jaar.
(1-3-2013 – 28-2-2015). Daarna wordt deze voor onbepaalde tijd verlengt met telkens 2 jaar.
2.3.
Op de SLA zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing. In artikel 13 van de algemene voorwaarden is het volgende opgenomen:
“a) De overeenkomst wordt geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij nadrukkelijk anders is overeengekomen.
b) Beëindiging van de overeenkomst kan, door beide partijen, slechts bij aangetekend schrijven geschieden. De opzegtermijn bedraagt in alle gevallen minimaal 9 maanden en vangt aan:
* bij opzegging door aannemer:
- op het moment dat opzegging bij aangetekend schrijven is geschied. (…).
2.4.
Op 10 september 2014 heeft Buitenplaats Amerongen een (niet-aangetekende) brief gestuurd aan [eiseres] . Deze brief bevat de volgende tekst:

Middels deze brief wil ik de overeenkomst voor het schoonmaakonderhoud voor onze locatie, die d.d. 12 maart 2013 is gesloten voor een duur van 2 jaar t/m 28-02-2015, opzeggen. Dit ter bevestiging van ons gesprek van 23 mei jl. waarin ik dit mondeling reeds heb medegedeeld. Ik heb hiermee rekening gehouden met een opzegtermijn van 9 maanden conform artikel 13 van jullie algemene voorwaarden in relatie tot de datum van het gesprek.
Uit respect voor je privé situatie rondom het overlijden van je vader enkele dagen na het gesprek achtte ik het niet gepast dit direct volgend op het gesprek te bevestigen, vandaar dat deze brief nu volgt.
2.5.
In reactie op deze brief heeft (de gemachtigde van) [eiseres] de mondelinge opzegging per brief van 22 september 2014 betwist.
2.6.
Op 12 februari 2015 heeft Buitenplaats Amerongen aan [eiseres] een (niet-aangetekende) brief gestuurd met als onderwerp “
Wijzigingen in samenwerking per 1 maart 2015”. Deze brief bevat de volgende tekst:

Vanaf 1 maart 2015 zullen door uw bedrijf alleen nog de vast aangenomen werkzaamheden uit de Service Level Agreement worden uitgevoerd. Dit betreft dan het schoonmaken van het Zuidpaviljoen en de Stallen voor een vast bedrag van EURO 1.358,70 per maand op de in de SLA op pagina 8 en 9 afgesproken data/tijdstippen. Alle overige werkzaamheden die uw bedrijf op afroepbasis uitvoert voor Buitenplaats Amerongen, zullen op een andere wijze worden ingericht en uitgezet vanaf 1 maart 2015.
(…)
Voornoemde vaste werkzaamheden van het Zuidpaviljoen en de Stallen kunt u uitvoeren tot en met de maand juni 2015, aangezien ik per brief d.d. 10 september 2014 de Service Level Agreement heb opgezegd. Nu de opzegtermijn negen maanden bedraagt en enkel opzegging tegen het einde van een bepaalde periode van overeenkomst niet vereist is, eindigt de termijn van negen maanden d.d. 10 juni 2015. Alsdan bied ik u aan om tot en met de maand juni 2015 voornoemde schoonmaakwerkzaamheden bij Buitenplaats Amerongen uit te voeren.
2.7.
Vanaf 1 maart 2015 is [eiseres] niet meer toegelaten tot de variabele werkzaamheden.
2.8.
Op 11 maart 2015 heeft Buitenplaats Amerongen een aangetekende brief aan [eiseres] gestuurd met als onderwerp “
Voorwaardelijk opzegging van de Service Level Agreement”. Deze brief bevat de volgende tekst:
“Middels deze brief stel ik u in kennis van het feit dat, voor zover nodig en dus met een voorwaardelijk karakter, de Service Level Agreement door Buitenplaats Amerongen wordt opgezegd tegen 11 december 2015.
