ECLI:NL:RBMNE:2015:6567

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2015
Publicatiedatum
4 september 2015
Zaaknummer
4247928 LV EXPL 15-39
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eenzijdige wijziging van functie en salaris door werkgever in strijd met CAO

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 september 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en TSN Thuiszorg B.V. [eiseres] vorderde dat TSN zou worden verboden om verder uitvoering te geven aan de eenzijdige wijziging van haar functie en salaris, die per 18 mei 2015 was doorgevoerd. De wijziging was ingegeven door financiële problemen bij TSN, die als gevolg van gewijzigde indicaties en tariefdalingen in de thuiszorgsector, haar medewerkers moest belonen conform de CAO. [eiseres] was van mening dat deze wijziging in strijd was met de CAO en dat er geen eenzijdig wijzigingsbeding in haar arbeidsovereenkomst was opgenomen. De kantonrechter oordeelde dat de wijziging van de functie en het salaris van [eiseres] een eenzijdige wijziging betrof die niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter stelde vast dat [eiseres] feitelijk geen ADL-werkzaamheden meer verrichtte, maar dat dit niet aan haar kon worden tegengeworpen. De rechter oordeelde dat TSN niet gerechtigd was om de functie en beloning van [eiseres] eenzijdig te wijzigen, en dat de wijziging niet in overeenstemming was met de bepalingen van de CAO. De vorderingen van [eiseres] werden toegewezen, en TSN werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris en de wettelijke verhoging en rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
Vonnis in kort geding van 2 september 2015
in de zaak met zaaknummer / rolnummer 4247928 / LV EXPL 15-39 van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde mr. E.H. Bruggink,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TSN THUISZORG B.V.,
gevestigd te Almelo,
gedaagde, hierna ook te noemen: TSN,
gemachtigde mr. Y.M. Nijhuis.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het exploot d.d. 9 juli 2015 houdende een vordering tot het treffen van een voorziening bij voorraad, met de producties 1 tot en met 13;
- de door [eiseres] nagezonden producties 14 en 15;
- de conclusie van antwoord van TSN met de producties 1 tot en met 41;
  • de door TSN nagezonden producties 42 en 43;
  • de pleitnotitie van [eiseres] ;
  • de pleitnotitie van TSN.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2015 te Lelystad. [eiseres] is verschenen tezamen met mr. E.H. Bruggink. Namens TSN zijn mevrouw
[A] (bedrijfsjurist), mevrouw [B] (HR-manager), de heer [C] (algemeen directeur) en de heer [D] (directeur HR) verschenen, bijgestaan door mr. Y.M. Nijhuis.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] , geboren op [1953] , is op 4 november 1999 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij een van de rechtsvoorgangers van TSN.
2.2.
Aanvankelijk is [eiseres] (bij een rechtsvoorganger van TSN) in dienst getreden als Thuishulp A. Met ingang van 1 juli 2000 is de functie van [eiseres] gewijzigd naar Verzorgende B. In 2007 is de functiebenaming van [eiseres] aangepast naar Thuishulp B (deze functie is inhoudelijk niet anders dan die van Verzorgende B). De bij de functie behorende beschrijving luidt als volgt:
Begeleiden bij ADL-werkzaamheden:
- helpt de cliënt bij aan- en uitkleden, baden en douchen, in- en uit bed komen, lopen en toiletgang;
- helpt bij het aantrekken van elastische kousen;
- stimuleert de zelfredzaamheid van de cliënt op gebied van ADL-activiteiten.
Verrichten van huishoudelijke werkzaamheden:
- verzorgt huis en huisraad, kleding en wasgoed;
- helpt bij of zorgt voor de maaltijdbereiding en verricht hieruit voortvloeiende werkzaamheden zoals tafel dekken, opruimen en afwassen;
- stimuleert de zelfredzaamheid van de cliënt op het gebied van huishoudelijke werkzaamheden.
Verrichten van overige werkzaamheden:
- overlegt met de cliënt over de volgorde van de te verrichten werkzaamheden;
- signaleert veranderingen op het gebied van gezondheid en welbevinden van de cliënt en rapporteert deze aan de operationeel manager;
- registreert de verleende zorg in het zorgdossier.
2.3.
In november 2008 is [eiseres] bij TSN in dienst getreden. TSN is de grootste thuiszorgorganisatie op het gebied van WMO dienstverlening, met name hulp bij het huishouden, van Nederland. Zij levert hulp bij het huishouden als bedoeld aan circa 50.000 cliënten. Hiertoe heeft zij met circa 300 gemeenten waar zij huishoudelijke zorg levert een overeenkomst gesloten. Bij TSN zijn circa 13.000 werknemers in dienst.
2.4.
Bij het indiceren voor hulp bij het huishouden maken gemeenten, welke met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2007 verantwoordelijk zijn geworden voor de inkoop en uitvoering van de hulp in het huishouden, een onderverdeling in twee typen. Het eerste type betreft Huishoudelijke Hulp 1 (HH1) en omvat zuiver huishoudelijke werkzaamheden. Het tweede type betreft Huishoudelijke Hulp 2 en omvat alle huishoudelijke werkzaamheden die bij type HH1 behoren, maar omvat daarnaast met name ook de dagelijkse organisatie van het huishouden en het stimuleren van de zelfredzaamheid van een cliënt.
2.5.
Gemeenten hebben hun indicaties versoberd. Daar waar de verhouding in geleverde hulp bij het huishouden in 2007 lag op ongeveer 20% HH1 en 80% HH2, is deze verhouding thans 80% HH1 en 20% HH2.
2.6.
[eiseres] was ingedeeld in salarisschaal FWG 25.
2.7.
