ECLI:NL:RBMNE:2015:5534

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 augustus 2015
Publicatiedatum
24 juli 2015
Zaaknummer
4235452
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering machtiging tot verwerping nalatenschap namens minderjarige wegens positieve nalatenschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 augustus 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging tot verwerping van de nalatenschap van een overleden grootvader, gedaan door zijn dochter en de moeder van de minderjarige erfgenaam. De verzoekers, die de ouders zijn van de minderjarige, vroegen de kantonrechter om hen te machtigen om de nalatenschap te verwerpen, omdat zij vreesden voor de verplichtingen die voortvloeien uit een beneficiaire aanvaarding. De erflater, die geen testament had achtergelaten, had een positieve nalatenschap, waaronder een vakantiewoning in Duitsland met een hypothecaire schuld. De kantonrechter overwoog dat er op basis van de beschikbare informatie sprake was van een positieve nalatenschap ter waarde van ongeveer € 20.000,-. De kantonrechter concludeerde dat het in het belang van de minderjarige was om de nalatenschap niet te verwerpen, omdat de verplichtingen die voortvloeien uit een beneficiaire aanvaarding ondervangen konden worden door het inschakelen van deskundigen. De gevraagde machtiging tot verwerping werd daarom geweigerd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 4235452 UT VERZ 15-13076

Beschikking van 4 augustus 2015

inzake het verzoek van

[verzoekster] ,

hierna te noemen: verzoekster, en
[verzoeker],
beiden wonende te [woonplaats] ,
gemachtigde: Anotaris, gevestigd te Bunnik,
hierna samen te noemen: verzoekers.
Het verzoek strekt tot machtiging betreffende het vermogen van:
[minderjarige] ,wonende te [woonplaats] , geboren te [geboorteplaats] op [2008] , hierna te noemen: de minderjarige,
toekomstig erfgenaam in de nalatenschap van:
[A] ,geboren te [geboorteplaats] op [1963] , overleden te [woonplaats] op [2014] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] , hierna te noemen: erflater.
Verzoekers hebben het verzoek gedaan in hun hoedanigheid van ouders.

Procedure

Bij brief van 22 juni 2015 wordt de kantonrechter verzocht op grond van artikel 4:193 lid 1 Burgerlijk Wetboek (verder: BW) machtiging tot verwerping van de nalatenschap van erflater te verlenen.
De zaak is behandeld ter zitting van 21 juli 2015. Verzoekster is verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden.

Feiten

Erflater is de opa van de minderjarige en de vader van verzoekster. Erflater heeft blijkens inlichtingen uit het Centraal Testamentenregister niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt. Krachtens het versterferfrecht heeft erflater onder andere zijn dochter als erfgenaam achtergelaten. Zij wil de nalatenschap van erflater verwerpen, als gevolg waarvan haar minderjarige dochter erfgenaam wordt in de nalatenschap van erflater.
Verzoekster heeft ongeveer 27 jaar geen contact gehad met erflater. De minderjarige heeft ook nooit contact gehad met erflater en wist en weet nog steeds niet van het bestaan van erflater.
Verzoekers zijn niet op de hoogte van de omvang van de nalatenschap. Blijkens een brief van de belastingdienst van 8 december 2014 gaat de belastingdienst ervan uit dat de erfenis van erflater lager is dan de vrijstelling voor de erfbelasting (in 2014 voor een kind
€ 19.868,-). Uit inzage bij de openbare registers van het kadaster blijkt dat erflater ten tijde van zijn overlijden geen eigenaar was van registergoederen in Nederland. Wel is bekend dat tot de nalatenschap van erflater een vakantiewoning in Duitsland behoort. Deze woning is belast met een hypotheek ten behoeve van de Kreissparkasse Grafschaft Bentheim zu Nordhorn in Duitsland. Volgens een mondelinge verklaring van een medewerker van deze bank bedraagt de hypothecaire schuld ongeveer € 40.000,- en de waarde van de woning ongeveer € 60.000,-. De woning schijnt in slechte staat te verkeren en veel achterstallig onderhoud te hebben.

Overwegingen van de kantonrechter

Artikel 4:193 lid 1 BW bepaalt dat een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam voor deze niet zuiver kan aanvaarden en voor verwerping machtiging van de kantonrechter behoeft.
De kantonrechter overweegt dat onderzocht moet worden of verwerping van de nalatenschap in het belang van de minderjarige is. In onderhavige zaak bestaat nog onduidelijkheid over de omvang van de nalatenschap, maar op basis van de nu bekende gegevens is sprake van een positieve nalatenschap.
Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoekers de verplichtingen die zullen ontstaan als gevolg van een beneficiaire aanvaarding willen vermijden, waarmee samenhangend de verplichting tot het ontruimen en verkopen van de woning in Duitsland, mede gelet op de emotionele belasting en de afstand tussen hun woonplaats en de vakantiewoning in Duitsland.
De kantonrechter overweegt dat op basis van de nu bekende gegevens de nalatenschap een positieve waarde heeft van € 20.000,-. Dat maakt het voor verzoekers mogelijk om hulp en deskundigen in te schakelen om te voldoen aan de verplichtingen die zullen ontstaan als gevolg van beneficiaire aanvaarding.
Verder blijkt uit het verzoekschrift en uit hetgeen op de zitting is besproken, dat machtiging tot verwerping wordt gevraagd, omdat de omvang van de nalatenschap onduidelijk is en omdat het onmogelijk is om meer informatie over de omvang van de nalatenschap te vergaren. De kantonrechter overweegt dat als eenmaal vaststaat welke keuze verzoekster (voor zichzelf en voor de minderjarige) ten aanzien van de nalatenschap uitbrengt, door een notaris een verklaring van erfrecht kan worden opgemaakt en daarmee informatie opgevraagd kan worden bij derden, desnoods met tussenkomst van een deskundige, bijvoorbeeld een notaris.
Gelet op het feit dat de nalatenschap ruimschoots positief lijkt te zijn en de bezwaren van verzoekers tegen de gevolgen van beneficiaire aanvaarding ondervangen kunnen worden door inschakeling van deskundigen, is de kantonrechter van oordeel dat het niet in het belang is van de minderjarige dat de nalatenschap van erflater namens de minderjarige wordt verworpen. De kantonrechter zal de gevraagde machtiging daarom weigeren.

Beslissing

De kantonrechter:
weigert de verzochte machtiging.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 4 augustus 2015.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.