Op 6 augustus 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belaging. De verdachte heeft in de periode van 23 juni 2014 tot en met 13 oktober 2014 in totaal 2299 keer gebeld naar het slachtoffer, wat leidde tot een veroordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk en stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. De verdachte was aanwezig tijdens de zitting en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.V. Ramdihal. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie maanden, maar de rechtbank besloot tot een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de belaging een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer vormde en dat de verdachte eerder was veroordeeld voor vergelijkbaar gedrag. De rechtbank heeft de strafoplegging gemotiveerd door te verwijzen naar de impact van de belaging op het slachtoffer en de eerdere veroordelingen van de verdachte.