Op de arbeidsovereenkomst met [eiseres] is de CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuishulp 2014-2016 van toepassing. Deze CAO, een standaard-CAO, is per 3 maart 2015 algemeen verbindend verklaard.
2.8.
In het protocol van de CAO staat onder meer:
Minimumsalaris Hulp bij het Huishouden
Mede door de aangekondigde bezuinigingen, die gepaard gaan met de invoering van de nieuwe Wmo per 1 januari 2015, is er al geruime tijd sprake van een trend van tariefdaling. Het inkoopbeleid van gemeenten resulteert in grote druk op de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden van de werknemers in de Hulp bij het Huishouden. Werkgevers- en werknemersorganisaties namen eerder al het initiatief om een dienstencheque te lanceren. Het idee is door het Kabinet overgenomen en heeft vorm gekregen door de recente regeling van het Kabinet, de Huishoudelijke Hulp Toelage. CAO-partijen constateren echter dat er binnen dit deel van de VVT sector een ernstige situatie is ontstaan, die kan leiden tot verder afkalving van de tarieven en beloningen en uiteindelijk tot grootschalige ontslagen. Partijen delen het standpunt dat deze trend moet worden gestopt. Hiertoe achten zij het volgende van eminent belang:
a. partijen zijn van mening dat gemeenten gunningen in het kader van de Wmo Hulp bij het Huishouden slechts kunnen doen aan partijen die de CAO VVT onverkort toepassen.
b. partijen zijn van mening dat binnen de Wmo Hulp bij het Huishouden concurrentie op arbeidsvoorwaarden zo veel als mogelijk moet worden voorkomen. De afspraken zoals gemaakt in deze CAO sluiten hierop aan.
c. partijen zijn van mening dat er sprake moet zijn van een sector minimumsalaris voor (directe) Hulp bij het Huishouden dat ligt boven het niveau van het wettelijk minimum loon.
d. partijen definiëren de directe Hulp bij het Huishouden als een medewerker die uitsluitend of in hoofdzaak uitvoerende werkzaamheden verricht bij cliënten in het kader van huishoudelijke verzorging. De karakteristiek van deze functie wordt ontleend aan de kernelementen van de huidige functies hulp bij het huishouden FWG 10 en 15 (zie hieronder).
e. De directe medewerkers Hulp bij het Huishouden, ingeschaald op FWG 10 en 15 niveau, krijgen een salaris conform de nieuw te creëren HH schaal die wordt geïntroduceerd. Inschaling vindt horizontaal plaats, dan wel op het naast hoger gelegen bedrag.
f. De onder (e) genoemde afspraak is van kracht op nieuwe overeengekomen contracten tussen gemeenten en Wmo aanbieders per 1 januari 2015 die op of vanaf die datum worden vastgesteld respectievelijk in werking treden.
g. Om de kosten van het opnemen van deze schaal in de algemeen verbindend te verklaren CAO VVT te kunnen dragen is het noodzakelijk dat deze nieuwe schaal ook door alle gemeenten in Nederland bij hun inkoopbeleid wordt gehanteerd.
Om deze reden wordt de invoering van deze afspraak afhankelijk van de inwerkingtreding van een AMvB van het Kabinet op korte termijn. Hierin dient te worden bepaald dat de vaststelling van Wmo tarieven voor Wmo gefinancierde voorzieningen is gebaseerd op de kostenbepalende factoren, waaronder de CAO-VVT. Deze AMvB dient betrekking te hebben op nieuwe contracten tussen gemeenten en Wmo aanbieders per 1 januari 2015, alsmede op gewijzigde en/of verlengde contracten die op of vanaf die datum worden vastgesteld resp. in werking treden. Hiermee wordt voorkomen dat werkgevers worden geconfronteerd met kosten die zij financieel niet kunnen dragen. Voor werknemers wordt voorkomen dat hun arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid wederom (verder) onder druk zouden komen te staan. Met een dergelijke AMvB wordt dus een win-win situatie gecreëerd voor werknemers en werkgevers. Immers werkgevers kunnen een gezonde bedrijfsvoering realiseren en voor werknemers wordt de neerwaartse spiraal in de arbeidsvoorwaarden voorkomen.
h. Het niet meer inzetten van een alfahulpconstructie is een voorwaarde voor het slagen van de afspraken over de minimumwaardering Hulp bij het Huishouden.
2.9.
Volgens Hoofdstuk 3 van de CAO geldt een systeem van functiewaardering als basis voor de beloning van werknemers. In artikel 3.1. staat onder meer:
Functiewaardering
Vervalt per 1 januari 2016
1. Je functie is door je werkgever op basis van het actuele computerondersteunende systeem FWG ingedeeld in één van de functiegroepen 5 tot en met 80. (…)
2. De wijze van (her)indelen van je functie en de procedure die daarbij gevolgd wordt, is vastgesteld in Hoofdstuk 11 Functiewaardering. Lid 1 van dit artikel is daarbij ook van toepassing.
(…)
2.10.
Hoofdstuk 11 van de CAO heeft betrekking op functiewaardering en voorziet in een procedure in het geval van herindeling van een functie. Daarin staat onder meer, voor zover hier van belang, het navolgende:
Artikel 11.1 Uitgangspunten FWG
1. Je functie is door je werkgever op basis van het actuele computerondersteunende systeem FWG 3.0 ingedeeld in één van de functiegroepen 5 t/m 80.
Artikel 11.2 Herindeling
1. Na de eerste indeling van functies volgens het functiewaarderingssysteem zullen zich regelmatig
situaties voordoen, waarin (indeling of) herindeling van functies moet plaatsvinden. De in dit
Hoofdstuk opgenomen herindelingsprocedure kan niet eerder starten dan één jaar na de datum van
het (her)indelingsbesluit waarbij de functie als laatste is vastgesteld bij de (her)indeling.