Wij stellen ons in de conclusie van antwoord op het standpunt dat deze overeenkomst reeds is opgezegd tegen de datum van 10 juni 2015. Echter, indien de rechtbank niet zal meegaan in deze primaire stelling, dan heeft te gelden dat de Service Level Agreement wordt opgezegd middels deze aangetekende brief tegen de datum van 11 december 2015. Daarmee is voldaan aan de vereisten voor de opzegging zoals opgenomen in de algemene voorwaarden van uw bedrijf en welke van toepassing zijn. ”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert na eiswijziging samengevat - het volgende:
I. primair
Buitenplaats Amerongen te veroordelen tot nakoming van haar verplichtingen uit de SLA, meer specifiek Buitenplaats Amerongen te veroordelen tot betaling van zowel de overeengekomen ‘werkzaamheden (vaste aanneemsom)’ ad € 1.644,09 per maand (vanaf 30 juni 2015) als de ‘werkzaamheden op afroepbasis’ met een gemiddelde omzet van € 6.208,27 per maand (vanaf 28 februari 2015), een en ander tot het moment waarop de SLA rechtsgeldig zal zijn geëindigd,
subsidiair
Buitenplaats Amerongen te veroordelen tot het gebruik maken / afroepen van de diensten op afroepbasis op straffe van een dwangsom van € 6.208,27 per maand (vanaf 28 februari 2015) dat zij in gebreke blijft aan de SLA te voldoen tot het moment waarop de SLA zal zijn geëindigd;
II. alsmede te verklaren voor recht dat de SLA door Buitenplaats Amerongen niet eerder kan worden opgezegd dan tegen 28 februari 2017 met inachtneming van een opzegtermijn van negen maanden, tenzij sprake is van een geval van artikel 13 sub c van de algemene voorwaarden;
III. meer subsidiair
Buitenplaats Amerongen te veroordelen de schade aan [eiseres] te vergoeden, nader op te maken bij staat, vanwege het onregelmatig opzeggen en niet nakomen van de SLA;
IV. Buitenplaats Amerongen te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
Aan haar vorderingen legt [eiseres] ten grondslag dat partijen de SLA zijn aangegaan voor bepaalde duur en dat deze SLA alleen kan worden opgezegd tegen het einde van de overeengekomen duur. Verder stelt [eiseres] zich op het standpunt dat een opzegging van de SLA moet voldoen aan de contractuele vormvereisten. Voorts voert [eiseres] aan dat sprake is van één overeenkomst, waarvan de afspraken met elkaar samenhangen. Volgens [eiseres] heeft Buitenplaats Amerongen de SLA niet rechtsgeldig opgezegd zodat de overeenkomst niet is beëindigd en Buitenplaats Amerongen aan haar verplichtingen uit de SLA moet voldoen.
3.3.
Buitenplaats Amerongen voert verweer. Zij voert aan dat zij de SLA rechtsgeldig heeft opgezegd met ingang van 28 februari 2015. Deze opzegging heeft mondeling plaatsgevonden op 23 mei 2014 en is later per brief van 10 september 2014 schriftelijk bevestigd. Subsidiair stelt zij zich op het standpunt dat zij de SLA per brief van 10 september 2014 ofwel per aangetekende brief van 11 maart 2015 heeft opgezegd tegen 10 juni 2015 ofwel 11 december 2015. Daarnaast betoogt Buitenplaats Amerongen dat de SLA in feite uit twee verschillende delen bestaat, namelijk een deel dat ziet op variabele werkzaamheden en een deel dat ziet op vaste werkzaamheden.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kern van het geschil tussen partijen is de vraag of Buitenplaats Amerongen de SLA rechtsgeldig heeft opgezegd. Om die vraag te kunnen beantwoorden is van belang wat partijen zijn overeengekomen over de duur van de SLA en over de mogelijkheden om de SLA op te zeggen.
4.2.
Artikel 13 sub a van de algemene voorwaarden bepaalt dat de SLA wordt geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij nadrukkelijk anders is overeengekomen. In de SLA wordt nadrukkelijk van dit uitgangspunt afgeweken. Op pagina 13 van de SLA is bepaald dat de SLA is aangegaan voor bepaalde tijd met een looptijd van 2 jaar, namelijk van 1 maart t/m 28 februari 2015. Voorts is daar bepaald dat na het verstrijken van deze looptijd de SLA telkens wordt verlengd met 2 jaar. De rechtbank gaat er daarom van uit dat partijen zijn overeengekomen dat de SLA is aangegaan voor bepaalde tijd. Van een andere bedoeling van partijen is niet gebleken.
4.3.
Een voor bepaalde tijd gesloten overeenkomst kan in beginsel niet eenzijdig tussentijds door opzegging worden beëindigd. Artikel 13 lid c van de algemene voorwaarden bevat een afspraak over tussentijdse opzegbaarheid, namelijk in het geval een partij surseance van betaling aanvraagt of failliet wordt verklaard. Daarvan is in dit geval geen sprake. Andere afspraken over tussentijdse beëindiging zijn niet gesteld of gebleken. Evenmin is gesteld of gebleken dat sprake is van onvoorziene omstandigheden. Het voorgaande betekent dat de SLA alleen tegen het einde van de overeengekomen duur kan worden opgezegd. In dit geval is dat 28 februari 2015 of, als vast komt te staan dat de SLA niet tegen die datum is opgezegd, 28 februari 2017. De opzegging door Buitenplaats Amerongen van de SLA met ingang van 10 juni 2015 en de voorwaardelijke opzegging van de SLA met ingang van 11 december 2015 zijn om die reden niet rechtsgeldig. Deze opzeggingen sluiten immers niet aan op de hiervoor genoemde looptijd van de overeenkomst.
