ECLI:NL:RBMNE:2015:6219

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2015
Publicatiedatum
21 augustus 2015
Zaaknummer
C/16/372782 / HA ZA 14-560
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en ontbinding van overeenkomst inzake installatie van communicatiesystemen

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Innocom Bureau voor Bedrijfcommunicatie B.V. (hierna: CSI) betaling van een bedrag van € 83.485,31 van de stichting Zorgspectrum, als gevolg van een geschil over de installatie van een telefoon- en verpleegoproepsysteem in verzorgingshuis Vreeswijk. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 2 september 2015 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin CSI stelt dat zij een compleet en werkend systeem heeft geleverd, terwijl Zorgspectrum betwist dat zij aan haar betalingsverplichtingen moet voldoen. De procedure omvatte onder andere een dagvaarding, een conclusie van antwoord, en een comparitie van partijen. Zorgspectrum heeft verweer gevoerd en vorderingen in reconventie ingesteld, waarbij zij betaling van een bedrag van € 13.776,00 vordert en de ontbinding van de overeenkomst met CSI. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst voor de installatie van het bekabelde systeem niet rechtsgeldig is ontbonden door Zorgspectrum, en dat zij verplicht is om te voldoen aan haar betalingsverplichtingen. De rechtbank heeft de vordering van CSI tot betaling van € 80.485,31 toegewezen, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en de vordering van Zorgspectrum in reconventie afgewezen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van CSI toegewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/372782 / HA ZA 14-560
Vonnis van 2 september 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INNOCOM BUREAU VOOR BEDRIJFSCOMMUNICATIE B.V.,
h.o.d.n. CSI Service ,
gevestigd en kantoorhoudende te Leende ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. W.J.C. Balkenende te Eindhoven,
tegen
de stichting
STICHTING ZORGSPECTRUM,
gevestigd en kantoorhoudende te Nieuwegein ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. J.M. van Raaijen te Almere.
Partijen zullen hierna CSI en Zorgspectrum genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie
  • het tussenvonnis van 5 november 2014
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte vermeerdering van eis
  • het proces-verbaal van comparitie van 6 juli 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
CSI is een bedrijf dat communicatiesystemen installeert en onderhoudt. Zorgspectrum is een stichting die onder meer het verzorgings- en verpleeghuis ‘ Vreeswijk ’(hierna: Vreeswijk ) exploiteert.
2.2.
Op of omstreeks 13 april 2013 is het telefoon- en verpleegoproepsysteem van Vreeswijk kapot gegaan. CSI heeft op 17 april 2013 aan Zorgspectrum een offerte uitgebracht voor de installatie van een telefoon- en verpleegoproepsysteem (hierna: het draadloze systeem). Zorgspectrum heeft deze offerte goedgekeurd en aan CSI opdracht gegeven voor de installatie van het systeem.
2.3.
Uit de offerte van 17 april 2013 volgt dat de alarmeringsunits draadloos via DECT aan een NEC iS3000 centrale (hierna: de NEC iS3000) worden verbonden
.Verder volgt uit de offerte dat de prijs voor de materialen € 85.875,- exclusief btw bedraagt en dat arbeid op basis van nacalculatie in rekening wordt gebracht met toepassing van de in de offerte vermelde tarieven.
2.4.
Tijdens de installatie van het systeem bleek het niet mogelijk de DECT draadloos aan de NEC iS3000 te koppelen. CSI heeft zich vervolgens gewend tot de leverancier van de NEC iS3000. De leverancier had op korte termijn geen oplossing voor het ontstane probleem. CSI heeft daarop aan Zorgspectrum aangeboden om tijdelijk bekabeling aan te brengen op de plaatsen waar in het geval van een normaal functionerend draadloos systeem geen kabels nodig zouden zijn geweest. Zorgspectrum is hiermee akkoord gegaan. Kort daarna heeft CSI een normaal functionerend systeem aangelegd met de hiervoor genoemde extra kabels (hierna: het bekabelde systeem). Op enig moment heeft Zorgspectrum CSI meegedeeld de kosten verbonden aan de installatie van het bekabelde systeem te zullen betalen.
2.5.
Bij brief van 23 augustus 2013 heeft CSI Zorgspectrum een overzicht toegezonden met daarin een specificatie van de geleverde zaken, verrichte werkzaamheden en gemaakte uren voor de installatie van het bekabelde systeem. In deze brief staat verder het volgende:
“Tijdens het installeren en realiseren van het DNC2 systeem blijkt dat de CTA (DECT AB unit) data van de HTS61 niet doorgeeft aan het systeem. (…) NEC gaf direct aan dit niet op korte termijn te kunnen oplossen. Gezien de noodzaak voor het herstellen van de zorgoproepen is er een andere weg ingeslagen, namelijk om tijdelijke bekabeling aan te brengen. Hierbij heeft Zorgspectrum aangegeven niet blij te zijn met deze oplossing, maar gezien de situatie geen andere mogelijkheid had dan het tijdelijk te accepteren. (…) Hoe snel de datacommunicatie problemen met de CTA’s zouden worden opgelost kon ik op dat moment niet aangeven. Hiervoor hoefde dan ook niet direct een offerte voor gemaakt te worden. Zorgspectrum heeft aangegeven dat zij deze optie zouden heroverwegen maar dat op dat moment de projectsamenwerking op te schorten. Uiteraard nemen wij wel onze verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van het geleverde systeem.”
2.6.
Bij brief van 23 oktober 2013 heeft CSI Zorgspectrum – voor zover relevant – als volgt bericht:

