ECLI:NL:RBMNE:2015:5638

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juli 2015
Publicatiedatum
28 juli 2015
Zaaknummer
16-701781-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens hennepteelt en diefstal van elektriciteit

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 juli 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij het onderzoek plaatsvond op de zittingen van 25 maart en 1 juli 2015. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit in verschillende panden in Mijdrecht. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van de subsidiaire tenlasteleggingen, waarbij werd gesteld dat de verdachte medeplichtig was aan de hennepteelt en diefstal van elektriciteit, omdat hij de panden ter beschikking had gesteld.

De verdediging betoogde echter dat het bewijs onvoldoende was en dat de verdachte niet op de hoogte was van de activiteiten in de panden. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte zelf of als medepleger betrokken was bij de hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen en het huurcontract te veel onduidelijkheden bevatten om vast te stellen dat de verdachte op de hoogte was van de hennepteelt. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, zowel primair als subsidiair.

De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak voor de aanklager om overtuigend bewijs te leveren voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen, wat een belangrijke uitkomst is voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/701781-12 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 15 juli 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1977] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 maart 2015 en 1 juli 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. B.J. de Groot, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 25 maart 2015 gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
primair: samen met anderen in een pand aan de [adres] te [woonplaats] 690 hennepplanten heeft geteeld, in elk geval aanwezig heeft gehad;
subsidiair: medeplichtig is geweest aan hennepteelt door dit pand hiervoor ter beschikking te stellen;
Feit 2
primair: samen met anderen in een pand aan de [adres] te [woonplaats] een hoeveelheid elektriciteit heeft gestolen;
subsidiair: medeplichtig is geweest aan diefstal van elektriciteit door dit pand voor deze diefstal ter beschikking te stellen;
Feit 3
primair: samen met anderen in een pand aan de [adres] te [woonplaats] 511 hennepplanten heeft geteeld, in elk geval aanwezig heeft gehad;
subsidiair: medeplichtig is geweest aan hennepteelt door dit pand hiervoor ter beschikking te stellen;
Feit 4
primair: samen met anderen in een pand aan de [adres] te [woonplaats] een hoeveelheid elektriciteit heeft gestolen;
subsidiair: medeplichtig is geweest aan diefstal van elektriciteit door dit pand voor deze diefstal ter beschikking te stellen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat het huurcontract van de panden door verdachte is ondertekend en dat achter dit contract een kopie is opgenomen van het paspoort van verdachte. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte zelf heeft gekweekt. Wel is duidelijk dat verdachte deze panden huurde en gebruikte. Bovendien verklaart verdachte dat hij in mei en juni in het pand is geweest. In die maanden werd er hennep gekweekt, zodat het niet anders kan zijn dan dat verdachte hiervan op de hoogte was. Ook van de diefstal van elektriciteit moest verdachte wel op de hoogte zijn. De meterkast was zwartgeblakerd en de fraude in de meterkast was duidelijk zichtbaar. Op basis van deze feiten en omstandigheden kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte medeplichtig is geweest aan de hennepteelt en diefstal van elektriciteit in de panden aan de [adres] en [nummer] in [woonplaats] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat het onderzoek door de politie erg summier is geweest. Het huurcontract bevat een groot aantal onjuistheden, zoals een niet bestaand bedrijf, een onaannemelijk adres en een onjuist postcode. Ook is niet duidelijk waarom de sporen die in de kwekerij zijn aangetroffen niet verder zijn onderzocht. De vermeende betrokkenheid van verdachte is gebaseerd op een valse huurovereenkomst en ongeloofwaardige verklaringen. Er is geen direct verband tussen de hennepkwekerijen en verdachte. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De primair ten laste gelegde feiten
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte zelf dan wel als medepleger hennep heeft geteeld en elektriciteit heeft gestolen in de panden aan de [adres] en [nummer] in [woonplaats] . De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van alle primair ten laste gelegde feiten.
De subsidiair ten laste gelegde feiten
Voor de vraag of verdachte medeplichtig is geweest aan de hennepteelt en de diefstal van elektriciteit, is het van belang dat hij zowel opzet heeft gehad op het ter beschikking stellen van de panden, als opzet op de hennepteelt dan wel de diefstal van elektriciteit.
Uit de verklaringen van verdachte blijkt dat hij in elk geval één van de panden aan de [straatnaam] heeft gehuurd. Verdachte verklaarde dat hij in dat pand slechts op de benedenverdieping kwam en dat de bovenverdieping -waar de hennepkwekerij is aangetroffen- voor hem was afgesloten. Volgens het door [A] overgelegde huurcontract zou verdachte beide panden in hun geheel hebben gehuurd.
De rechtbank merkt op dat verdachte en [A] elkaar in hun verklaringen belasten. Deze verklaringen en het huurcontract van de panden bevatten echter teveel onduidelijkheden om vast te kunnen stellen door wie de bovenverdiepingen van deze panden werden gehuurd en feitelijk werden gebruikt.
Gelet op het ontbreken van direct bewijs dat verdachte op de hoogte was van de hennepteelt en de voornoemde onduidelijkheden in het dossier, kan naar het oordeel van de rechtbank met onvoldoende mate van zekerheid worden afgeleid dat verdachte er van op de hoogte was dat in de panden aan de [adres] en [nummer] hennep werd geteeld. Daarom kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte het opzet had behulpzaam te zijn bij de hennepteelt in deze panden. Dit geldt eveneens voor de diefstal van de elektriciteit.
De rechtbank zal verdachte daarom ook vrijspreken van alle subsidiair ten laste gelegde feiten.

