Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure in conventie en in reconventie
- de dagvaarding van 1 september 2014
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie van 8 oktober 2014
- het verzoek van ZKA van 2 december 2014 tot doorhaling van de procedure
- de akte uitlating van [gedaagde] van 12 december 2014, waarin hij meedeelt niet met doorhaling in te stemmen
- de conclusie van repliek in conventie, tevens akte wijziging constitutie procespartij en vermindering van eis tevens conclusie van antwoord in reconventie van 14 januari 2015
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie van 6 februari 2015
- de conclusie van dupliek in reconventie van 11 maart 2015
- de akte overlegging producties van [gedaagde] van 27 april 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
"akkoord met restant van 72,31 24-05-2011". Dit e-mailbericht was een reactie op de door ZKA overgelegde brief van Incassade aan [gedaagde] van 9 mei 2011, waarin was vermeld dat [gedaagde] om proceskosten te voorkomen € 72,31 uiterlijk op 24 mei 2011 aan Incassade diende te betalen. Bij dupliek heeft ZKA nog nader toegelicht dat [gedaagde] dit bedrag te laat heeft betaald, en wel op 26 mei 2011, en dat de procedure daarom doorgang heeft gevonden en [gedaagde] bij verstek is veroordeeld. Op de betaling van de hoofdsom, vermeerderd met de proceskosten, is het bedrag van € 72,31 in mindering gebracht. Na deze conclusie van dupliek heeft [gedaagde] nog een akte genomen, waarin hij op de stellingen van ZKA is ingegaan. Hij heeft daarin echter deze uitleg van ZKA onvoldoende gemotiveerd betwist. [gedaagde] heeft nog wel aangevoerd dat deze betaling (en ook nog andere betalingen) op andere overzichten van Agis/Incassade ontbreekt, maar dat maakt voormelde conclusie niet anders.
"Incassade € 143,68", geen afdoende bewijsstuk. Hij zal [gedaagde] daarom in de gelegenheid stellen bij akte een verklaring/specificatie van het UWV van de door hem gestelde afdracht door het UWV aan Incassade van € 143,68 in deze procedure over te leggen.
"eenpremieschuld(onderstreping kantonrechter)
ter hoogte van zes of meer maandpremies"is ontstaan buiten beschouwing te worden gelaten. Dit volgt uit de tekst van artikel 18 c lid 1 Zorgverzekeringswet alsmede uit de parlementaire geschiedenis:
"eigen betalingen"worden verstaan:
.