2. Uitgangspunten voor een herindeling:
a. Als cao-partijen na de introductie van het functiewaarderingssysteem FWG VVT
overeenkomen om het systeem of de systeeminhoud aan te passen, dan moet je werkgever
overgaan tot heroverweging van (een) bestaande functie-indeling(en) zodra sprake is van
aanpassingen die direct betrekking hebben op die bestaande functie-indeling(en).
b. Je werkgever moet tot toetsing of heroverweging van (een) functie-indeling(en) overgaan, als
sprake is van een wezenlijke verandering van de inhoud van (een) functie(s). Voor de
herindeling maakt de werkgever gebruik van de procedure uit dit hoofdstuk.
Er is sprake van een wezenlijke verandering van je functie wanneer redelijkerwijs
verondersteld mag worden dat je functie-inhoud en/of functie-eisen niet meer aansluiten bij de
meest recente beschrijving van je functie of indelingsniveau op basis van een (her)indeling.
3. Als je werkgever je nieuwe functie voorlopig heeft ingedeeld, kan je zes maanden na deze
voorlopige indeling een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot herindeling indienen. Vervolgens
zal je werkgever binnen drie maanden overgaan tot het starten van de herindelingsprocedure.
Artikel 11.3 Herindelingsprocedure
1. Op basis van de in artikel 11.2 omschreven aanleidingen kan jij en/of je werkgever het initiatief
nemen tot het starten van een herindelingsprocedure.
Fasen herindeling 2. De herindelingsprocedure vindt plaats in de volgende fasen:
a. Fase 1:
- Je werkgever (of een door je werkgever daartoe aangewezen functionaris) toetst het
initiatief tot herindeling.
- Eventueel geeft je werkgever een nadere overweging of er gevolgen zijn van wijzigingen
van en/of aanvullingen op het systeem en zo ja welke dit zijn.
- Bij de beoordeling of sprake is van een wezenlijke verandering van de functie-inhoud
dient de inhoud van je functie te worden geïnventariseerd. Hierna kan worden vastgesteld
in hoeverre wijziging van het als laatste vastgestelde indelingsniveau noodzakelijk is.
b. Fase 2:
- Je werkgever legt de functiebeschrijving aan je voor. Je werkgever houdt hierbij rekening
met de inhoud van artikel 11.4 (vaststellen functiebeschrijving).
c. Fase 3:
- Je werkgever stelt de waardering van je functie vast en biedt deze aan je aan. Je werkgever
houdt hierbij rekening met de inhoud van artikel 11.5 (waardering en indeling van de
functie).
Artikel 11.4 Vaststellen functiebeschrijving
1. Je werkgever neemt een voorlopig besluit over je functiebeschrijving en legt dit aan je voor. Als je niet instemt met dit voorlopige besluit kun je bezwaar maken bij je werkgever.
3. Je moet je bezwaar schriftelijk en gemotiveerd bij je werkgever indienen.
4. Je moet het bezwaar binnen een termijn van 30 dagen of binnen de met de Ondernemingsraad
overeengekomen termijn indienen.
5. Je werkgever vraagt binnen 14 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift advies in bij de door
hem ingestelde Interne Bezwaren Commissie FWG (IBC-FWG).
De taak, samenstelling en werkwijze van de IBC-FWG wordt vastgelegd in een tussen je
werkgever en de Ondernemingsraad overeengekomen reglement.
6. Je werkgever beslist en informeert je schriftelijk binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van
het advies van de IBC-FWG over je bezwaarschrift definitief over de vaststelling van je
functiebeschrijving. Eventueel geldt binnen de instelling een afwijkende termijn die met de
Ondernemingsraad is overeengekomen.
7. Het besluit van je werkgever in het vorige lid betekent het einde van de procedure binnen de instelling voor de vaststelling van je functiebeschrijving.
8. Als je het niet eens bent met het definitieve besluit van je werkgever is er sprake van een geschil over de arbeidsovereenkomst.
11.6
Deskundigenoordeel
Als je na het doorlopen van de interne bezwarenprocedure het niet eens bent met de definitieve indeling van je functie, kan je een deskundigenoordeel aanvragen bij de systeemhouder FWG. (…)
2.11.
Vanaf het moment dat [eiseres] Thuishulp B is geworden, heeft zij nimmer
ADL-werkzaamheden verricht. Het basisuurloon van [eiseres] bedroeg tot voor kort (conform salarisschaal FWG25) € 14,36 bruto.
2.12.
In de functieomschrijving van TSN voor Huishoudelijke Hulp, ingedeeld in salarisschaal FWG 10, staat, voor zover hier van belang:
Uitwerking in activiteiten
Huishoudelijke dienstverlening
- Heeft contacten met de cliënt met betrekking tot de uit te voeren huishoudelijke werkzaamheden (o.a. volgorde en prioritering afspreken);
- Verzorgt de woning (stof afnemen, stofzuigen, ramen lappen, dweilen etc.);
- Verzorgt kleding en linnengoed (wassen, drogen, strijken);
- Meldt duidelijk in het oog vallende zaken bij de leidinggevende;
- Doet op aangeven van de cliënt boodschappen voor/met de cliënt, indien van toepassing;
- Ondersteunt bij het opwarmen van de maaltijd op aangeven van de cliënt, indien van toepassing;
- Verzorgt het accorderen van uren via de digitale portal van TSN of door in te bellen bij de cliënt.
2.13.