4.4.
De rechtbank zal vervolgens beoordelen of de opzegging van de SLA door Buitenplaats Amerongen met ingang van 28 februari 2015 rechtsgeldig heeft plaatsgevonden.
4.5.
Buitenplaats Amerongen stelt in dit verband dat zij de overeenkomst op 23 mei 2014 mondeling heeft opgezegd en dat zij deze opzegging vervolgens per brief van 10 september 2014 schriftelijk heeft bevestigd aan [eiseres] . Buitenplaats Amerongen stelt verder dat zij deze opzegging pas op 10 september 2014 schriftelijk heeft bevestigd, en niet eerder, vanwege privé omstandigheden aan de zijde van de heer [eiseres] . Daarnaast voert Buitenplaats Amerongen aan dat de (mondelinge) opzegging geen verrassing voor [eiseres] kon zijn, gelet op de e-mails die in de aanloop naar het gesprek op 23 mei 2014 zijn gewisseld.
4.6.
Op grond van artikel 13 sub c van de algemene voorwaarden kan beëindiging van de SLA alleen plaatsvinden via aangetekend schrijven. Vaststaat dat de gestelde (mondelinge) opzegging van 23 mei 2014 dus in ieder geval niet conform artikel 13 sub c heeft plaatsgevonden. Verder staat vast dat de opzeggingsbrief van 10 september 2014 niet aangetekend is verstuurd. Bovendien schrijft artikel 13 sub c van de algemene voorwaarden voor dat in alle gevallen een opzegtermijn van negen maanden in acht moet worden genomen. De brief van 10 september 2014 is in dat opzicht (ook) te laat verstuurd om gelding te hebben op 28 februari 2015. Het voorgaande betekent dat de door Buitenplaats Amerongen gestelde opzegging in ieder geval niet voldoet aan de door partijen gemaakte afspraken met betrekking tot opzegging, zodat deze opzegging in beginsel niet rechtsgeldig is.
4.7.
Dat neemt niet weg dat een eventuele (mondelinge) opzegging toch rechtskracht kan hebben indien voor beide partijen evident is dat de verklaring tot opzegging van de zijde van Buitenplaats Amerongen [eiseres] heeft bereikt. De strekking en het doel van de door partijen geformuleerde vormvereisten rondom opzegging zijn immers dat de mededeling van opzegging [eiseres] tijdig bereikt en dat [eiseres] daaruit genoegzaam kan afleiden dat Buitenplaats Amerongen de overeenkomst wenst te beëindigen. Dat ook partijen een zekere flexibiliteit ten aanzien van gemaakte afspraken onderschrijven, blijkt uit het feit dat in de SLA is opgenomen dat rigiditeit van geformaliseerde afspraken moet worden voorkomen.
4.8.
Het ligt dan echter wel op de weg van de partij die zich daarop beroept om haar stelling dát een overeenkomst mondeling is opgezegd te onderbouwen. Dat heeft Buitenplaats Amerongen echter nagelaten. Weliswaar heeft Buitenplaats Amerongen aangevoerd dat in de aanloop naar het gesprek van 23 mei 2014 beëindiging van de SLA ter sprake is gekomen tussen partijen, maar deze stellingen heeft zij op geen enkele wijze onderbouwd. Zij heeft voorts nagelaten stukken te overleggen waaruit een en ander zou blijken. Bovendien heeft [eiseres] die stellingen gemotiveerd betwist.
4.9.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Buitenplaats Amerongen de stelling dat zij de SLA mondeling heeft opgezegd, in het licht van de gemotiveerde betwisting door [eiseres] , onvoldoende heeft onderbouwd, zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. Dit heeft tot gevolg dat niet is komen vast te staan dat Buitenplaats Amerongen de SLA rechtsgeldig heeft opgezegd tegen 28 februari 2015. Dat betekent dat de SLA met ingang van 28 februari 2015 is verlengd met nogmaals 2 jaar en wel tot 28 februari 2017. Tot die tijd dient Buitenplaats Amerongen dan ook aan haar verplichtingen uit de SLA te voldoen.
