3.1.Preventass vordert:
( i) [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] primair hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van € 1.475.000,- vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, althans artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 17 september 2014, althans vanaf datum van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening; subsidiair, indien de rechtbank mocht oordelen dat de door Preventass bepaalde en omschreven schade niet kan worden toegewezen en dat een hoofdeljke veroordeling niet kan worden toegewezen, verzoekt Preventass de rechtbank de door haar geleden schade vast te laten stellen en [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] te veroordelen tot vergoeding van deze schade op basis van hun aandeel in deze schade;
(ii) [gedaagde sub 1] te verbieden om in strijd te handelen met het geheimhoudingsbeding en het non-concurrentiebeding ex artikel 12 van zijn arbeidsovereenkomst met Preventass en te bepalen dat [gedaagde sub 1] voor elke dag of gedeelte van een dag dat hij in strijd handelt met het hiervoor geformuleerde verbod, aan Preventass een dwangsom verbeurt van € 1.000,- ingaande vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis en tot een (voorlopig) maximum van € 50.000,-, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag;
(iii) [gedaagde sub 3] te verbieden om in strijd te handelen met het geheimhoudingsbeding en het concurrentiebeding dat hij is overeengekomen met Preventass en te bepalen dat [gedaagde sub 3] voor elke dag of gedeelte van een dag dat hij in strijd handelt met het hiervoor geformuleerde verbod, aan Preventass een dwangsom verbeurt van
€ 1.000,- ingaande vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis en tot een (voorlopig) maximum van € 50.000,-, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag;
(iv) [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] te verbieden om voor de duur van 2 jaar, dan wel een door de rechtbank te bepalen termijn, ingaande na betekening van het in deze te wijzen vonnis werkzaamheden te verrichten voor [A] , [B] , [bedrijf 2] of andere relaties van Preventass en te bepalen dat deze gedaagden voor elke dag of gedeelte van een dag dat zij in strijd handelen met het hiervoor geformuleerde verbod, aan Preventass een dwangsom verbeurt van € 10.000,- ingaande vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis en tot een (voorlopig) maximum van € 200.000,-, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag;
( v) gedaagden te verbieden om de onrechtmatige concurrentie jegens Preventass te continueren tevens inhoudende een verbod op een stelselmatige benadering van relaties van Preventass met als doel deze bij Preventass weg te halen en te bepalen dat gedaagden voor elke dag of gedeelte van een dag dat zij gezamenlijk of afzonderlijk in strijd handelen met het hiervoor geformuleerde verbod, aan Preventass een dwangsom te verbeuren van € 10.000,- ingaande vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis en tot een (voorlopig) maximum van € 200.000,-, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag;
(vi) gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede in de kosten van de gelegde conservatoire beslagen een en ander zoals blijkt uit productie 45 van Preventass per gedaagde in de nakosten ad € 131,- en in geval van betekening van het vonnis ad € 199,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis tot aan de dag der voldoening, althans voor zover het griffierecht betreft te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van voldoening van het griffierecht tot aan de dag der voldoening;
(vii) gedaagden hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, te
veroordelen tot vergoeding van de buitengerechteljke kosten ad € 6.775,- vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 14 dagen na datum van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
(viii) gedaagden hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, te
veroordelen in de kosten van deze procedure met inbegrip van de nakosten ad
€ 131,- en in geval van betekening van het vonnis ad € 199,- , alsmede in de kosten van de gelegde conservatoire beslagen vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 3W over dit bedrag vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis tot aan de dag der voldoening;
(ix) gedaagden hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd te veroordelen in de kosten van KPMG Advisory N.V. aan de zijde van Preventass, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag van de algehele voldoening;
( x) [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 4] te gebieden, een en ander zoals beschreven in de
dagvaarding ex artikel 843a Rv, om binnen 2 werkdagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis afschrift te overleggen of inzage te geven aan Preventass van de volgende stukken en/of informatie:
(i) De brief die [gedaagde sub 1] op 8 juni 2013 naar [C] en [D] van [gedaagde sub 4] heeft gestuurd en waarnaar hij verwijst in zijn SMS aan [C] van 8juni 2013 om13:36 uur.
(ii) Het overzicht van relaties met adressen dat op 28 juni 2013 door [gedaagde sub 1] aan [C] van [gedaagde sub 4] is verstuurd en waarnaar [gedaagde sub 1] in zijn SMS van 28 juni 2013 om 19:07 uur naar verwijst. Preventass benadrukt dat zij nadrukkelijk verzoekt zowel om de betreffende e-mail als om de lijst met relaties.
(iii) De stukken die [gedaagde sub 1] heeft ontvangen en waarnaar hij in zijn SMS van 26 oktober 2013 15:00 uur aan [C] van [gedaagde sub 4] verwijst.
(iv) De sollicitatie (brief/ e-rnail), waar [gedaagde sub 1] in zijn SMS van 30 november 2013, 16:53 uur aan [C] van [gedaagde sub 4] naar verwijst.
(v) De gegevens die [gedaagde sub 1] op 23 oktober 2013 aan [A] heeft gestuurd per e-mail bericht.
(vi) correspondentie, stukken, rekeningen en e-mails die gedaagden tezamen of afzonderlijk zonder medeweten van de heer [E] hebben gestuurd en ontvangen aan klanten en/of werknemers van Preventass, in de periode van december 2012 tot aan de datum van het in deze te wijzen vonnis, waaronder ook de stukken die [gedaagde sub 1] in november 2013, daags voor zijn vertrek bij Preventass heeft gedownload.