ECLI:NL:RBMNE:2015:5515
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezoekregeling en ondertoezichtstelling van minderjarige in familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 mei 2015 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure betreffende de minderjarige [minderjarige]. De moeder, hierna te noemen verzoekster, heeft verzocht om de vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing die door de gecertificeerde instelling (GI) was gegeven. De GI had op 11 maart 2015 een aanwijzing gegeven die de omgangsregeling met de minderjarige beperkte, omdat de eerdere regeling als te belastend werd ervaren. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de moeder was vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. drs. M. Erkens. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI de moeder niet in de gelegenheid heeft gesteld om haar zienswijze te geven over de voorgenomen aanwijzing, wat in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Echter, de kinderrechter heeft besloten om de aanwijzing niet te vernietigen, omdat de moeder niet in haar belangen is geschaad. De kinderrechter heeft overwogen dat de GI voldoende onderbouwd heeft dat de eerdere bezoekregeling te belastend was voor de minderjarige, die na elk bezoekmoment onrust ervoer. De kinderrechter heeft het verzoek van de moeder om de schriftelijke aanwijzing te vervallen te verklaren afgewezen, omdat de huidige regeling in het belang van de minderjarige is. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen gronden zijn om de schriftelijke aanwijzing te vernietigen en heeft de zaak in het belang van de minderjarige beslist.