In de functieomschrijving van TSN voor Huishoudelijke Hulp A, ingedeeld in salarisschaal FWG 15, staat, voor zover hier van belang:
Uitwerking in activiteiten
Huishoudelijke dienstverlening & organisatie huishouden
- De Huishoudelijke Hulp A overlegt met de cliënt over zijn/haar eigen mogelijkheden en stemt de te verrichten werkzaamheden en de volgorde van het werk af;
- Organiseert en verricht huishoudelijke activiteiten (voeren van regie over het huishouden); voert alle taken uit die benodigd zijn volgens de werklijst voor schoonmaak en hygiëne van huis, huisraad, kleding en linnengoed;
- Stimuleert de zelfredzaamheid, nodigt cliënt uit om mee te doen waar mogelijk;
- Let op cliënten die meehelpen bij huishoudelijke werkzaamheden;
- Verzorgt het interieur van de woning (stof afnemen, stofzuigen, ramen lappen, dweilen, bedden opmaken etc);
- Verzorgt kleding en linnengoed (wassen, drogen, strijken);
- Kan indien nodig ondersteunen bij het (voor)bereiden van (brood)maaltijden;
- Helpt indien nodig bij de opvang van kinderen, zoals het bezighouden van kinderen en het smeren van brood;
- Doet boodschappen voor/met cliënt indien van toepassing;
- Bekijkt indien van toepassing samen met de cliënt de binnengekomen post en spreekt af hoe de cliënt dit verder oppakt;
- Verzorgt het accorderen van uren via de digitale portal van TSN of door in te bellen bij de cliënt.
2.14.
TSN heeft (telkens na amortisatie) in 2012 een verlies geleden van 7 miljoen euro, in 2013 van meer dan 7 miljoen euro en in 2014 bijna 9 miljoen euro. Als gevolg van voornoemde verliezen is het eigen vermogen van TSN in 2014 negatief geworden en gedaald naar 3,8 miljoen euro negatief. De verwachting is dat TSN bij ongewijzigd beleid in 2015 zal afstevenen op een verlies van bijna 13 miljoen euro.
2.15.
Teneinde het tij te keren heeft TSN onder meer de maatregel 'belonen conform CAO' ingezet.
2.16.
Bij brief van 22 april 2015 heeft TSN het volgende, voor zover hier van belang, aan [eiseres] geschreven:
Geachte mevrouw [eiseres] ,
Naar aanleiding van het bericht dat TSN uw werkzaamheden gaat belonen conform CAO bevestigen wij u hierbij de volgende aanpassing van uw arbeidsovereenkomst per 18 mei 2015.
Artikel 1. Functie en salaris
1. Werknemer vervult de functie van Huishoudelijke Hulp en Huishoudelijke hulp A.
2. Werknemer zal voor de uren die werknemer verricht als Huishoudelijke Hulp een salaris
ontvangen conform CAO, te weten € 10,27 bruto per uur. Werknemer is ingedeeld in
salarisschaal FWG 10, periodiek 4.
Indien het bruto uurloon van werknemer onder het geldende wettelijk minimum loon valt, zal het
bruto uurloon bij de salarisbetalingen opgehoogd worden gelijk aan het dan geldende Wettelijk
Minimum Loon conform Artikel 8 lid 1 sub a WML.
3. Werknemer zal voor de uren die werknemer verricht als Huishoudelijke Hulp A een salaris
ontvangen conform CAO, te weten € 12,77 bruto per uur. Werknemer is ingedeeld in
salarisschaal FWG 15, periodiek 8. Indien het bruto uurloon van werknemer onder het geldende
wettelijk minimum loon valt, zal het bruto uurloon bij de salarisbetalingen opgehoogd worden
gelijk aan het dan geldende Wettelijk Minimum Loon conform Artikel 8 lid 1 sub a WML.
4. Onder omstandigheden kan werknemer worden verplicht andere werkzaamheden dan
overeengekomen te verrichten, indien en voor zover dit redelijkerwijs van werknemer kan worden
gevergd; daarbij zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met zijn normale
werkzaamheden
2.17.
In een brief van gelijke datum heeft TSN voorts, voor zover hier van belang, aan [eiseres] geschreven:
Gisteren ben je via e-mail of brief geïnformeerd dat TSN jouw werkzaamheden vanaf periode 6 zal
belonen conform CAO. In deze brief lees je wat dit voor jou persoonlijk betekent.
Ingang beloning werkzaamheden conform CAO
Vanaf periode 6 gaat TSN je werkzaamheden belonen conform CAO. Dit betekent dat de uren die je
werkt als Huishoudelijke Hulp (HH1-werkzaamheden) worden betaald in de bijbehorende FWG 10 schaal en de uren die je werkt als Huishoudelijke Hulp A (HH2-werkzaamheden) in de bijbehorende FWG 15 schaal. Deze verandering zie je op je loonstrook vanaf de salarisbetaling van P6 op 10 juni 2015. In de bijlage bij deze brief vind je een voorbeeld loonstrook.
Jouw situatie
Loon
Je bent op dit moment ingeschaald in FWG25 met een bruto uurloon van € 14,36 en ontvangt voor zowel HH1- als HH2- werkzaamheden dit uurloon. Vanaf P6 gaat dit veranderen:
* de uren die je werkt als Huishoudelijke Hulp ( HH1-werkzaamheden) worden betaald in FWG10.
Voor jou is dat € 10,27 bruto per uur.
* de uren die je werkt als Huishoudelijke Hulp A (HH2-werkzaamheden) worden betaald in FWG
15. Voor jou is dat € 12,77 bruto per uur.
Voor zover van toepassing, behoud je op de periodiekdatum je recht op een periodieke verhoging in deze schalen.
Uren
Je hebt een contract voor (minimaal) 31,00 uren per week. De afgelopen drie perioden heb je gemiddeld 36,68 % HHI-werkzaamheden en 63,32 % HH2-werkzaamheden per week verricht. Dit is voor ons het uitgangspunt bij zowel de verdeling van de werkzaamheden HH1 en HH2 als voor de bepaling van de afbouwregeling. TSN zal deze verdeling zoveel mogelijk in stand proberen te houden en gezien de financiële gevolgen er naar streven je meer uren HH2 te bieden.
Financiële gevolgen
Door de wijziging in je loon in combinatie met het aantal uren dat je als Huishoudelijke Hulp (FWG 10) en Huishoudelijke Hulp A (FWG 15) werkzaam bent, krijg je te maken met een verlaging van je periode salaris van 15% tot 20%. Op basis van voormelde verdeling komt dat neer op een bedrag van € 310,88 bruto per periode. Indien de verdeling van HHI- en HH2-werkzaamheden anders wordt, verandert ook het bedrag.
Om deze teruggang te verzachten is een afbouwregeling getroffen. Op grond van deze regeling maak je aanspraak op een totaalbedrag van € 664,10 bruto. Dit bedrag zal in 5 keren aan jou worden uitbetaald.
Dat betekent concreet voor jou het volgende:
Periode 6: € 199,23 bruto
Periode 7: € 166,03 bruto
Periode 8: € 132,82 bruto
Periode 9: € 99,62 bruto
Periode 10: € 66,41 bruto
2.18.
In het bijbehorende formulier Vraag en antwoord ‘Werkzaamheden belonen conform CAO’ FWG 15 en hoger staat, voor zover hier van belang, het volgende:
Functie
Waarom heb ik een nieuwe functiebenaming?
Je verricht al jaren HH1 en/of HH2 werkzaamheden. De functiebenamingen die passend zijn bij deze werkzaamheden zijn Huishoudelijke Hulp voor HHI-werkzaamheden (FWG 10) en Huishoudelijke Hulp A voor HH2-werkzaamheden (FWG 15). De functiebeschrijvingen kun je vinden in de Infotheek.
Salaris
Hoe is de inschaling in FWG 10 en FWG 15 bepaald?
De functie van Huishoudelijk Hulp is ingeschaald in functiegroep FWG 10 en de functie van
Huishoudelijke Hulp A in functiegroep FWG 15. Deze bestaande functies zijn getoetst op actualiteit.
FWG, het bureau voor functiewaardering in de zorg, heeft bevestigd dat de huidige inschaling juist is.
Dat betekent het volgende:
(…)
Als je ingeschaald was in FWG 20 of hoger, dan ga je voor de uren die je als Huishoudelijke Hulp A werkzaam bent horizontaal over naar FWG 15. Dit betekent dat je hetzelfde uurloon ontvangt of indien dit uurloon niet voorkomt, je het maximum van FWG 15, ontvangt. Voor de uren die je werkzaam bent als Huishoudelijke Hulp ontvang je het maximum van FWG 10. Je uurlonen staan in de brief vermeld.
Hoe wordt mijn loon per periode bepaald?
Iedere periode wordt, op basis van de geaccordeerde planningen, vastgesteld hoeveel uren HH1 en HH2 werkzaamheden je hebt verricht. De uren die je als Huishoudelijke Hulp werkt (HHI) krijg je uitbetaald tegen je FWG 10 uurloon. De uren die je als Huishoudelijke Hulp A werkt (HH2) tegen je FWG 15 uurloon.
Iedere periode ontvang je over al je contracturen het FWG 10 uurloon. Als je in een periode ook HH2 uren hebt gewerkt, worden deze de volgende periode uitbetaald tegen FWG 15 uurloon. (…)
2.19.
[eiseres] heeft vervolgens aangegeven dat zij zich niet met de wijziging kan verenigen.
2.20.
Na enige correspondentie hebben partijen op 5 juni 2015 met elkaar gesproken over de voorgestelde wijziging.
2.21.
Na ontvangst van haar salaris van periode 6-2015, waarbij de salariswijziging is toegepast, heeft [eiseres] TSN gesommeerd over te gaan tot aanvulling van haar salaris tot haar gebruikelijke loon.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
a. TSN verbiedt om verder uitvoering te geven aan de herindeling van de functie van [eiseres] en de daarmee gepaard gaande herindeling van het salaris van [eiseres] volgens de brief van 22 april 2015, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat TSN het verbod overtreedt;
b. TSN opdraagt om de ter uitvoering van deze brief reeds ingehouden loonbedragen van
€ 507,16 bruto over de periode 6-2015 aan [eiseres] na te betalen, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat TSN in gebreke blijft het loon tijdig en volledig te voldoen, waarbij tijdige voldoening niet meer mogelijk is wanneer de eerste dag van de volgende periode is aangebroken;
c. TSN veroordeelt tot betaling van de wettelijke verhoging over het onder b. genoemde bedrag;
d. TSN veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente over de onder b. en c. genoemde bedragen vanaf de dag der dagvaarding;
e. TSN veroordeelt tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 76,07;
f. TSN veroordeelt tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag, nu geen eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen, dat dient te worden teruggevallen op goed werkgeverschap en goed werknemerschap. Daaraan gaat volgens [eiseres] de vraag vooraf hoe de beslissing van TSN om de functie van en het salaris van [eiseres] te wijzigen zich verhoudt tot de in de CAO voorkomende (normatieve) bepalingen over functie-indeling, functiewaardering en beloning. Volgens [eiseres] moet deze vraag gelijkluidend worden beantwoord als in de Vérian-uitspraak (rechtbank Gelderland 26 juni 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4171). Ook indien wordt getoetst aan artikel 7:611 BW is de eenzijdige wijziging van haar functie en salaris ontoelaatbaar, aldus [eiseres] .
3.3.
