een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1
september 2007 tot en met 5 juli 2012 te [woonplaats] , althans in het
arrondissement Midden-Nederland met elkaar, althans één van hen, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres]
) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 234 hennepplanten, althans een
groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde
hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of
bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks 1
september 2007 tot en met 5 juli 2012 te [woonplaats] , althans in het
arrondissement Midden-Nederland, meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend
gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van
hennepplanten ter beschikking te stellen
en/of door in die woning aanwezige
hennepplanten (helpen) te kweken en/of te verzorgen en/of de in die woning
aanwezige hennepplanten (helpen) te oogsten;
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht