Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 13 september 2014;
- de conclusie van antwoord van 12 november 2014;
- het tussenvonnis van 19 november 2014 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 10 juni 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
"wettelijke rente van artikel 7:625 BW van 50%", en voorts te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2014 over een bedrag van € 2.482,54 (te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke verhoging) en vanaf 10 april 2014 over een bedrag van € 2.242,30 bruto (te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke verhoging);
4.De beoordeling
"opschorting van de loondoorbetaling"in haar brieven van 11 november 2013 en 24 februari 2014 niet het achterhouden van salaris wordt bedoeld. Zij laat daar geen twijfel over bestaan wanneer zij aangeeft dat de loonbetaling wordt hervat zodra [eiser] weer aan het werk gaat, dan wel vanaf het moment dat het deskundigenoordeel van het UWV afwijkt van het oordeel van de bedrijfsarts. Beide momenten zien volgens haar dus niet terug op de dag dat de loondoorbetaling is stopgezet, maar op de dag dat geen sprake meer is van schending van re-integratieverplichtingen. De discussie tussen partijen had niets te maken met het schenden van controlevoorschriften. Dit blijkt ook uit de brief van Maas aan [eiser] van 29 januari 2014, waarin zij schrijft dat
"de loonopschorting over die periode(1 november 2013 tot 24 december 2013, kantonrechter)
van kracht blijft".
"opschorten"in het besluit mocht toekennen. De bedoeling van Maas was klip en klaar, en [eiser] heeft er destijds ook geen andere betekenis aan toegekend, dan stopzetting van het loon omdat niet voldaan werd aan re-integratieverplichtingen.
"Opschorten"van een loonbetaling betekent volgens Van Dale immers het
"op een later tijdstip stellen", "uitstellen"van een loonbetaling of
"wachten met"een loonbetaling, en niet het definitief stopzetten of vervallen daarvan. De kantonrechter sluit zich aan bij de door [eiser] genoemde uitspraak van het gerechtshof Leeuwarden, waarin wordt overwogen:
"Van een werkgever mag, zeker waar een voor de werknemer zo ingrijpend middel wordt ingezet als een loonsanctie, worden verwacht dat hij zijn woorden zorgvuldig kiest".
"opschorten"aanvankelijk wellicht heeft opgevat als
"stopzetten"doet hier niet aan af, nu de betekenis van beide termen onmiskenbaar essentieel verschillend is. Een eventuele aanvankelijk verkeerde interpretatie door [eiser] , die naar de kantonrechter ter zitting is gebleken de Nederlandse taal niet volledig beheerst, kan hem daarom niet worden tegengeworpen.
"opschortingsbrieven"blijkt dat zij niet loonopschorting maar loonstopzetting heeft bedoeld. In die brieven is niet (expliciet) vermeld dat ook na werkhervatting het loon over de voorliggende periode definitief niet zou worden uitbetaald. Voorts is de zinsnede
"Ik zal de loondoorbetaling hervatten op het moment dat u uw werkzaamheden hervat, danwel vanaf de datum waarop het deskundigenoordeel van het UWV afwijkt van het oordeel van de bedrijfsarts"ook voor meer dan één uitleg vatbaar:
"hervatten"kan evengoed betekenen dat opgeschort loon alsnog wordt uitbetaald, als dat vanaf dat moment het loon weer betaald gaat worden. Vóór eerstgenoemde uitleg pleit zelfs dat Maas eerst schrijft
"op(onderstreping kantonrechter)
het moment dat u (…) hervat"en vervolgens
"vanaf(onderstreping kantonrechter)
de datum waarop het deskundigenoordeel (…) afwijkt".
- dagvaarding € 82,52
- vastrecht € 250,--
- salaris gemachtigde
- totaal € 832,52.