Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 april 2015, waarbij een comparitie na antwoord is gelast;
- de akte van 14 juli 2015 van ASR;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 14 juli 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Zweeftoestel-arrest van de Hoge Raad van 9 juni 2006, NJ 2006/236 en het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 11 februari 2014, RAV 2014/52. De rechtbank noemt in dit kader ook het artikel van mw. mr. dr. [X] in het Nederlands tijdschrift voor Handelsrecht 2013-4, p. 193 e.v. Het voorgaande betekent dat het dus niet ter zake doet dat geen sprake zou zijn, zoals Bosporus - onder verwijzing naar de brief van [B] (punt 2.10.2.) – stelt en ASR betwist, van (voldoende) causaal verband tussen het niet naleven van de in de clausule omschreven Klasse 3 alarmverplichting en het risico zoals zich dat heeft verwezenlijkt. Dit betekent dat Bosporus niet is verzekerd voor de door haar onder de polis gevraagde dekking.
Hetgeen Bosporus voor het overige aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd, stuit af op het vooroverwogene en behoeft daarom geen bespreking meer.
904,00(2 punten × tarief € 452,00)