In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1976 in Marokko en thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord – HvB Zwaag, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 14 juli 2015 uitspraak gedaan. De zaak betreft een poging tot woninginbraak die plaatsvond op 15 januari 2015 in Amersfoort. De verdachte werd beschuldigd van het proberen in te breken in de woning van zijn schoonouders. Tijdens de zitting op 30 juni 2015 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat mr. L. de Leon. De officier van justitie vorderde een veroordeling op basis van DNA-bewijs en een fotobewijsconfrontatie, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte op basis van onvoldoende bewijs.
De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank achtte het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, onder andere door een DNA-match van een handschoen die op de plaats delict was aangetroffen en een fotobewijsconfrontatie waarbij de getuige de verdachte herkende. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op 15 januari 2015 heeft geprobeerd in te breken in de woning, waarbij hij een breekijzer gebruikte.
De rechtbank overwoog dat de poging tot woninginbraak niet alleen materiële schade veroorzaakt, maar ook een inbreuk vormt op de veiligheid en privacy van de bewoners. De verdachte had een strafblad met eerdere veroordelingen voor vergelijkbare delicten. De officier van justitie vorderde een ISD-maatregel van twee jaar, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet passend was. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van het voorarrest, en de tenuitvoerlegging van eerdere gevangenisstraffen werd ook toegewezen.