Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
vol-ledigterugbetaald te hebben. Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit genoegzaam dat de intentie van partijen was dat [A] maandelijks een bedrag ter aflossing zou betalen, maar dat hij het volledige bedrag op die datum terugbetaald zou hebben. Gelet hierop is de vordering van [eiser] op [A] eerst op 1 februari 2011 opeisbaar geworden, nog daarge-laten dat [A] ook nadien nog bedragen ter aflossing heeft betaald. De vordering van [eiser] is derhalve niet verjaard, zodat de rechtbank dit verweer zal verwerpen.
Bij deze vernietig ik de rechtshande-ling waarmee de borgtocht tussen de heer [eiser] en [gedaagde] tot stand is gekomen.”, aldus [B] . [gedaagde] heeft hierbij voorts verwezen naar artikel 1:89 in samenhang met artikel 1:88 BW. De rechtbank zal dit verweer eveneens verwerpen. Hiertoe wordt overwo-gen dat in de aanhef van de geldleningsovereenkomst expliciet is vermeld dat [gedaagde] on-gehuwd is. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om, indien hij op dat moment al een geregistreerd partnerschap was aangegaan met [B] , daarvan melding te maken. Daarvan is niet gebleken. Gelet hierop behoeft hetgeen [eiser] heeft gesteld inzake het handelen in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf geen verdere bespreking.
€ 1.158,00(2 punten x tarief € 579,00)