ECLI:NL:RBMNE:2015:5629

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 april 2015
Publicatiedatum
28 juli 2015
Zaaknummer
16-660113-14 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij met betwisting van aantal oogsten en opbrengstverdeling

In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 april 2015 uitspraak gedaan over de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met een hennepkwekerij. De veroordeelde, die zijn woning ter beschikking stelde voor de teelt van hennep, werd geconfronteerd met een vordering van de officier van justitie tot ontneming van € 133.686,72. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de veroordeelde dat er slechts één oogst heeft plaatsgevonden, niet aannemelijk was. De rechtbank baseerde haar oordeel op de aangetroffen materialen en de vervuiling in de kwekerij, die duidde op een langere kweekperiode dan door de veroordeelde werd gesteld. De rechtbank concludeerde dat er ten minste twee eerdere oogsten hadden plaatsgevonden, en dat de veroordeelde een groter aandeel had in de opbrengst dan hij zelf had aangegeven.

De rechtbank berekende het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 11.140,00, rekening houdend met de netto opbrengst per oogst en de kosten die de veroordeelde had gemaakt. De rechtbank legde de veroordeelde de verplichting op tot betaling van dit bedrag aan de staat. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de verklaringen van de veroordeelde, de bevindingen van de politie en de rapporten die in het dossier waren opgenomen. De rechtbank achtte de MMA-meldingen betrouwbaar en concludeerde dat de veroordeelde meer betrokken was bij de hennepteelt dan hij had verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingslocatie Utrecht
Afdeling Strafrecht
Parketnummer: 16/660113-14 (ontneming)
Vonnis van de rechtbank d.d. 28 april 2015
in de ontnemingszaak tegen
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1968] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna aan te duiden als: veroordeelde.

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- de vordering, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/660113-14, waaruit blijkt dat veroordeelde op 28 april 2015 door de rechtbank Midden-Nederland is veroordeeld ter zake van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, tot de in die uitspraak vermelde straf;
- het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij [adres] [woonplaats] van 12 juni 2014 (hierna: het rapport);
- de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting;
- de overige stukken.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. Tevens zijn veroordeelde en zijn raadsvrouw, mr. F. Tosun, gehoord.

2.De beoordeling

2.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de ontnemingsvordering van € 133.686,72. De verklaring van veroordeelde dat er slechts één oogst is geweest is niet aannemelijk. Die verklaring klopt niet met de MMA-meldingen die zijn gedaan. Daarnaast wijst ook de vervuiling in de kwekerij op een veel langere periode dan waarover door veroordeelde is verklaard. Het is bovendien niet waarschijnlijk dat de verzadigde koolstoffilters en oude lampen die opgeslagen waren, vervuild of verbruikt in de woning zijn gebracht.
2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair betoogd dat de ontnemingsvordering dient te worden gematigd tot € 2.000,-. Door veroordeelde is verklaard dat er één keer is geoogst en dat hij € 2.000,- per oogst kreeg. Deze verklaring is onvoldoende betwist of weerlegd.
Subsidiair heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat niet aannemelijk is geworden dat er acht keer eerder is geoogst. Uit het dossier blijkt dat sprake is van vervuiling, maar onduidelijk is waarom die vervuiling duidt op acht eerdere oogsten. Ook de gebruikte lampen kunnen deze aanname niet onderbouwen nu niet duidelijk is waarom de lampen zijn vervangen. Er is geen onderzoek gedaan of de lampen nog bruikbaar waren. Verder blijkt uit de warmtemeting op 10 juli 2013 en de blokmeting in januari 2014 -die beiden negatief waren- dat er voor januari 2014 kennelijk geen hennepkwekerij in de woning aanwezig was. Er dient dus te worden uitgegaan van de verklaring van veroordeelde dat er slechts één keer is geoogst en dat er gebruik werd gemaakt van tweedehands materialen.
2.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de vordering uit van het in het vonnis bewezen verklaarde strafbare feit, te weten -kort gezegd- het medeplegen van het telen van hennep omstreeks 17 april 2014. [1] Op basis van de volgende feiten en omstandigheden acht de rechtbank het aannemelijk dat veroordeelde zich in de periode vóór 17 april 2014 ook schuldig heeft gemaakt aan hennepteelt.