Ondanks dat materialen geleverd zijn en het systeem in gebruik is genomen hebben wij de betaling van factuur 50103350 dd 2-5-2013 met het bedrag van € 41.418,50 nog niet mogen ontvangen. (…)
Onze toeleveranciers hebben de problemen met de draadloze DECT verbinding, die zich tijdens de implementatie van het DNC2 systeem openbaarde, kunnen oplossen. Momenteel zijn wij bezig de laatste testen uit te voeren op het gebied van betrouwbaarheid en stabiliteit. (…)
Zodra deze achterstallige betaling is gedaan en ontvangen op onze rekening nemen wij uiteraard weer de service- en onderhoudsverplichtingen op ons en gaan wij een voorstel doen om deze draadloze DECT verbindingen alsnog te implementeren bij zorgcentrum Vreeswijk .
2.7.
In een e-mail van 25 oktober 2013 van de advocaat van Zorgspectrum aan CSI staat het volgende:
“Het probleem bleek uiteindelijk niet oplosbaar. Gebleken is dat het systeem niet conform de overeenkomst kon werken (draadloos). Als gevolg daarvan heeft cliënte aangegeven de overeenkomst met de opdrachtgever te ontbinden. Indien en voor zover noodzakelijk wordt hierdoor nogmaals de overeenkomst inzake de koop- en levering van het draadloze systeem ontbonden. Cliënte heeft zich inmiddels genoodzaakt gezien om te zien naar een andere leverancier.”
2.8.
Zorgspectrum maakt geen gebruik meer van het bekabelde systeem van CSI. Zorgspectrum heeft inmiddels een nieuw systeem in gebruik. Dit is ook een bekabeld systeem. Voor dit systeem is een derde partij gecontracteerd.
2.9.
CSI heeft de volgende facturen aan Zorgspectrum verzonden:
factuur 501032508 d.d. 02-05-2013 € 10.376,50
factuur 501032509 d.d. 02-05-2013 € 41.418,30
factuur 501032510 d.d. 02-05-2013 € 41.418,30
factuur 501034235 d.d. 02-10-2013 € 14.425,01
factuur 501034236 d.d. 02-10-2013
€ 27.642,00
Totaal: € 135.280,11
Zorgspectrum heeft de facturen met factuurnummer 501032508 en 501032509 betaald (in totaal € 51.794,80). Hierdoor komt het bedrag aan onbetaalde facturen op € 83.485,31. Als vervaldatum is op de facturen steeds de eerste dag van de volgende maand vermeld.
2.10.
Artikel 4 van de toepasselijke algemene voorwaarden van CSI bepaalt – voor zover relevant – het volgende:

