ECLI:NL:RBMNE:2015:6076

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 augustus 2015
Publicatiedatum
17 augustus 2015
Zaaknummer
16/659328-15 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt

In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 augustus 2015 uitspraak gedaan tegen de veroordeelde, die was betrokken bij hennepteelt. De rechtbank legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag van € 13.801,00, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak is voortgekomen uit een eerdere veroordeling van de veroordeelde voor het telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit, waarbij de rechtbank op basis van de verklaringen van de veroordeelde en de berekeningen van de officier van justitie tot deze beslissing is gekomen.

De procedure begon met een vordering van de officier van justitie tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 46.873,80. Tijdens de zitting op 3 augustus 2015 heeft de veroordeelde verklaard dat hij drie geslaagde oogsten had, met een totale opbrengst van € 17.800,00. De rechtbank heeft deze verklaring als betrouwbaar beoordeeld en heeft de kosten van de hennepteelt vastgesteld op € 3.999,00. Dit leidde tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 13.801,00 bedraagt.

De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de feiten en de verklaringen die tijdens de zitting zijn gepresenteerd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. De veroordeelde was aanwezig tijdens de zitting en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.M. Veldman.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659328-15 (ontneming)
vonnis van de rechtbank d.d. 17 augustus 2015
in de ontnemingszaak tegen
[veroordeelde] ,
geboren op [1967] te [geboorteplaats] , Middelsex Co, Canada
wonende te [adres] .
hierna te noemen: veroordeelde.
Raadsvrouw mr. J.M. Veldman, advocaat te Breda.

1.Deprocedure.

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- de vordering ten bedrage van € 46.873,80 die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het veroordelend vonnis van 17 augustus 2015 waaruit blijkt dat veroordeelde door de meervoudige strafkamer in deze rechtbank is veroordeeld tot de in die uitspraak vermelde straf ter zake van:
feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet
gegeven verbod;
feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
verbreking, meermalen gepleegd;
- het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij d.d.
23 maart 2015;
- de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting en de overige stukken in het dossier.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2015. De officier van justitie en de raadsvrouw zijn daarbij aanwezig geweest.
De veroordeelde is op de bij de wet voorgeschreven wijze opgeroepen en is eveneens aanwezig geweest op de terechtzitting van 3 augustus 2015.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de veroordeelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.M. Veldman, advocaat te Breda.

2.Het wederrechtelijk verkregen voordeel

2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering d.d. 25 juni 2015 strekkende tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 46.873,80.
2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om bij de berekening van de opbrengst uit te gaan van hetgeen verdachte daarover ter terechtzitting heeft verklaard. Ten aanzien van de berekening van de kosten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
2.3
Het oordeel van de rechtbank
Het uitgangspunt voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel vormt het onder 1 genoemde vonnis van deze rechtbank van 17 augustus 2015.
Uit dit vonnis volgt dat [veroordeelde] (verder: veroordeelde) is veroordeeld voor het telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij.
Opbrengst
Veroordeelde heeft verklaard dat hij drie geslaagde oogsten heeft gehad van
50 hennepplanten (met een opbrengst van 1,4 kilogram hennep), 100 hennepplanten (met een opbrengst van1,9 kilogram hennep) en 200 hennepplanten (met een opbrengst van
1,5 kilogram hennep), welke opbrengsten hij heeft verkocht voor (respectievelijk)
€ 5.000,00, € 6.800,00 en € 6.000,00. [1] Eén oogst is volgens veroordeelde volledig mislukt.
De verklaring van veroordeelde ter zitting over het aantal geslaagde oogsten en de genoten opbrengst daarvan acht de rechtbank betrouwbaar en de rechtbank zal deze verklaring dan ook als uitgangspunt nemen. De rechtbank gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel dan ook uit van een totaal door verdachte genoten opbrengst van
€ 5.000,00 + € 6.800,00 + € 6.000,00 = € 17.800,00.
Kosten
Veroordeelde heeft verklaard dat hij drie geslaagde oogsten heeft gehad en dat één kweek van 200 hennepstekken is mislukt. [2]
De rechtbank gaat bij het berekenen van de hoogte van de kosten uit van onderstaande uitgangspunten: [3]
  • de prijs van een hennepstek wordt vastgesteld op € 2,85 per hennepstek;
  • de variabele kosten per hennepstek wordt vastgesteld op € 3,33 per hennepstek;
  • de afschrijvingskosten van de investeringen voor het inrichten en opbouwen van de kweekruimte wordt vastgesteld op € 150,00 per kweek.
Gelet hierop komt de rechtbank, uitgaand van 550 hennepplanten (50 + 100 + 200 + 200), tot de volgende berekening van de totale kosten:
  • 550 hennepplanten x 2,85 euro = € 1,567,50
  • 550 hennepplanten x 3,33 euro = € 1.831,50
  • 4 kweken x 150,00 euro = € 600,00
= € 3.999,00
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het wederrechtelijk voordeel wordt geschat, vast op een bedrag van € 17.800,00 (opbrengst) minus € 3.999,00 (kosten) = € 13.801,00.

3.De beslissing.

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 13.801,00.
- legt aan de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van € 13.801,00 ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mr. R.P. den Otter en
mr. R.L.M. van Opstal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.J. Verborg, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 augustus 2015

Voetnoten

1.De verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 augustus 2015.
2.De verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 3 augustus 2015.
3.Het rapport van berekening wederrechtelijk verkregen voordeel d.d. 23 maart 2015 (ongenummerd), p. 8 en de tweede ongenummerde pagina van de bijlage.