Op 7 augustus 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Lelystad, een beslissing genomen in een wrakingszaak. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. T.C. Schouten. De wraking was gericht tegen mr. C.A.M. van Straalen, de politierechter die betrokken was bij de strafzaak tegen verzoeker. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2015 was verzoeker zelf niet aanwezig, en ook de rechter en de officier van justitie waren afwezig. De gemachtigde verzocht om uitstel van de behandeling vanwege de medische situatie van de verzoeker, maar dit verzoek werd door de rechtbank afgewezen.
De wrakingsgrond was dat de politierechter had geweigerd om de gezinsvoogd van het Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming, die aangifte tegen verzoeker had gedaan, uit de zittingzaal te verwijderen. De politierechter stelde dat het een openbare zitting betrof en dat haar beslissing de onpartijdigheid niet had aangetast. De rechtbank oordeelde dat de enkele weigering om de gezinsvoogd te verwijderen geen grond voor wraking opleverde, aangezien er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid rechtvaardigden.
De rechtbank concludeerde dat de verzoeker niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van een gebrek aan onpartijdigheid van de politierechter. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en de procedure met parketnummer 16/058486-15 moest worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters A. van Holten, S.M. van Lieshout en R.M. Berendsen.