Betalingen dienen zonder enige korting of compensatie te geschieden uiterlijk binnen 14 dagen na factuurdatum, tenzij Innocom anders bedingt. Indien de betalingen niet tijdig zijn ontvangen wordt de afnemer geacht van rechtswege in verzuim te zijn en heeft Innocom, onverminderd haar overige rechten, het recht aan de afnemer alle ter zake van de incasso en de bewaring van haar rechten gemaakte kosten, waaronder begrepen haar kosten van advocaten, in rekening te brengen. Tevens is vanaf de dag dat betaling had moeten plaatsvinden afnemer een vertragingsrente van 1,5% per maand verschuldigd, zonder dat hiervoor enig in gebrekenstelling is vereist. (…).

3.Het geschil

in conventie

3.1.
CSI vordert na vermeerdering van eis – samengevat – veroordeling van Zorgspectrum, uitvoerbaar bij voorraad:
1. tot betaling aan CSI van € 83.485,31, te vermeerderen met de contractuele rente tot en met 6 juli 2015 ter hoogte van € 30.919,38 en te vermeerderen met de contractuele rente vanaf 7 juli 2015, subsidiair te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 juni 2014;
2. tot betaling aan CSI van € 12.522,80 aan buitengerechtelijke incassokosten;
3. tot vergoeding van de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente indien deze niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis zijn betaald.
3.2.
CSI legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij een compleet en werkend systeem aan Zorgspectrum heeft geleverd en dat Zorgspectrum om die reden aan haar betalingsverplichtingen dient te voldoen.
3.3.
Zorgspectrum voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van CSI in haar vorderingen, althans tot ontzegging daarvan, met veroordeling van CSI, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten en de wettelijke rente hierover vanaf acht dagen na dagtekening van het vonnis.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Zorgspectrum vordert – samengevat – veroordeling van CSI, uitvoerbaar bij voorraad:
1. tot betaling aan Zorgspectrum van € 13.776,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 januari 2014, althans een nader in goede justitie te bepalen datum;
2. de thans bij Zorgspectrum in Vreeswijk gesitueerde telefooncentrale met toebehoren binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen eindvonnis op te halen;
3. tot betaling van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat CSI in gebreke blijft geheel of gedeeltelijk aan het onder sub 2 bepaalde te voldoen;
4. tot vergoeding van de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.6.
Zorgspectrum legt aan haar vorderingen ten grondslag dat CSI tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en Zorgspectrum op die grond de overeenkomst tussen CSI en Zorgspectrum heeft ontbonden. Om die reden is Zorgspectrum niet gehouden aan haar betalingsverplichtingen te voldoen en is CSI gehouden om de reeds door Zorgspectrum betaalde bedragen te restitueren (d.m.v. verrekening van de kosten van de tijdelijke bekabeling met de reeds door haar betaalde bedragen) alsmede de telefooncentrale op te halen.
3.7.
CSI voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Zorgspectrum, met veroordeling van Zorgspectrum, uitvoerbaar bij voorraad, in de (proces)kosten.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
De rechtbank zal de vorderingen in conventie en in reconventie hieronder gezamenlijk behandelen.
4.2.
Zorgspectrum stelt zich op het standpunt dat zij de overeenkomst op 2 mei 2013 heeft ontbonden, althans dat zij de overeenkomst op 25 oktober 2013 heeft ontbonden, zodat zij niet is gehouden CSI te betalen. Dit verweer slaagt niet.
4.3.
Op grond van artikel 6:267 lid 1 BW vindt ontbinding plaats door een schriftelijke verklaring van de daartoe gerechtigde. Niet gesteld of gebleken is dat ontbinding op 2 mei 2013 schriftelijk heeft plaatsgevonden, zodat op die grond geen sprake kan zijn van een rechtsgeldige ontbinding op die datum. Wel kan uit de brieven van CSI van 23 augustus 2013 en 23 oktober 2013 (zie 2.5-2.6) worden afgeleid dat de overeenkomst op grond waarvan CSI een draadloos systeem zou installeren in onderling overleg is beëindigd nadat was gebleken dat een draadloze verbinding niet tot stand kon komen. Uit die brieven blijkt immers dat het op dat moment in het geheel niet zeker was dat een werkend draadloos systeem in de toekomst zou kunnen worden geïnstalleerd, dat Zorgspectrum – áls een draadloze oplossing wel in beeld zou komen – de optie van het installeren daarvan dan zou heroverwegen en dat CSI in dat geval een nieuwe offerte zou maken.
4.4.
Vast staat echter ook dat CSI en Zorgspectrum toen een nieuwe overeenkomst hebben gesloten. Immers, nadat tijdens de installatie van het draadloze systeem was gebleken dat het niet mogelijk was een draadloze verbinding te maken, heeft CSI aangeboden een bekabeld systeem te installeren en Zorgspectrum is daarmee akkoord gegaan. Zorgspectrum heeft op 25 oktober 2013 voor zover nodig de overeenkomst (opnieuw) ontbonden. Deze ontbinding strekt zich wat Zorgspectrum betreft echter niet ook uit tot de overeenkomst die betrekking heeft op het bekabelde systeem. Zij schrijft immers:

Indien en voor zover noodzakelijk wordt hierdoor nogmaals de overeenkomst inzake de koop- en levering van hetdraadloze systeemontbonden.” (onderstreping rechtbank)
4.5.
Dat de ontbinding wat Zorgspectrum alleen betrekking heeft op het draadloze systeem volgt ook uit de omstandigheid dat zij zich bereid heeft verklaard om de kosten voor het bekabelde systeem te betalen. Ook CSI gaat ervan uit dat de overeenkomst, voor zover betrekking hebbend op het bekabelde systeem, niet is ontbonden. Zij vordert immers nakoming van de betalingsverplichtingen van Zorgspectrum voor het door haar aangelegde bekabelde systeem. Bovendien kan van ontbinding van de overeenkomst die betrekking heeft op het leveren en installeren van het bekabelde systeem geen sprake zijn, aangezien niet gesteld of gebleken is van enige tekortkoming aan de zijde van CSI wat betreft die prestatie.
4.6.
Gelet op het voorgaande slaagt het verweer van Zorgspectrum dat de overeenkomst tussen CSI en Zorgspectrum rechtsgeldig is ontbonden niet. Dit betekent dat Zorgspectrum verplicht is om te voldoen aan haar betalingsverplichtingen ten aanzien van de levering en installatie van het bekabelde systeem en dat de vorderingen in reconventie (die is gebaseerd op de ontbinding van de overeenkomst) moeten worden afgewezen.
4.7.
Ter comparitie is door zowel CSI als door Zorgspectrum verklaard dat partijen bij aanvang van de werkzaamheden met betrekking tot de levering en installatie van het bekabelde systeem niet met elkaar hebben gesproken over de kosten die daarmee gemoeid zouden zijn. Evenmin kunnen de gesprekken die partijen na de installatie van het bekabelde systeem hebben gevoerd leiden tot het oordeel dat sprake zou zijn van een prijsafspraak. Daarom moet de rechtbank zelf een redelijke prijs vaststellen. Op grond van de omstandigheden van dit geval is een redelijke prijs voor het bekabelde systeem de prijs die Zorgspectrum had moeten betalen als een werkend draadloos systeem zou zijn geïnstalleerd. De rechtbank zal dat hieronder toelichten.
4.8.
Zorgspectrum stelt dat CSI haar heeft meegedeeld dat de kosten voor het bekabelde systeem € 27.642,00 zouden bedragen. In verband hiermee voert Zorgspectrum aan dat de heer [A] van CSI (hierna: [A] ) in december 2013 een gesprek heeft gehad met de heer [B] van Zorgspectrum (hierna: [B] ) over de kosten van het bekabelde systeem. Tijdens dat gesprek zou [A] hebben medegedeeld dat de extra kosten voor de levering en installatie van het bekabelde systeem € 27.642,00 bedragen. Het was [B] duidelijk dat het hierbij ging om arbeidskosten maar Zorgspectrum hield er geen rekening mee dat er daarnaast nog kosten voor hardware in rekening zouden worden gebracht voor de tijdelijke bekabeling, aldus Zorgspectrum.
4.9.
CSI betoogt dat een groot deel van de door haar geleverde materialen en verrichte werkzaamheden in verband met het bekabelde systeem ook noodzakelijk zou zijn geweest voor de installatie van het draadloze systeem. Zij heeft in het overzicht bij haar mail van 3 juli 2013 en haar brief van 23 augustus 2013 gespecificeerd welke materialen zij heeft gebruikt en welke werkzaamheden zij heeft verricht om het bekabelde systeem aan te leggen. Ook is in dat overzicht aangegeven welke werkzaamheden niet zijn verricht in verband met de levering en installatie van het bekabelde systeem en die wel zouden zijn verricht bij de levering en installatie van het draadloze systeem. De kosten voor de levering en installatie van het bekabelde systeem bedragen volgens dit overzicht € 135.279,99. CSI stelt dat [A] aan [B] heeft aangegeven dat de factuur ter hoogte van € 27.642,00 (factuurnummer 5010324235) betrekking heeft op de arbeidskosten in verband met het bekabelde systeem en dat de overige (eerdere) facturen betrekking hebben op de geleverde materialen. Volgens CSI heeft [A] nooit tegen Zorgspectrum gezegd dat voor de totale werkzaamheden € 27.642,00 zou worden berekend.