Op 17 april 2014 is door de politie binnengetreden in de woning aan de [adres] te [woonplaats] . [2] Op de eerste verdieping van de woning werd een slaapkamer aangetroffen die geheel was ingericht voor de kweek van hennepplanten. In totaal stonden er 302 hennepplanten [3] van tenminste zeven weken oud. [4] In de kweekruimte hingen 11 assimilatielampen en 2 koolstoffilters. [5] In een andere slaapkamer werd onder andere een droogrek met hennepresten aangetroffen. [6]
Veroordeelde heeft verklaard dat hij zijn woning aan twee mannen ter beschikking heeft gesteld voor het opzetten van een hennepkwekerij. Veroordeelde deed dit omdat hij financiële problemen had. Per oogst kreeg veroordeelde een geldbedrag van deze mannen. [7]
In de kweekruimte bevond zich een op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten. De hoogte van de op de kalk gelijkende afzetting aan de onderzijde van de potten en op het zeil tegen de opstaande rand kwam overeen. [8] Het filterdoek van de aangetroffen koolstoffilters was vervuild. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op. [9] In ruimte B is een droogrek aangetroffen. Op dit droogrek werden resten van hennepplanten aangetroffen. De toegangsdeur naar de kweekruimte bleek ter hoogte van de deurgreep besmeurd. De sponningen van de toegangsdeur tot de kweekruimte bleken vervuild, veroorzaakt door aanzetting van vuildeeltjes. Vuildeeltjes ontstaan door drukverschillen in de hennepkwekerij en worden door de lucht getransporteerd. Dit duidt op een langere kweekperiode. [10] De vervuiling van de materialen past bij de vervuiling van de deursponning van de ruimte waarin de kwekerij zich bevond. [11] In ruimte B werden twee gebruikte koolstoffilters aangetroffen. Kennelijk waren deze verzadigd. Een koolstoffilter wordt tijdens het kweken vaak vervangen na meerdere oogsten. [12] Ook werden negen gebruikte assimilatielampen aangetroffen. [13]
Op 29 november 2013 is er bij Meld Misdaad Anoniem de volgende melding binnen gekomen: “Er is een hennepkwekerij in de woning aan [adres] in [woonplaats] . Er is regelmatig een hennepgeur bij de woning te ruiken. ’s Nachts is de bewoner, [veroordeelde] , voor de woning aan het rommelen met dozen. Soms is er hennepafval te vinden tussen de voordeur van de woning en de auto van de bewoner.” [14]
Op 15 januari 2014 komt er bij Meld Misdaad Anoniem de volgende melding binnen: “In de woning aan de [adres] in [woonplaats] is een hennepkwekerij. De bewoner is ’s nachts vaak in de weer met dozen. Er zijn twee grote koolstoffilters naar binnen gebracht.” In de aanvulling van Meld Misdaad Anoniem wordt gesproken over de persoon [veroordeelde] . Daarom wordt ervan uitgegaan dat het [adres] betreft. [15]
Overwegingen
Periode
Veroordeelde heeft verklaard dat er eenmaal eerder is geoogst en dat de kwekerij in december 2013 is opgezet. De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk.
De materialen die in de kweekruimte zijn aangetroffen, zijn erg vervuild. Deze vervuiling komt overeen met de vervuiling van de deursponning van de toegangsdeur naar de kweekruimte. Dit duidt erop dat de vervuiling van de materialen ter plaatse is ontstaan. De verklaring van veroordeelde dat er in de kweekruimte gebruik werd gemaakt van tweedehands materialen biedt daarom geen afdoende verklaring voor de aangetroffen vervuiling.
In ruimte B werden 2 koolstoffilters en 9 assimilatielampen aangetroffen. Deze koolstoffilters waren, zoals te zien is op de foto’s, erg vervuild en kennelijk verzadigd. Koolstoffilters worden pas na meerdere oogsten vervangen. Ook de assimilatielampen waren gebruikt.
