In deze zaak vordert de besloten vennootschap Warburg-Henderson Kapitalagen (hierna: Warburg) de opheffing van een door de besloten vennootschap Emballage Services Nederland BV (hierna: Anker) gelegd beslag op een bankgarantie. De procedure is gestart na een geschil over de staat van de vloer van een gehuurde bedrijfsruimte, waarbij Anker een bankgarantie had gesteld. Warburg heeft de bankgarantie ingeroepen omdat Anker huurpenningen niet had betaald. Anker heeft daarop beslag gelegd op de bankgarantie, wat Warburg als onrechtmatig betwist. De voorzieningenrechter heeft de onrechtmatigheid van het beslag beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van een bedrieglijke afroep van de bankgarantie door Warburg. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het beslag onrechtmatig was en heeft het opgeheven. Daarnaast is Anker veroordeeld in de proceskosten van Warburg. De uitspraak is gedaan op 12 augustus 2015.