5.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
Verklaart het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 3 subsidiair, 4 primair en 4 subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en O.P. van Tricht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 juli 2015.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt tenlastegelegd dat
(de wijziging tenlastelegging staat cursief en vet gedrukt)
1.
Primair
hij meermalen, in elk geval eenmaal, in of omstreeks de periode van 15 maart
2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk
geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] ) een
hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 690 hennepplanten, althans een
groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van
15 maart 2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde
Venen, in elk geval in Nederland, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk
heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan
de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 690
hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e)
misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 15 maart 2012 tot
en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen,, in elk geval
in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid
en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam
is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand
voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 maart 2012
tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen,, in elk
geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander/anderen, althans alleen,(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in/uit (een elektriciteitskabel die zich bevond in) een pand aan
[adres] heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer BV, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich (telkens) de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven persoon/personen op één of meer tijdstip(pen), in of omstreeks
de periode van 15 maart 2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening (in/uit een pand gelegen aan
[adres] ) heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer B. V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven persoon/personen en/of zijn mededaders(s) en/of aan
verdachte,
waarbij die onbekend gebleven persoon/personen en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) omstreeks de
periode van 15 maart 2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door opzettelijk aan die onbekend gebleven persoon/personen zijn, verdachtes (huur)pand, voor deze diefstal ter beschikking te stellen;
3.
Primair
hij meermalen, in elk geval eenmaal, in of omstreeks de periode van 15 maart
2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens)
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk
geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] ) een
hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 511 hennepplanten, althans een
groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van
15 maart 2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde
Venen,in elk geval in Nederland, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk
heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan
de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 511
hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e)
misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 15 maart 2012 tot
en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen, in elk geval in
Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor
de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
Primair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 maart 2012
tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen,, in elk
geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander/anderen, althans alleen,(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in / uit (een elektriciteitskabel die zich bevond in) een pand aan
[adres] heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer BV, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich
(telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de /
het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven persoon/personen op één of meer tijdstip(pen), in of omstreeks
de periode van 15 maart 2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening (in/uit een pond gelegen aan [adres] ) heeft weggenomen, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Stedin Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven persoon/personen en/of zijn mededaders(s) en/of aan verdachte,
waarbij die onbekend gebleven persoon/personen en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
tot en/of hij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) omstreeks de
periode van 15 maart 2012 tot en met 20 augustus 2012 te Mijdrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door opzettelijk aan die onbekend gebleven persoon/personen zijn, verdachtes (huur)pand, voor deze diefstal ter beschikking te stellen.