De rechtbank gaat ervan uit dat deze opgeslagen koolstoffilters en assimilatielampen zijn gebruikt in de kwekerij van veroordeelde. Het aantal komt vrijwel overeen met de hoeveelheid materialen die in de kweekruimte zijn aangetroffen. In de kweekruimte hingen 2 koolstoffilters en 11 assimilatielampen. Bovendien sluit het feit dat deze materialen zijn vervangen aan bij de ernstige vervuiling van het zeil, de plantenpotten en de deursponning. Er is geen andere verklaring aannemelijk geworden waarom deze gebruikte goederen in de woning van veroordeelde waren opgeslagen.
De raadsvrouw heeft opgemerkt dat uit het dossier niet blijkt dat de gebruikte assimilatielampen niet meer bruikbaar zijn. Wellicht zijn de lampen, volgens de raadsvrouw, vervangen omdat lampen van het merk Philips beter zijn.
De rechtbank acht deze alternatieve verklaring niet aannemelijk. Behalve de assimilatielampen waren er ook koolstoffilters opgeslagen. Deze filters waren duidelijk erg vervuild en kennelijk niet in een vroeg stadium vervangen door andere filters.
Dat veroordeelde de koolstoffilters in de kweekruimte heeft vervangen door nieuwe filters, vindt ook steun in de MMA-melding van 15 januari 2014. In die melding wordt gesproken over twee koolstoffilters die in de woning van veroordeelde worden gebracht.
Verder wordt in een MMA-melding van 29 november 2013 gesproken over een henneplucht bij de woning van veroordeelde en hennepafval tussen zijn woning en zijn auto.
De rechtbank acht de hiervoor genoemde MMA-meldingen voldoende betrouwbaar, gelet op de hiervoor omschreven bevindingen in de kweekruimte en de opslagruimte in de woning van veroordeelde.
De rechtbank gaat ervan uit dat de opgeslagen koolstoffilters vóór de aangetroffen teelt zijn gebruikt. Uit het ontnemingsrapport blijkt dat deze koolstoffilters meerdere oogsten mee gaan. Ook gelet hierop is de verklaring van veroordeelde dat er slechts één keer is geoogst niet aannemelijk en is het meer aannemelijk dat er meerdere oogsten zijn geweest. Hoeveel precies is echter voor de rechtbank onduidelijk gebleven.
De bij veroordeelde op 17 april 2014 aangetroffen hennepplanten waren ongeveer 7 weken oud. Deze teelt is dus begonnen rond het einde van februari 2014. De teelt voorafgaand aan deze teelt, 10 weken eerder, is begonnen halverwege december 2013. Gelet op de MMA-melding van 29 november 2013 waarin gesproken wordt over een henneplucht en hennepafval, is er ook vóór deze laatste volledige teelt een teelt geweest.
Gelet op de vervuiling van de kwekerij, de gebruikte koolstoffilters en de MMA-meldingen acht de rechtbank het aannemelijk dat er ten minste twee eerdere oogsten hebben plaatsgevonden voordat de kwekerij werd opgerold met planten van toen circa 7 weken oud. In het voordeel van verdachte zal de rechtbank van twee oogsten uitgaan. Uit de omstandigheden waaronder de hennepkwekerij is aangetroffen en de MMA-meldingen die zijn gedaan, is onvoldoende aannemelijk geworden dat sprake is van acht eerdere oogsten, zoals dit door de officier van justitie is betoogd.
Aandeel van veroordeelde in de opbrengst
Door veroordeelde is verklaard dat hij per oogst € 2.000,- kreeg. De rechtbank acht dit niet aannemelijk.
Veroordeelde stelde zijn woning ter beschikking voor het telen van hennep. Doordat op de eerste verdieping van de woning een kweekruimte was ingericht en diverse goederen waren opgeslagen, kon veroordeelde van dit deel van de woning geen gebruik maken. Veroordeelde was daardoor genoodzaakt zelf op de begane grond van de woning te slapen. Gelet hierop is de vergoeding die veroordeelde, volgens zijn zeggen, kreeg bijzonder laag. Veroordeelde zou dan slechts € 800,- per maand hebben ontvangen, terwijl hij een groot deel van zijn woning niet meer kon gebruiken. Daarbij komt dat één oogst volgens de berekening op basis van het BOOM-rapport ruim € 18.000,- opbrengt. Veroordeelde zou dus genoegen genomen hebben met slechts 11 procent van de opbrengst.
