Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 april 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 31 augustus 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
- tot betaling van € 72.819,70 (de hoofdsom), te vermeerderen met € 3.251,95 aan wettelijke handelsrente over de periode van 1 juli 2014 tot en met 16 januari 2015
- tot betaling van de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 16 januari 2015 tot de voldoening
- tot betaling van € 1.503,95 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten
- tot vergoeding van de proceskosten van HGF III, waaronder de kosten van het conservatoir beslag ter hoogte van € 954,48, en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van dit vonnis.
4.De beoordeling
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)