In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 11 juni 2015, stond de verdachte terecht voor het medeplegen van hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De verdachte, geboren in 1962, was in de periode van 6 oktober 2014 tot en met 12 januari 2015 betrokken bij het opzettelijk aanwezig hebben van een hennepkwekerij in haar woning in Utrecht, waar 684 hennepplanten werden aangetroffen. Daarnaast werd haar verweten dat zij elektriciteit had gestolen, die nodig was voor de hennepkwekerij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie stelde dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte, stellende dat de verdachte slechts medeplichtig was aan de feiten.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte een actieve rol had gespeeld in de hennepkwekerij door haar woning ter beschikking te stellen en financieel profijt te trekken van de kwekerij. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging en concludeerde dat er sprake was van medeplegen. De verdachte werd schuldig bevonden aan het opzettelijk aanwezig hebben van hennep, diefstal van elektriciteit en het aanwezig hebben van harddrugs (cocaïne en amfetamine). De rechtbank legde een werkstraf op van 150 uur en veroordeelde de verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, Stedin Netbeheer B.V., voor de diefstal van elektriciteit. De rechtbank verklaarde ook een geldbedrag van € 3.720, dat onder verdachte in beslag was genomen, verbeurd.