De rechtbank overweegt daarnaast dat veroordeelde niet alleen zijn woning ter beschikking stelde, maar ook de planten verzorgde. Ook lijkt veroordeelde, volgens de MMA-melding van 29 november 2013, betrokken te zijn geweest bij het oogsten van de hennep. Ook dit maakt een vergoeding van slechts € 2.000,- per oogst niet aannemelijk.
Gelet op deze aanwijzingen is het aannemelijk dat veroordeelde een grotere rol had dan hij zichzelf in zijn verklaringen toedicht. De rechtbank zal ervan uit gaan dat veroordeelde een evenredig aandeel heeft gehad in de opbrengst.
Opbrengst per oogst
In de kwekerij stonden 32 planten per m2. Op basis van het BOOM-rapport is de opbrengst per plant in dat geval minimaal 19 gram. [16]
In de kwekerij stonden 302 hennepplanten. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt: 302 planten x 19 gram = 5,74 kilogram. [17]
Volgens het BOOM-rapport is de opbrengst per kilogram minimaal € 3.280,-. Per oogst bedraagt de opbrengst op basis van deze gegevens: 5,74 kilogram x € 3.280,- = € 18.827,20. [18]
Kosten per oogst
De door Liander in rekening gebracht kosten zijn nog niet door veroordeelde voldaan. Deze kosten worden daarom niet in mindering gebracht op het door veroordeelde verkregen voordeel. [19]
De overige kosten van de hennepkwekerij zijn, op basis van het BOOM-rapport, per oogst als volgt berekend:
- afschrijvingskosten: € 250,00 (1 oogst x € 250,-)
- hennepstekken: € 860,70 (302 x € 2,85)
- variabele kosten: € 1.005,66 (302 x € 3,33)
De totale kosten bedragen daarmee € 2.116,36. [20]
Totale netto opbrengst
De totale netto opbrengst per oogst is (€ 18.827,20 - € 2.116,36) € 16.710,84. Bij twee voltooide oogsten is er dus een netto opbrengst van € 33.421,68.
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel
Veroordeelde is door de rechtbank veroordeeld voor het medeplegen van hennepteelt. Door veroordeelde is verklaard dat naast hem twee andere mensen betrokken waren bij deze hennepteelt.
Met uitzondering van de verklaring van verdachte bevat het dossier geen aanwijzingen hoeveel personen bij deze hennepteelt betrokken zijn geweest. De rechtbank zal daarom uitgaan van de verklaring van veroordeelde en de totale netto opbrengst ponds-ponds verdelen over drie personen.
Op basis van de hiervoor weergegeven berekening schat de rechtbank het door veroordeelde verkregen wederrechtelijk verkregen voordeel op € 11.140,00.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 11.140,00;
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van
€ € 11.140,00ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. van Ommeren, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en O.P. van Tricht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 april 2015.
Mr. Van Ommeren is buiten staat deze beslissing te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het vonnis van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Midden-Nederland d.d. 28 april 2015.
2.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij [adres] te [woonplaats] , d.d. 7 mei 2014, p. 13.
3.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij [adres] te [woonplaats] , d.d. 7 mei 2014, p. 14.
4.Een geschrift, te weten een aangifte van Liander van 1 mei 2014, p. 44.
5.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij [adres] te [woonplaats] , d.d. 7 mei 2014, p. 14.
6.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij [adres] te [woonplaats] , d.d. 7 mei 2014, p. 14.
7.De verklaring van veroordeelde ter terechtzitting van 14 april 2015.
8.Het rapport, p. 75.
9.Het rapport, p. 76.
10.Het rapport, p. 78.
11.Het rapport, p. 74.
12.Het rapport, p. 79.
13.Het rapport, p. 74.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 april 2014, p. 2.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 17 april 2014, p. 2.
16.Het rapport, p. 75.
17.Het rapport, p. 75.
18.Het rapport, p. 75.
19.Het rapport, p. 80.
20.Het rapport, p. 80.