In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Utrechts Centrum voor de Kunsten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De zaak betreft een subsidie van € 2.555.283,- die aan eiseres was verleend voor het jaar 2014. Bij het primaire besluit van 8 januari 2014 werd de subsidie verleend onder de voorwaarde dat eiseres een sluitende meerjarenbegroting zou overleggen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door verweerder ongegrond werd verklaard in het bestreden besluit van 9 april 2014. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verplichting tot het overleggen van een sluitende meerjarenbegroting in strijd is met artikel 4:39 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de opgelegde verplichting geen verband houdt met de gesubsidieerde activiteiten van eiseres in 2014, maar feitelijk betrekking heeft op de jaren 2015 tot en met 2017. Dit is niet toegestaan, aangezien de subsidie een jaarlijkse subsidie betreft en de voorwaarden enkel voor het jaar 2014 kunnen worden opgelegd.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd voor zover het de verplichting tot het overleggen van een meerjarenbegroting betreft, en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres. Tevens is bepaald dat het betaalde griffierecht aan eiseres moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.