ECLI:NL:RBMNE:2015:5337

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2015
Publicatiedatum
17 juli 2015
Zaaknummer
3420294
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van toezegging voor toeslag door FNV tegen Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

In deze zaak vordert de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) nakoming van een toezegging door Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. (AN IC) om een toeslag van 4,5% te betalen aan haar werknemers werkzaam op de locatie Botlek Rotterdam, met ingang van 1 juli 2013. De FNV stelt dat deze toezegging is gedaan tijdens een overleg met de ondernemingsraad en dat de werknemers redelijkerwijs mochten vertrouwen op de uitvoering van deze toezegging. AN IC heeft echter verweer gevoerd en betwist dat er een rechtsgeldig besluit is genomen om de toeslag toe te kennen. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere notulen van overleg en memo's zijn ingediend ter onderbouwing van de vordering van FNV.

De feiten van de zaak tonen aan dat AN IC deel uitmaakt van een groter concern en dat er binnen het concern een minimum cao geldt. De FNV heeft geprobeerd om een afzonderlijke cao voor het personeel van het Membraan Electrolysebedrijf (MEB) te sluiten, maar dit is niet gelukt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen rechtsgeldig besluit is genomen over de toeslag en dat de mededelingen die zijn gedaan tijdens de overleggen niet voldoende zijn om te concluderen dat er een toezegging is gedaan die rechtens afdwingbaar is.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van FNV afgewezen, met de overweging dat de werknemers van AN IC niet konden vertrouwen op een toezegging die niet rechtsgeldig was. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 22 juli 2015.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 3420294 AC EXPL 14-4339 DS/1286
Vonnis van 22 juli 2015
inzake
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Federatie Nederlandse Vakbeweging, voorheen FNV Bondgenoten,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen FNV,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.J.M. Postma,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
verder ook te noemen AN IC,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. E.J. Henrichs.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 november 2014;
  • de brief met producties van FNV;
  • het proces-verbaal van comparitie van 24 maart 2015
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
AN IC maakt als onderdeel van de Business Unit Industrial Chemicals (BU IC), dat weer onderdeel is van de Business Area Speciality Chemicals, deel uit van het Nederlandse moederbedrijf Akzo Nobel Nederland B.V. (AN NL), dat circa 5000 werknemers telt. AN IC heeft meerdere productielocaties in Nederland, waaronder een locatie in de Botlek, die bekend staat onder de afkorting AN Botlek. AN Botlek bestaat uit meerdere fabrieken waarin circa 250 personen werkzaam zijn. Eén van de fabrieksonderdelen is het Membraan Electrolysebedrijf (het MEB) waar 80 personen werkzaam zijn. Het MEB produceert chloor, natronloog, bleekloog en waterstof. Binnen Akzo Nobel geldt een concern-cao die wordt getypeerd als een minimum-cao. Alle (klein)dochtermaatschappijen van AN NL kennen in beginsel dezelfde arbeidsvoorwaarden voor hun personeel. De werknemers van AN Botlek ontvangen echter in – anders dan collega’s in dezelfde of vergelijkbare functies bij de andere Nederlandse Akzo Nobel vestigingen – sinds 2008 een zogenaamde Botlektoeslag ter grootte van 4% van hun salaris en kennen een gunstigere reiskostenvergoeding dan de rest van het personeel.
2.2.
FNV behartigt de belangen van haar leden werkzaam bij AN Botlek.
2.3.
Vanaf 20 oktober 2011 is de onvrede van de werknemers die bij het MEB werken over hun beloning een vast onderwerp geworden op de agenda tussen AN IC en haar Ondernemingsraad (OR). AN Botlek heeft naar aanleiding van de gesprekken met de OR en in overleg met de BU IC en de Human Resources afdeling van AN NL (HR NL) onderzoek laten doen naar de arbeidsvoorwaarden bij andere bedrijven in de regio (het AWVN-onderzoek). Uit het AWVN-onderzoek is gebleken dat er – ondanks de toeslag die AN IC betaalt aan haar werknemers bij AN Botlek – een negatief verschil in beloning zit tussen een bepaalde groep van werknemers van AN Botlek en werknemers van andere bedrijven in de regio.
2.4.
