ECLI:NL:RBMNE:2015:5620

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 april 2015
Publicatiedatum
28 juli 2015
Zaaknummer
16-701341-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het witwassen van een Volkswagen Golf en een geldbedrag van € 4.000,-

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 april 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte, geboren in Marokko en ingeschreven in de Basisregistratie Personen, werd ervan beschuldigd in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 24 mei 2013 een Volkswagen Golf en een geldbedrag van € 4.000,- te hebben gewitwasht. Tijdens de zitting op 1 april 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie stelde dat het opzetwitwassen wettig en overtuigend bewezen kon worden verklaard, terwijl de verdediging betoogde dat de verdachte legale inkomsten had en daarom vrijgesproken diende te worden.

De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman beoordeeld, evenals de bewijsstukken van de Belastingdienst. De rechtbank concludeerde dat de verdachte onvoldoende bewijs had geleverd voor de legale herkomst van de Volkswagen Golf en het geldbedrag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in staat was om een concrete en verifieerbare verklaring te geven voor de herkomst van het geld en dat de verdachte zich op zijn zwijgrecht had beroepen tijdens het verhoor. Hierdoor kon de rechtbank niet anders concluderen dan dat de Volkswagen Golf en het geldbedrag afkomstig waren uit enig misdrijf.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het witwassen van de Volkswagen Golf en het geldbedrag van € 4.000,-. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 40 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/701341-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 15 april 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [1980] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 april 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. A.M.P.M. Adank, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 24 mei 2013 een Volkswagen Golf en een geldbedrag van € 4.000,- heeft witgewassen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd het ten laste gelegde opzetwitwassen wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Verdachte kan namelijk voldoende aantonen dat hij legale inkomsten heeft, waarmee de Volkswagen Golf is betaald. Dit geldt ook voor de moneytransfers van in totaal € 4.000,-. De partner van verdachte heeft, toen zij haar rijbewijs kreeg, een Peugeot gekregen van haar ouders. Deze Peugeot is in 2009 of 2010 verkocht voor € 9.000,-. Daarnaast heeft verdachte een geldbedrag van € 7.000,- van zijn broer geleend. Zijn broer heeft van deze geldlening een verklaring opgesteld en hierbij een kopie van zijn identiteitskaart gevoegd. Daarnaast had verdachte nog spaargeld. De verklaring van verdachte voor de herkomst van het geld is hiermee voldoende onderbouwd.
Het beeld dat in het dossier van verdachte wordt neergezet, is onjuist. Verdachte is de afgelopen jaren niet veroordeeld voor geld genererende misdrijven.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde (opzet)witwassen heeft begaan op grond van de volgende bewijsmiddelen. [1]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat van verdachte, wonende te Utrecht, de volgende looninkomsten bekend zijn:
2012: geen looninkomsten
2011: € 15.990,-
2010: € 23.795,-
2009: € 18.009,-
2008: € 20.075,- [2]
Deze loongegevens betreffen het bruto jaarinkomen van verdachte. [3]
Het saldo op het rekeningnummer van verdachte is € 590,- (2010), € 219,- (2011) en € 874,- (2012). In het jaar 2009 en 2008 had verdachte geen saldo op zijn rekeningnummer. Van verdachte is verder ook geen vermogen bekend. [4]
Van de partner van verdachte, [A] (hierna: [A] ), is bij de Belastingdienst over de periode van 2008 tot en met 2012 geen loon bekend. Over de rekeningen van [A] zijn de volgende gegevens bekend:
2012: € 2.077,-
2011: € 660,-
2010: € 260,-
2009: € 1.583,-
2008: € 1.583,-
Van [A] is geen vermogen bekend. [5]
Op 14 oktober 2011 is melding gedaan van een verdachte transactie. De transactie betreft een money transfer van 2.000,- (lokale valuta) vanuit Nederland naar Marokko. De opdrachtgever is [verdachte] en de begunstigde is [B] . [6]
Op 26 november 2011 is opnieuw melding gedaan van een verdachte transactie. De transactie betreft een money transfer van 2.000,- (lokale valuta) vanuit Nederland naar Marokko. De opdrachtgever is [verdachte] en de begunstigde [C] . [7]
Verdachte heeft op 3 februari 2012 -in het kader van een andere strafzaak- verklaard dat de Volkswagen Golf, met kenteken [kenteken] op naam staat van zijn vrouw, [A] . Verdachte heeft deze auto gekocht voor € 12.700,. De auto had veel schade en er moest veel aan gebeuren. Verdachte heeft de auto eind oktober (de rechtbank begrijpt: 2011) gekocht. [8] Aan de auto heeft verdachte ongeveer € 20.000,- uitgegeven. [9] In de verhoren van 11 en 12 juni 2013 heeft verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen. [10]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij -in gemeenschap van goederen- is getrouwd met [A] . Verdachte heeft twee keer een bedrag van € 2.000,- via money transfer overgemaakt naar Marokko. [11]
Bewijsoverwegingen
Volgens bestendige jurisprudentie kan, in een geval zoals dat zich hier voordoet, witwassen bewezen worden geacht wanneer het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de ten laste gelegde goederen/geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Allereerst moet worden vastgesteld of aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Als dit het geval is, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld of de goederen. Deze verklaring dient dan concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn.
Verdachte heeft verklaard dat de Volkswagen Golf hem in totaal € 20.000,- heeft gekost. Verder heeft hij verklaard dat hij tweemaal een money transfer van € 2.000,- heeft gedaan.
Uit de gegevens van de Belastingdienst kan worden afgeleid dat verdachte ten tijde van de aanschaf van de Volkswagen Golf en in de jaren daaraan voorafgaand een beperkt bruto jaarloon had. Van de partner van verdachte is bij de Belastingdienst in de periode van 2008 tot en met 2012 in het geheel geen loon bekend. Uit de gegevens die bij de Belastingdienst bekend zijn, kan worden afgeleid dat verdachte na het betalen van de vaste lasten weinig ruimte had voor andere bestedingen. Ook is niet gebleken dat verdachte over vermogen beschikte.
