In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 1 september 2015 uitspraak gedaan. De zaak betreft openlijk geweld gepleegd op 3 maart 2015 in Veenendaal. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van een poging tot doodslag, poging tot zware mishandeling en openlijk geweld. Tijdens de zitting op 2 juni en 18 augustus 2015 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.D. van Elst. De benadeelde partij, het slachtoffer, was ook aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor de poging doodslag en zware mishandeling, maar achtte het openlijk geweld wettig en overtuigend bewezen. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat de verdachte op het moment van het incident niet in Veenendaal was en dat er geen bewijs was dat hij betrokken was bij het steekincident.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor openlijk geweld, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten het slachtoffer hebben aangevallen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot doodslag en zware mishandeling, maar achtte hem schuldig aan openlijk geweld. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijf maanden op, met aftrek van voorarrest, en een contactverbod met het slachtoffer. De benadeelde partij vorderde schadevergoeding, waarvan een deel werd toegewezen.