TSN stelt zich primair op het standpunt dat zij de functie van [eiseres] niet (eenzijdig) heeft gewijzigd of heringedeeld. Volgens TSN luidde de functie van [eiseres] tot voor kort weliswaar (formeel) Verzorgingshulp B dan wel (HV) Thuishulp B, maar [eiseres] verricht al sinds 2006 de werkzaamheden aangaande de hulp bij het huishouden type HH1 en type HH2 en daarmee de taken die horen bij de functie van Huishoudelijke Hulp (A). TSN heeft dan ook slechts de functienaam bevestigd die behoort bij de werkzaamheden die [eiseres] al jarenlang verricht. Veel medewerkers van TSN (circa 4.300) verrichten, net als [eiseres] , al jarenlang de werkzaamheden die horen bij de functie van Huishoudelijke Hulp (A) maar zijn, ondanks het feit dat TSN sinds 2009 de functieomschrijvingen van Huishoudelijke Hulp (A) met bijbehorende inschaling (in FWG 10 respectievelijk FWG 15) hanteert, (veel) hoger ingeschaald dan waarop zij conform de CAO recht hebben. Deze mismatch tussen werkzaamheden en beloning is vanuit het verleden en als gevolg van de geleidelijke herindicering van HH2 naar HH1 door de gemeenten zo gegroeid. Tot voor kort had TSN de hoop dat de overheid en/of gemeenten zouden ingrijpen in de hulp bij het huishouden door bijvoorbeeld bij AMvB minimumtarieven vast te stellen. Die hoop is vervlogen. Omdat de continuïteit van TSN thans ernstig in gevaar is, is TSN tot het besluit gekomen om in te grijpen in de beloning van haar medewerkers en om haar medewerkers te gaan belonen conform de CAO voor het werk dat zij doen. TSN wijst er op dat zij hiertoe overigens ook gehouden is omdat het een standaard cao betreft.
3.4.
Op hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht zal bij de beoordeling nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De aard van de vordering brengt mee dat [eiseres] daarbij een spoedeisend belang heeft.
4.2.
In dit kort geding moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopen daarop door toewijzing reeds nu gerechtvaardigd is.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat aan het beroep van [eiseres] op de Vérian-uitspraak voorbij dient te worden gegaan nu in die uitspraak sprake is van andere feiten en omstandigheden dan in de onderhavige zaak. Anders dan in de onderhavige zaak stelde Vérian (eveneens een thuiszorgorganisatie) zich immers op het standpunt dat er sprake was van verval van de functies Thuishulp A en Verzorgingshulp B terwijl tijdens de zitting bleek dat de medewerkers die benoemd waren in die functies de bij die functies behorende werkzaamheden zijn blijven verrichten. Aangezien in de onderhavige zaak door [eiseres] niet is betwist dat zij niet meer alle werkzaamheden behorende bij de functie Thuishulp B uitvoert, te weten de ADL-werkzaamheden, gaat reeds om deze reden een beroep op de Vérian-uitspraak niet op.
4.4.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of sprake is van een eenzijdige wijziging van de functie en zo ja, of dit gerechtvaardigd is. Voor de beantwoording van deze vraag dient naar het oordeel van de kantonrechter de functie waarin [eiseres] is benoemd als uitgangspunt te worden genomen, met de daarbij behorende functie-inhoud en de aan die functie toegekende loonschaal (Thuishulp B met salarisschaal FWG25). Bij deze functie van Thuishulp B horen kort gezegd zowel huishoudelijke taken als verzorgende taken (de zogenaamde ADL-werkzaamheden). De enkele omstandigheid dat, zoals TSN heeft gesteld, [eiseres] feitelijk sedert jaren geen werkzaamheden meer verricht die horen bij de functie van Thuishulp B en daardoor sprake is van een “mismatch” tussen de werkzaamheden die feitelijk worden verricht en het salaris, is een omstandigheid die niet aan [eiseres] kan worden tegengeworpen. Dat de functie van Thuishulp B niet voorkomt in het functiegebouw van TSN, zoals TSN heeft aangevoerd, en zij de zogenaamde ADL-werkzaamheden kennelijk sinds jaren laat verrichten door andere medewerkers, is een keuze (geweest) van TSN, maar daarmee is de functie van [eiseres] alsmede de daarbij gehorende salariëring geen andere geworden dan voordien het geval was. Door de functiebenaming vanaf 1 juni 2015 aan te passen naar die van Huishoudelijke Hulp/Huishoudelijke Hulp A en [eiseres] overeenkomstig de daarbij behorende functieschaal te gaan belonen, is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook sprake van een eenzijdige wijziging van de functie van [eiseres] met als gevolg dat tevens sprake is van eenzijdige wijziging in haar beloningsniveau. De stelling van TSN dat van een eenzijdige wijziging geen sprake is omdat zij conform de bepalingen van de CAO VVT de medewerkers dient te bezoldigen en van deze standaard CAO afwijkende (belonings-)afspraken nietig zijn, geeft geen reden om anders te oordelen. De CAO schrijft weliswaar voor dat, zoals in dit geval, een medewerker die is benoemd als Huishoudelijke Hulp danwel als Huishoudelijke Hulp A volgens de functieschalen FWG10 respectievelijk FGW15 dient te worden bezoldigd, maar nu [eiseres] niet als zodanig is benoemd kan TSN niet met een beroep op de CAO [eiseres] conform die functies gaan bezoldigen. De artikelen 3.1 en 3.2 van de CAO zijn hiervoor niet bedoeld. Enkel indien een werknemer door een werkgever ingevolge een daartoe gemaakte afspraak wordt bezoldigd volgens een schaal die niet overeenkomstig de waardering van die functie is, is een dergelijke afspraak nietig. Van een dergelijke situatie is in het onderhavige geval geen sprake.
4.5.