4.10.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het voorgaande in elk geval betekent dat Buitenplaats Amerongen verplicht is om de vaste werkzaamheden van [eiseres] af te nemen. Ten aanzien van de variabele werkzaamheden begrijpt de rechtbank de stelling van Buitenplaats Amerongen zo dat zij stelt dat zij niet verplicht is om ook de variabele werkzaamheden af te nemen, nu deze werkzaamheden op afroepbasis kunnen worden uitgevoerd. [eiseres] heeft deze stelling gemotiveerd betwist. Zij stelt ten eerste dat de SLA moet worden gezien als één overeenkomst, waarvan de afspraken met elkaar samenhangen. De prijs van de vaste werkzaamheden is tot stand gekomen, doordat [eiseres] ook in staat werd gesteld om daarnaast de variabele werkzaamheden uit te voeren. Ten tweede stelt [eiseres] dat Buitenplaats Amerongen verplicht is om [eiseres] gedurende de overeenkomst van een redelijke hoeveelheid variabele werkzaamheden te voorzien. Verder stelt [eiseres] dat zij een groot deel van haar omzet haalt uit de variabele werkzaamheden.
4.11.
De rechtbank overweegt als volgt. Hoewel de SLA onderscheid maakt in de verschillende typen werkzaamheden, dat wil zeggen vaste en variabele werkzaamheden, volgt noch uit de SLA noch anderszins dat sprake zou zijn van twee aparte overeenkomsten. De rechtbank volgt Buitenplaats Amerongen daarom niet in haar stelling dat de SLA bestaat uit twee delen, maar gaat ervan uit dat sprake is van één overeenkomst.
4.12.
Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien. Indien de rechtbank de stelling van Buitenplaats Amerongen zou volgen, zou dit betekenen dat Buitenplaats Amerongen op elk moment kan stoppen met het afnemen van de variabele werkzaamheden. Dit betekent in feite dat een deel van de overeenkomst toch stopt. In dit geval is echter sprake van één overeenkomst die (met al haar verplichtingen) nog doorloopt tot 28 februari 2017. [eiseres] heeft onbetwist gesteld dat gedurende de looptijd van de overeenkomst altijd ‘variabele’ werkzaamheden zijn uitgevoerd en dat het variabele aspect dus niet zozeer lag in de vraag óf er schoonmaakwerkzaamheden zouden worden uitgevoerd, maar meer in de vraag in welk gedeelte/gebouw van Buitenplaats Amerongen de werkzaamheden zouden plaatsvinden. Dat die stelling van [eiseres] op zichzelf juist is blijkt ook uit het gegeven dat Buitenplaats Amerongen voor de variabele werkzaamheden inmiddels een ander schoonmaakbedrijf heeft ingezet. Daaruit volgt dat de variabele werkzaamheden dus wel een vast onderdeel vormen van de op Buitenplaats Amerongen uit te voeren schoonmaakwerkzaamheden. Buitenplaats Amerongen heeft verder ook geen enkel inhoudelijk verweer gevoerd tegen de door [eiseres] gestelde (gemiddelde) hoogte van deze variabele werkzaamheden, zodat de rechtbank uitgaat van de juistheid van die bedragen.
4.13.
Het voorgaande brengt met zich dat Buitenplaats Amerongen verplicht is om (in elk geval) tot 28 februari 2017 aan haar verplichtingen uit de SLA te voldoen. Dit betekent dat zij zowel verplicht is om de vaste werkzaamheden (waarvan de hoogte € 1.644,09 bedraagt), als de variabele werkzaamheden (waarvan de gemiddelde hoogte in de maanden maart, april en mei € 8.336,84 bedroeg) af te nemen.
4.14.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank daarom de primaire vordering tot nakoming toewijzen. De gevorderde verklaring voor recht zal eveneens worden toegewezen.
4.15.
Buitenplaats Amerongen zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 93,80
- griffierecht 613,00
- salaris advocaat
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.610,80

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Buitenplaats Amerongen tot nakoming van haar verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst van 12 maart 2013, een en ander tot het moment waarop de overeenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
5.2.
verklaart voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst van 12 maart 2013, door Buitenplaats Amerongen niet eerder kan worden opgezegd dan tegen 28 februari 2017 met inachtneming van een opzegtermijn van negen maanden, tenzij sprake is van een geval van artikel 13 sub c van de algemene voorwaarden van [eiseres] ;
5.3.
veroordeelt Buitenplaats Amerongen in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.610,80;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2015. [1]

Voetnoten

1.type: CN4220