Door de raadsman zijn stukken overgelegd, waaruit blijkt dat verdachte en zijn partner in 2012 wel inkomsten hadden uit loon. De rechtbank zal deze stukken echter buiten beschouwing laten, omdat dit loon is verkregen na de aankoop van de Volkswagen Golf en na de twee money transfers van € 2.000,-.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden mag van verdachte een verklaring worden verlangd, die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. Verdachte heeft na zijn aanhouding op 11 juni 2013 geen verklaring afgelegd over zijn inkomsten, maar heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Op de zitting van 1 april 2015 is door verdachte verklaard dat hij de Volkswagen Golf heeft betaald met geld dat afkomstig was van de verkoop van een Peugeot die op naam stond van zijn partner. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij bij zijn broer een lening had afgesloten van € 7.000,-. Verder verklaarde verdachte dat hij vanaf zijn 16e jaar heeft gewerkt. Verdachte heeft hiervan geld opgespaard, wat hij contant in zijn woning bewaarde.
Bij de beoordeling van deze verklaring neemt de rechtbank de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen mee. Daarbij is van belang dat verdachte zich bij het verhoor bij de politie heeft beroepen op zijn zwijgrecht en pas op de terechtzitting een verklaring geeft voor zijn inkomsten.
Wat betreft de geldlening van € 7.000,- heeft verdachte een concrete verklaring afgelegd. Dit is door verdachte onderbouwd met een handgeschreven, ondertekende brief van [D] met een kopie van een identiteitskaart van deze [D] . De verklaring van verdachte over zijn spaargeld en de verkoop van de Peugeot is echter niet nader onderbouwd. De rechtbank acht de verklaring van verdachte op die punten dan ook onvoldoende concreet en verifieerbaar.
Verdachte heeft sinds het begin van het strafrechtelijk onderzoek onvoldoende tegenwicht geboden aan de verdenking van witwassen. Nu er onvoldoende aanwijzingen zijn dat het geldbedrag waarmee de Volkswagen Golf is aangeschaft en het geldbedrag van € 4.000,- een legale herkomst heeft, kan een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring gelden.
Op grond van de hiervoor genoemde overwegingen is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat de Volkswagen Golf en het geldbedrag van € 4.000,- -onmiddellijk en/of middellijk- uit enig misdrijf afkomstig waren en dat verdachte hiervan op de hoogte was. Het ten laste gelegde kan dus wettig en overtuigend worden bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 24 mei 2013 te Utrecht voorwerpen, te weten een personenauto (merk: Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken] )
en een geldbedrag van 4000 euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die voorwerpen -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als:
witwassen.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de werkstraf niet naar behoren (heeft) verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 40 dagen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een Volkswagen Golf en een geldbedrag van € 4.000,-.
Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Opbrengsten van misdrijven worden hierdoor aan het zicht van justitie onttrokken, waardoor witwassen ook het plegen van misdrijven aantrekkelijk kan maken. De veelal lucratieve vormen van criminaliteit zouden immers niet zo aantrekkelijk zijn als de daders er niet in slaagden wegen te vinden om de opbrengsten ervan aan het zicht van justitie en de fiscus te onttrekken.
De rechtbank heeft wat betreft de persoonlijke omstandigheden van verdachte gelet op een Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 11 februari 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De eis van de officier van justitie is, rekening houdend met de ernst van het feit en met straffen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd, passend. De rechtbank zal verdachte veroordelen tot een taakstraf van 80 uren.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 63, 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert op:
witwassen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Straf
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van 80 uren.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 dagen.
Beveelt dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, voorzitter, mrs. N.E.M. Kranenbroek en O.P. van Tricht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 april 2015.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt tenlastegelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2011 tot en met 24 mei 2013, te
Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, van een of meer voorwerpen, te weten een
(personen)auto (merk: Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken] )
en/of een geldbedrag van 4000 euro,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen
en/of
bovenbedoelde voorwerpen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft
overgedragen en/of omgezet, althans van genoemde voorwerpen gebruik heeft
gemaakt
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die voorwerpen -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal 09POB254, nummer 2013113583 (pagina 1 tot en met 171) en twee aanvullende processen-verbaal (van 5 november 2014 en 25 februari 2015), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal bevindingen verstrekking Belastingdienst, d.d. 13 mei 2013, p. 28.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 5 november 2014 (ongenummerd).
4.Het proces-verbaal bevindingen verstrekking Belastingdienst, d.d. 13 mei 2013, p. 28.
5.Het proces-verbaal bevindingen verstrekking Belastingdienst, d.d. 13 mei 2013, p. 27.
6.Een geschrift, te weten een uitdraai uit het BlueView registratiesysteem, p. 44.
7.Een geschrift, te weten een uitdraai uit het BlueView registratiesysteem, p. 46.
8.Een geschrift, te weten een ongetekend proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , d.d. 3 februari 2012, p. 78.
9.Een geschrift, te weten een ongetekend proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , d.d. 3 februari 2012, p. 80.
10.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , d.d. 11 juni 2013, p. 55 e.v. en het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , d.d. 12 juni 2013, p. 67 e.v.
11.De verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 1 april 2015.