een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1
januari 2003 tot en met 26 september 2006 te [woonplaats] , althans in het
arrondissement Midden-Nederland met elkaar, althans één van hen, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan
[adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 234 hennepplanten, althans een
groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde
hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of
bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de
periode van 1 januari 2003 tot en met 26 september 2006 te [woonplaats] , althans in
het arrondissement Midden-Nederland, meermalen, althans eenmaal(telkens)
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven
persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter
beschikking te stellen;
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht