Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
2.De beslissing
niet ontvankelijkin de vordering tot
ontnemingvan wederrechtelijk verkregen voordeel
Rechtbank Midden-Nederland
Op 4 augustus 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een 64-jarige man uit Diemen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, wegens medeplichtigheid aan phishing, medeplegen van witwassen en verduistering. De rechtbank oordeelde dat de verdachte meerdere keren had meegewerkt aan de diefstal van grote geldbedragen van twee klanten van de Rabobank. Door zijn handelen, waaronder het ter beschikking stellen van zijn bankrekening en het helpen bij de aankoop van een auto met gestolen geld, had hij aanzienlijke financiële schade berokkend aan de slachtoffers en het vertrouwen in het digitale betalingsverkeer ernstig geschonden. De verdachte werd vrijgesproken van flessentrekkerij, evenals twee medeverdachten. Naast de gevangenisstraf werden er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder de verplichting tot ambulante behandeling. Tevens moest de man € 56.750 aan schadevergoeding betalen aan de slachtoffers en € 29.236,87 terugbetalen aan de Staat voor wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte dit voordeel had genoten.