Nu TSN [eiseres] uitsluitend wenst in te zetten op huishoudelijke taken is TSN in het specifieke geval van [eiseres] aangewezen op de herindelings-procedure zoals is opgenomen in hoofdstuk 11 van de CAO. In artikel 11.2 lid 2 onder b van dit hoofdstuk is bepaald dat TSN tot heroverweging van een (functie)-indeling moet overgaan als sprake is van een wezenlijke verandering van de inhoud van een functie. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit laatste het geval. TSN stelt zich immers op het standpunt dat [eiseres] zowel HH1 als HH2 werkzaamheden verricht en dient te blijven verrichten welke horen bij de functie van Huishoudelijke Hulp respectievelijk Huishoudelijke Hulp A en dat van het verrichten van verzorgende taken die naast de huishoudelijke werkzaamheden behoren tot de functie van Thuishulp B, geen sprake (meer) is of kan zijn.
4.6.
TSN heeft weliswaar aangevoerd dat de herindelingsprocedure niet tot een ander resultaat cq. een andere functie-indeling zal leiden maar hieraan wordt voorbijgegaan. [eiseres] zal volgens TSN ook in dat geval worden ingedeeld in de functie van Huishoudelijke Hulp en Huishoudelijke Hulp A en worden ingeschaald in FWG 10 respectievelijk FWG 15. De kantonrechter overweegt dat deze stelling niet is onderbouwd door TSN en dat die situatie ook niet is te voorzien. Bovendien wordt aan [eiseres] door het niet volgen van de herindelingsprocedure de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift alsmede een beoordeling door deskundigen zoals genoemd in artikel 11.6, onthouden.
4.7.
Het verweer van TSN dat zij zich niet kan veroorloven om (voor circa 13.000 medewerkers) thans een dergelijke procedure te doorlopen wordt ook gepasseerd omdat reeds geruime tijd de vergoedingen onder druk staan en de slechte financiële situatie van TSN niet iets is van de laatste maanden maar zich al een aantal jaren voordoen. Daarop had door TSN kunnen maar ook moeten worden geanticipeerd.
4.8.
Subsidiair, voor zover sprake is van een eenzijdige wijziging, meent TSN dat sprake is van dusdanig gewijzigde omstandigheden dat zij aanleiding heeft kunnen vinden tot het belonen conform de CAO VVT c.q. dat zij een dusdanig zwaarwichtig belang heeft bij het belonen conform de CAO dat [eiseres] op grond van het goed werknemerschap gehouden is de wijziging van arbeidsvoorwaarden te accepteren en dat de belangen van [eiseres] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid hiervoor dienen te wijken. [eiseres] heeft dit bestreden.
4.9.
De kantonrechter is gebleken dat de arbeidsovereenkomst van [eiseres] geen eenzijdig wijzigingsbeding bevat. Volgens de heersende jurisprudentie brengt evenwel goed werknemerschap als bedoeld in artikel 7:611 BW met zich dat een werknemer in het algemeen positief dient in te gaan op redelijke voorstellen van de werkgever, verband houdende met gewijzigde omstandigheden op het werk, en een dergelijk voorstel slechts dan mag afwijzen wanneer de aanvaarding ervan redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd (vgl. HR 26 juni 1998, JAR 1998, 199, Taxi [naam] ). Bij de vraag of van de werknemer aanvaarding van een wijziging van de overeenkomst op grond van het goed werknemerschap kan worden gevergd dient in de eerste plaats te worden onderzocht of de werkgever in de gewijzigde omstandigheden als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging, waarbij alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen. Als daarvan sprake is, dient vervolgens te worden onderzocht of aanvaarding van het voorstel van het door de werkgever gedane redelijke voorstel in redelijkheid van de werknemer gevergd kan worden. Als ook dat het geval is, komt de werknemer het niet toe het voorstel tot wijziging te weigeren (vgl.
HR 11 juli 2008, JAR 2008/204, Mammoet/ [naam] ).
4.10.
Op grond van laatstgenoemde uitspraak moet bij de beoordeling van de vraag of een werknemer positief moet reageren op een voorstel tot wijziging, eerst worden beoordeeld of er sprake is van gewijzigde omstandigheden op het werk. Alleen als die vraag bevestigend wordt beantwoord, komt de rechter toe aan de beantwoording van de vraag of het gedane voorstel tot wijziging in het licht van alle omstandigheden van het geval redelijk is. Wanneer (ook) die vraag bevestigend wordt beantwoord moet worden beoordeeld of aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van de werknemer kan worden gevergd.
4.11.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft TSN in haar conclusie van antwoord en ter zitting voldoende onderbouwd dat zij kampt met aanzienlijke negatieve resultaten ten gevolge van de gewijzigde herindicaties en de bijbehorende tariefdaling alsmede dat het daarom noodzakelijk is dat er (een aantal) besparingen worden gerealiseerd. TSN heeft voorts onweersproken gesteld dat het water haar aan de lippen staat en dat zij wanneer zij niet ingrijpt, het voortbestaan van TSN en daarmee de arbeidsplaatsen van circa 13.000 werknemers niet langer kan borgen. Gebleken is bovendien dat TSN ook andere maatregelen heeft genomen om haar kosten terug te brengen. Wel zijn partijen het er over eens dat TSN eerder kostenbesparende maatregelen had moeten inzetten. De kantonrechter is daarom van oordeel dat voldoende vaststaat dat met name de financiële omstandigheden bij TSN aanzienlijk zijn gewijzigd. Vervolgens is de vraag aan de orde of TSN in het licht daarvan en alle overige omstandigheden in aanmerking genomen het besluit heeft kunnen nemen om de functie en het salaris van [eiseres] te wijzigen. Dat de oorzaak van de gewijzigde omstandigheden in de risicosfeer van TSN ligt brengt, anders dan door [eiseres] is betoogd, niet noodzakelijkerwijs met zich dat de door TSN voorgestane wijziging reeds daarom als onredelijk moet worden beschouwd.
