[eiser] heeft het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd. Door ondanks dat [eiser] en [bedrijf 1] de notaris daarvoor de uitdrukkelijke opdracht en onherroepelijke volmacht hadden gegeven, niet over te gaan tot het inschrijven van de (tweede) hypotheek die als zekerheid zou dienen voor de nabetalingsverplichting van [bedrijf 1] van een bedrag van € 6.000.000,00, heeft de notaris niet gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam notaris mocht worden verwacht. Daarnaast heeft de notaris verzuimd om [eiser] te waarschuwen dat niet is overgegaan tot inschrijving van de hypotheek. De notaris heeft zodoende ten opzichte van [eiser] wanprestatie dan wel een onrechtmatige daad gepleegd, op grond waarvan de notaris aansprakelijk is voor alle schade die [eiser] daardoor lijdt.
[eiser] zou, indien de notaris de hypotheek die diende als zekerheid voor de nabetaling van in totaal € 6.000.000,00 wel zou hebben ingeschreven, een recht van eerste hypotheek hebben gehad, omdat [bedrijf 1] op 5 september 2005 het restant van de koopsom van € 4.080.000 heeft voldaan zonder dat zij kennelijk aan een financiële instelling een recht van hypotheek heeft moeten verstrekken. [eiser] wijst in dit kader op de overeengekomen rangwisseling.
Het nabetalingsbeding is als gevolg van een wijziging van de bestemming van een deel van de verkochte percelen, in werking getreden. Volgens [eiser] is het bestemmingsplan “Maximabrug te Alphen aan den Rijn” definitief geworden, waarbij hij verwijst naar een uitspraak van 12 februari 2014 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens [eiser] is de bestemming van een deel van 2.33.30 hectare (zijnde 23.330 m2) van de verkochte percelen als gevolg van voormeld bestemmingsplan gewijzigd ten behoeve van een nieuwe bebouwde stedenbouwkundige ontwikkeling. Dit betekent volgens [eiser] dat een bedrag van € 583.250,00 (23.330 m2 x € 25,00) op grond van het nabetalingsbeding in de akte van levering opeisbaar is geworden. Omdat de hypotheek die strekte tot zekerheid van de betaling van dit bedrag door de notaris niet is ingeschreven, is de vordering van [eiser] slechts een concurrente vordering in het faillissement van [bedrijf 1] . Hoewel [eiser] zijn vordering heeft ingediend in het faillissement, moet het er gezien de brief van de curator van 18 december 2013 voor worden gehouden dat deze nooit voldaan zal worden. De schade die [eiser] lijdt doordat de notaris het hypotheekrecht niet heeft ingeschreven bedraagt op dit moment € 583.250,00, terwijl aannemelijk is dat de schade hoger zal worden vanwege het feit dat in de toekomst de bestemming van andere delen van het verkochte nog zal wijzigen.
Naast [gedaagde sub 1] als opdrachtnemer, zijn [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] volgens [eiser] ook persoonlijk aansprakelijk uit hoofde van onrechtmatig handelen. De akte van levering is verleden ten overstaan van [gedaagde sub 2] , terwijl [gedaagde sub 3] de zaaksbehandelaar was. Beiden hebben nagelaten de hypotheek in te schrijven, dan wel te bevorderen dat dit gebeurde en evenmin hebben zij [eiser] gewaarschuwd voor het feit dat de hypotheek niet werd ingeschreven.