4.10.
De rechtbank is van oordeel dat Zorgspectrum er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de totale kosten voor de levering en installatie van het bekabelde systeem € 27.642,00 zouden bedragen. Het was [A] (CSI) immers duidelijk dat het bedrag van € 27.642,00 alleen betrekking had op arbeidskosten. Zorgspectrum licht bovendien niet toe waarop zij haar veronderstelling heeft gebaseerd dat haar geen kosten voor de hardware van het bekabelde systeem in rekening zouden worden gebracht. Ook is niet gesteld of gebleken dat het CSI duidelijk moet zijn geweest dat Zorgspectrum erop vertrouwde dat CSI in totaal slechts € 27.642,00 in rekening zou brengen. Daarbij komt dat ten tijde van de door Zorgspectrum gestelde uitlating van [A] , CSI alle kosten voor het bekabelde systeem (dus zowel arbeids- als materiaalkosten) al had gefactureerd. Dat Zorgspectrum er geen rekening mee hield dat er ook kosten van hardware in rekening zouden worden gebracht is dan ook niet aannemelijk. De rechtbank gaat ervan uit dat Zorgspectrum die kosten niet wil vergoeden omdat zij inmiddels een soortgelijk systeem van een derde heeft gekocht maar dat is een omstandigheid die niet op CSI kan worden afgewenteld.
4.11.
CSI en Zorgspectrum hebben dus geen uitdrukkelijke prijsafspraak gemaakt voor de levering en installatie door CSI van het bekabelde systeem. CSI en Zorgspectrum hebben zich niet uitgelaten over de vraag of de overeenkomst tot installatie van het bekabelde systeem moet worden beschouwd als een koopovereenkomst, als een overeenkomst van opdracht of als een mengvorm van die twee. Het antwoord op deze vraag kan echter in het midden blijven. Als geen prijs is overeengekomen is immers zowel de koper als de opdrachtgever een redelijke prijs verschuldigd (artikel 7:4 BW respectievelijk artikel 7:405 lid 2 BW). Bij de bepaling van een redelijke prijs wordt rekening gehouden met de door de verkoper ten tijde van het sluiten van de overeenkomst gewoonlijk bedongen prijzen respectievelijk het door de opdrachtnemer op de gebruikelijke wijze berekende loon. In beginsel is dit een bedrag gelijk aan het totaalbedrag dat CSI aan Zorgspectrum in rekening heeft gebracht: € 135.280,11. Niet gesteld of gebleken is immers dat de door CSI gehanteerde prijzen voor de hardware en de tarieven voor haar werkzaamheden niet gangbaar zijn dan wel onredelijk hoog zijn. Volgens CSI heeft zij voor het bekabelde systeem per saldo enkele duizenden euro’s meer in rekening gebracht dan zij zou hebben gedaan voor het draadloze systeem. Zorgspectrum heeft deze stelling niet betwist, zodat de rechtbank uitgaat van de juistheid van deze stelling. Bij gebrek aan nadere gegevens gaat de rechtbank ervan uit dat het bekabelde systeem € 3.000,- duurder is dan het draadloze systeem. Naar het oordeel van de rechtbank hoefde Zorgspectrum er geen rekening mee te houden dat het bekabelde systeem duurder zou zijn dan het draadloze systeem, aangezien niet is gesteld of gebleken dat CSI Zorgspectrum heeft meegedeeld dat het bekabelde systeem duurder zou kunnen worden. Met inachtneming van het voorgaande stelt de rechtbank de redelijke prijs voor het bekabelde systeem vast op € 132.280,11. Aangezien Zorgspectrum daarvan al € 51.794,80 heeft betaald is de vordering van CSI toewijsbaar tot een bedrag van € 80.485,31. Zorgspectrum zal tot betaling daarvan worden veroordeeld.