AN Botlek heeft in samenspraak met HR NL een conclusie en aanbeveling geschreven naar aanleiding van de uitkomst van het AWVN-onderzoek. Daarover is de notulen van het overleg met de OR van AN Botlek van 1 november 2012 het volgende opgenomen:
HR de samenvatting conclusie en aanbeveling vanuit BU, SBU en ANN is akkoord wordt naar OR gestuurd voor 15 november a.s. zodat OR dit kan behandelen. HR is aan het kijken of er met percentages iets geregeld kan worden. Er zal een start met functiewaardering plaatsvinden , zodat per april doorgezet kan worden.
Eind 2012-begin 2013 is veelvuldig met de OR gesproken over een mogelijke oplossing in de vorm van een toeslag van 4,5%. Deze oplossingsrichting is vervolgens uitgewerkt in een voorstel dat ook aan de BU IC en AN NL is voorgelegd. Dit voorstel is meerdere malen besproken, zowel tussen OR en AN Botlek, als tussen AN Botlek en BU IC en AN NL en ook tussen AN NL en BU IC. In de notulen van het overleg met de OR van AN Botlek van 24 januari 2013 is dienaangaande het volgende opgenomen:
Voorstel is besproken met HR NL en [A] . Er zijn nog enkele kleine wijzigingen aangebracht, de eindconclusie is positief. Differentie tussen F t/m 56, Productie operationeel en Techniek Operationeel, is niet gewenst. Er komt dus een gelijke toeslag (4,5%) voor iedereen waarvoor dit geldt. De toeslag zal elk jaar opnieuw beoordeeld worden. Er wordt verwacht dat de toeslag per 1 juli 2013 kan worden uitgevoerd na de functiewaardering van alle functies op de site. De toeslag telt niet mee voor het pensioen. In ieder geval wordt dit na de cao onderhandelingen aan het personeel gecommuniceerd.
In de notulen van het overleg met de OR van AN Botlek van 14 maart 2013 is verwoord dat “vanuit de BU nog geen signaal is ontvangen over communicatie met betrekking tot de AWVN-toeslag”.
2.5.
Op 1 juli 2013 heeft AN Botlek via een memo met als kopje “Vragen en antwoorden Toeslag AWVN” (hierna: het Memo) haar personeel laten weten dat de BU IC heeft besloten de verwachte toeslag van 4,5 % voortkomend uit het AWVN onderzoek niet door te laten gaan in verband met verslechterde financiële resultaten door de economische situatie en de resultaten van de Turnaround. In het Memo is opgenomen dat de toeslag zou gaan gelden voor alle operationele productie- en operationeel technische functies in F, G, H, K/56, dat het zou gaan om 100 medewerkers en dat de OR op 20 juni 2013 was geïnformeerd over het niet doorgaan van de toeslag. Onder het kopje “argumenten om de toeslag niet door te laten gaan” staat het volgende:
Als locatie maken wij deel uit van een groter geheel. Akzo Nobel en BU IC verkeren in economisch moeilijke tijden. De jarenlange negatieve cash flow wordt op corporate niveau niet langer geaccepteerd. Niet alleen op korte termijn maar ook op langere termijn zijn de verwachtingen niet positief. In de chemische industrie zie je dat investeringen door de lagere energieprijzen meer en meer naar de VS verschuiven en dat heeft de nodige impact op de situatie in Europa. Ook daar moeten we rekening mee houden. De Turnaround heeft de financiële situatie van BU IC bovendien verder verslechterd. Gezien de geschetste moeizame situatie is het BU MT van mening dat het een slecht signaal zou zijn om de toeslag nu toe te kennen. Ook in Rotterdam net als andere sites zullen wij onze bijdrage moeten leveren aan het bezuinigingsprogramma van Akzo Nobel.
Onder het kopje “wat is de achtergrond van de 4,5% toeslag” is het volgende verwoord.
De arbeidsmarkt Rotterdam Botlek is zeer competitief voor technisch en operationeel personeel. Beloning in Rotterdam is jaren onderwerp van gesprek en discussie tussen ondernemingsraad en Management. In het rapport Arbeidsvoorwaardensurvey 2010 Chemische Industrie, regio Botlek (peildatum 1 juni 2010) is geconcludeerd dat de hogere operationele functies binnen AkzoNobel regio Botlek onder de mediaan betaald worden. De BU Industrial Chemicals en HR Nederland hebben medio 2012 afgesproken om een vervolgonderzoek te doen met een selectie van 10 bedrijven uit de Botlek. Dit vond plaats mid 2012 en ook hieruit bleek dat AN onder de mediaan betaalt. Het uitgangspunt van sBU is dat we rond de mediaan willen betalen. De BU IC heeft op basis van de uitkomsten het principebesluit genomen een functiegebonden toeslag voor operationele productie en operationele technische functies in de range F-K/56 te introduceren bovenop de reeds bestaande Botlek toeslag. HR Nederland had een aantal voorwaarden gesteld waaraan de regeling zou moeten voldoen.
