Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 april 2015;
- het proces-verbaal van comparitie van 27 juli 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
400,00(2 punten x tarief € 200,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de zorgverlener, een welzijns- en zorgonderneming, betaling van onbetaalde facturen van de gedaagde, die zorg heeft ontvangen op basis van een zorgovereenkomst. De gedaagde heeft de facturen niet betaald omdat hij van mening is dat de zorg niet optimaal is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de zorgovereenkomst is opgezegd door de gedaagde op 15 december 2014, en dat de zorgverlener geen recht heeft op betaling voor de uren die verband houden met de opzegtermijn. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom toegewezen, met uitzondering van een bedrag dat in mindering is gebracht op basis van de opzegging. De wettelijke rente is toegewezen vanaf de datum waarop de gedaagde in verzuim is geraakt, en de gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De uitspraak is gedaan op 16 september 2015.