4.12.
CSI vordert tevens betaling van primair de contractuele rente van 1,5% per maand, te rekenen vanaf de vervaldagen van de facturen, op grond van artikel 4 van de algemene voorwaarden. Zorgspectrum verweert zich hiertegen met een beroep op de vernietigbaarheid van de toepasselijke algemene voorwaarden omdat CSI Zorgspectrum geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om van die algemene voorwaarden kennis te nemen.
4.13.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat de algemene voorwaarden van CSI op de overeenkomst van toepassing zijn. Niet gesteld of gebleken is echter dat CSI Zorgspectrum op een van de manieren, genoemd in artikel 6:234 lid 1 en 2 BW, de mogelijkheid heeft geboden om van haar algemene voorwaarden kennis te nemen. Dit brengt mee dat de algemene voorwaarden van CSI vernietigbaar zijn (artikel 6:233 sub b BW). De primaire vordering tot betaling van de contractuele rente zal daarom worden afgewezen. De subsidiaire vordering tot betaling van de wettelijke handelsrente over de hoofdsom is wel toewijsbaar.
4.14.
CSI vordert ook vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten op grond van primair de algemene voorwaarden en subsidiair het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten (hierna: het Besluit). Nu hiervoor is geoordeeld dat de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn, zal de primaire vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten worden afgewezen. Ten aanzien van de hiervoor genoemde subsidiaire grondslag stelt de rechtbank vast dat het Besluit van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. CSI heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De rechtbank zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief ter hoogte van € 1.579,85, op basis van een hoofdsom van € 80.485,31 (de toe te wijzen hoofdsom).
4.15.
Zorgspectrum zal als de in conventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van CSI worden begroot op:
- dagvaarding € 77,52
- griffierecht 1.892,00
- salaris advocaat
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.757,52
4.16.
De gevorderde wettelijke handelsrente over de proceskosten is niet toewijsbaar aangezien een proceskostenveroordeling niet voortvloeit uit een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW. De wettelijke rente (in de zin van artikel 6:119 BW) zal, als het mindere van wettelijke handelsrente, wel worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.
4.17.
Zorgspectrum zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van CSI worden begroot op
€ 894,00 voor salaris advocaat (2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 894,00).

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Zorgspectrum om aan CSI te betalen een bedrag van € 80.485,31 (tachtigduizend vierhonderdvijfentachtig euro en éénendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf 14 juni 2014, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Zorgspectrum om aan CSI te betalen een bedrag van € 1.579,85 (één duizend vijfhonderdnegenenzeventig euro en vijfentachtig eurocent) aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt Zorgspectrum in de proceskosten, aan de zijde van CSI tot op heden begroot op € 3.757,52, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af,
5.7.
veroordeelt Zorgspectrum in de proceskosten, aan de zijde van CSI tot op heden begroot op € 894,00,
5.8.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.K.J. van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2015. [1]

Voetnoten

1.type: PK/0