  • Eerst uitvoeren functiewaarderingsonderzoek.
  • Naar aanleiding van de benchmark komen alle operationele en technische functies die in F, G, H, K en 56 zijn ingedeeld (en in de corresponderende groep betaald worden) in aanmerking. Op basis van de vernieuwde functie-indeling zou de definitieve groep worden bepaald.
  • Toeslag zou 4,5 % bedragen voor alle functiegroepen, waarmee beschikbaar budget gelijkmatig wordt verdeeld over de doelgroep, alle functies richting mediaan zullen gaan ontwikkelen en opbouw van de huidige CAO-salarisschalen wordt gerespecteerd.
  • De regeling zou lopen vanaf 1 juli 2013 tot het moment waarop een volgend onderzoek zou worden gehouden om te verifiëren of salarissen inderdaad richting mediaan gaan. Het e.v. onderzoek zou in 2014 zijn, nl de “Arbeidsvoorwaardensurvey 2014 Chemische Industrie, regio Botlek”. Al of niet continueren is dan ter beoordeling aan BU MT Industrial Chemicals.
  • De toeslag wordt niet in het pensioen meegenomen en is geen onderdeel van het vaste salaris.
  • De toeslag wordt niet met terugwerkende kracht over voorgaande jaren ingevoerd.
2.6.
De bonden hebben, na stakingen bij AN Botlek, met AN NL in het najaar van 2014 overeenstemming bereikt over een nieuwe CAO voor haar concern die is gaan lopen met ingang van 1 juli 2014. Daarbij is niet gesproken over de toeslag die in deze procedure ter discussie staat.

3.Het geschil

3.1.
FNV vordert – na wijziging van eis – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van AN IC om:
binnen een maand na betekening van het vonnis, aan haar medewerkers, werkzaam op de locatie Botlek Rotterdam en ingedeeld in de functiegroepen F tot en met K 56, met ingang van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014, een toeslag van 4,5% (hierna: de toeslag) te betalen;
binnen twee maanden na betekening van het vonnis aan FNV loonspecificaties van haar medewerkers over te leggen, waaruit blijkt dat zij de verhoging vanaf 1 juli 2013 aan haar medewerkers heeft betaald;
een en ander onder verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van AN IC in de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt FNV dat de toeslag is toegezegd.
3.3.
AN IC heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van FNV in de proceskosten te vermeerderen met de nakosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
FNV vordert nakoming van de toezegging om de toeslag te betalen met ingang van 1 juli 2013. Zij stelt zich daarbij op het standpunt, zo begrijpt de kantonrechter, dat AN IC één of meerdere verklaring(en) heeft laten uitgaan waaruit:
- zonder meer volgt dat de leden van FNV met ingang van 1 juli 2013 recht zouden hebben op de toeslag, althans
- de leden van FNV redelijkerwijs hebben mogen begrijpen dat zij vanaf 1 juli 2013 recht zouden hebben op de toeslag ( artikel 3: 33 jo 3:35 BW).
De kern van het geschil is dus of sprake is van zo’n of dergelijke verklaring(en). Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat binnen het Akzo Nobel concern een minimum cao gold en geldt, waarvan door de (klein)dochters kan worden afgeweken indien daar een rechtsgeldige besluitvorming aan ten grondslag ligt.
4.2.
Ter onderbouwing van haar stellingen verwijst FNV naar de notulen van het overleg met de OR van AN Botlek van 24 januari 2013 (zie rechtsoverweging 2.4.; hierna: de Notulen) en de mededeling die tijdens een bijeenkomst van ongeveer 35 werknemers van het MEB is gedaan voorafgaand aan het overleg met de OR van 24 januari 2013 door de sitemanager van AN Botlek, de heer [B] , en de heer [C] dat de betreffende werknemers een toeslag van 4,5 % zouden krijgen en dat er alleen maar een handtekening van de heer [A] onder moest komen. Die mededeling destijds heeft ertoe geleid dat er niet werd gestaakt. De Notulen zijn indertijd bekend gemaakt door ze op te hangen op publicatieborden. Daardoor was de inhoud van de toezegging bij de werknemers van AN IC bekend. FNV stelt tenslotte dat de toeslag van 4% die werknemers van AN Botlek sinds 2008 ontvangen op een soortgelijke wijze tot stand is gekomen.