4.12.
Hoewel [eiseres] niet heeft weersproken dat een inschaling in FWG25 voor het werk dat zij feitelijk verricht aan de hoge kant is, is dat - zoals hiervoor is overwogen - ook een situatie die TSN zelf heeft veroorzaakt en jarenlang in stand heeft gelaten. Om haar moverende redenen heeft TSN er kennelijk van afgezien om haar werkorganisatie eerder door een herschikking van taken zo in te richten dat [eiseres] overeenkomstig de functie van Thuishulp B werkzaamheden verricht dan wel indien die werkzaamheden er niet meer voldoende waren, om tot een vermindering van die arbeidsplaatsen over te gaan. In dat laatste geval had [eiseres] de afweging kunnen maken om - eventueel elders - een passende betrekking te vinden waardoor zij wederom zou worden verloond conform FWG25. Door de mismatch thans in de schoenen te schuiven van [eiseres] op de wijze zoals TSN doet (teruggang van FWG25 naar FWG15 en FWG10) leidt dat - te meer nu [eiseres] een arbeidscontract heeft van rond de 32 uren - tot een substantieel loonverlies aan de zijde van [eiseres] . Hierdoor kan zij haar vaste lasten niet meer voldoen. Daarnaast heeft een dergelijke loonsverlaging consequenties voor haar pensioenopbouw en de hoogte van het dagloon in het kader van de werknemersverzekeringen. De door TSN getroffen afbouwregeling is ook zeer beperkt te noemen in duur en omvang. Dit alles leidt tot het oordeel dat de eenzijdige wijziging van de functie en het salaris van [eiseres] alle omstandigheden in aanmerking genomen, niet redelijk is en dat van [eiseres] niet gevergd kan worden dit te accepteren.
4.13.
Op grond van vorenstaande overwegingen acht de kantonrechter aannemelijk dat in een eventuele bodemprocedure geoordeeld zal worden dat TSN niet gerechtigd is om eenzijdig de functie en beloning van [eiseres] te wijzigen. De gevraagde voorzieningen zullen daarom worden toegewezen op de wijze als hierna te melden.
4.14.
De kantonrechter zal TSN verbieden om verder uitvoering te geven aan de herindeling van de functie van [eiseres] en haar salaris. De door [eiseres] gevorderde dwangsom bij overtreding van dit verbod zal niet worden toegewezen omdat zulks de facto neer zou komen op een dwangsom bij een veroordeling tot doorbetaling van haar 'oude loon', hetgeen op grond van artikel 611a Rv niet mogelijk is.
4.15.
[eiseres] heeft het door haar gevorderde bedrag van € 507,16 bruto over periode
6-2015 berekend door haar oude maandsalaris van € 1.780,62 te verminderen met het door TSN vastgestelde nieuwe bruto maandsalaris van € 1.273,46. TSN heeft gesteld dat [eiseres] slechts € 77,00 bruto tekort is gekomen omdat zij in periode 6 ook het voorschot en een toeslag afbouwregeling heeft voldaan, welke bedragen naar de kantonrechter begrijpt verrekend moeten worden. De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] in de stukken afstand heeft gedaan van die ontvangsten, maar dat niet is gebleken dat zij die bedragen heeft terugbetaald. De kantonrechter zal daarom het bedrag van € 77,00 bruto toewijzen. De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen gelet op hetgeen in artikel 611a Rv is bepaald.
4.16.
De gevorderde wettelijke verhoging zal worden toegewezen. Het verweer dat de niet tijdige voldoening niet aan TSN zou kunnen worden toegerekend wordt verworpen. De kantonrechter ziet aanleiding om de wettelijke verhoging te beperken tot 10%. Voorts is de gevorderde wettelijke rente toewijsbaar.
4.17.
De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. [eiseres] heeft voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.18.
Gelet op de uitkomst van de procedure zal TSN worden veroordeeld in de proceskosten. Aangezien aan [eiseres] een toevoeging is verleend dienen de in debet gestelde explootkosten te worden voldaan aan de griffier van de rechtbank Midden-Nederland. Voor wat betreft de gevorderde rente over de proceskosten begrijpt de kantonrechter de vordering zo dat de wettelijke rente alleen wordt gevorderd over het aan [eiseres] te betalen deel daarvan. Die vordering zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna bepaalde termijn.

5.De beslissing in kort geding

De kantonrechter
5.1.
verbiedt TSN om verder uitvoering te geven aan de herindeling van de functie van [eiseres] en de daarmee gepaard gaande herindeling van het salaris van [eiseres] volgens de brief van 22 april 2015;
5.2.
veroordeelt TSN om aan [eiseres] na te betalen over de periode 6-2015 € 77,00 bruto;
5.3.
veroordeelt TSN tot betaling aan [eiseres] van de wettelijke verhoging van 10% over het onder 5.2. genoemde bedrag vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag der voldoening;
5.4.
veroordeelt TSN tot betaling aan [eiseres] van de wettelijke rente over de onder 5.2. en 5.3. genoemde bedragen vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
5.5.
veroordeelt TSN tot betaling aan [eiseres] van de buitengerechtelijke incassokosten van € 76,07;
5.6.
veroordeelt TSN in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van [eiseres] tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op in totaal € 781,26 waarvan te voldoen aan de griffier van dit gerecht (nadat TSN een nota van de rechtbank daarvoor heeft gekregen)
€ 70,64 zijnde de door de griffier betaalde explootkosten en te voldoen aan [eiseres]
€ 710,62 (zijnde de som van het griffierecht van € 78,00, het salaris van de gemachtigde van
€ 600,00 en de resterende explootkosten van € 32,62), te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan het bedrag van € 710,26 - het aan [eiseres] rechtstreeks te betalen deel - wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van voldoening;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2015.