4.3.
AN IC heeft diverse verweren opgeworpen tegen de vordering van FNV. Kort gezegd komen die verweren neer op het volgende. Er heeft geen voorstel gelegen dat voldoende was uitgewerkt, noch is daarvoor groen licht gegeven door BU IC en AN NL. Er ligt dus geen rechtsgeldig besluit aan de gestelde toezegging ten grondslag. Voor zover al toezeggingen zijn af te leiden uit hetgeen op de bijeenkomst voorafgaand aan de overlegvergadering van 24 januari 2013 door [B] en [C] is gezegd – hetgeen wordt bestreden – zijn die niet gedaan aan een representatieve afspiegeling van het hele Botlekpersoneel. Mededelingen gedaan tijdens een overleg met de OR kunnen bovendien niet als basis dienen voor de onderhavige vordering. Daartegen verzet zich het karakter van het overleg. De OR heeft ook niet gesteld dat er overeenstemming is bereikt. De werknemers van het MEB hebben tenslotte over dit geschil gestaakt hetgeen aangeeft dat dit geschil moet worden beschouwd als een belangenkwestie en niet een juridisch geschil dat aan de rechter voorgelegd kan worden.
4.4.
De kantonrechter stelt voorop dat ter comparitie naar voren is gekomen dat FNV gedurende de onderhandelingen over een nieuwe CAO in 2013 en 2014 uitdrukkelijk heeft geprobeerd een afzonderlijke CAO te sluiten voor het MEB-personeel, maar dat dit niet is gelukt. Dat is, zo heeft de kantonrechter ter comparitie begrepen, de reden dat FNV thans in rechte tracht te bewerkstelligen dat door het betalen van de toeslag aan (een deel van) de werknemers van het MEB, een positief onderscheid wordt gemaakt tussen werknemers van het MEB en de rest van het Akzo Nobel concern. Vanuit het aanwezig personeel van het MEB is nader toegelicht dat er veel onvrede heerst over het, zo begrijpt de kantonrechter, onpersoonlijk karakter dat Akzo Nobel in de loop der jaren heeft gekregen. Zo is Akzo Nobel niet meer een te onderscheiden entiteit op het bedrijvenpark Botlek geworden. Waar vroeger iedereen elkaar kende en er ook een band was met de directeur is dat door diverse reorganisaties veranderd. Men vindt het moeilijk dat van het personeel, dat hart voor de zaak heeft, wordt verwacht dat zij zich houden aan afspraken terwijl het management dat niet doet. Men wil dus ook niet afgerekend worden op een tegenvallend Turnaround resultaat. Deze achtergrond geeft aan dat sprake is van een al langer slepend belangenconflict betreffende een specifiek bedrijfsonderdeel waar men kennelijk in de CAO- onderhandelingen niet is uit gekomen. Dit gegeven maakt dat niet al te lichtvaardig moet worden aangenomen dat rechtens afdwingbare toezeggingen zijn gedaan.
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit hetgeen FNV ter onderbouwing van haar stellingen heeft aangevoerd – gezien de gemotiveerde betwisting daarvan door AN IC – niet worden afgeleid dat door AN IC een verklaring is uitgegaan op grond waarvan de leden van FNV er redelijkerwijs vanuit mochten gaan dat zij met ingang van 1 juli 2013 recht hadden op de toeslag. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.6.
FNV heeft ter comparitie desgevraagd verklaard geen zicht te hebben op het voorstel waarover is gesproken in de overlegvergadering met de OR van 24 januari 2013. Hetgeen zij weet van het voorstel is verwoord in de Notulen en in het Memo (zie rechtsoverweging 2.5.). Anders dan FNV kan de kantonrechter uit de inhoud van de Notulen niet opmaken dat er al een volwaardig besluit lag om een specifieke toeslag aan een specifieke groep mensen toe te kennen. De zin “er komt dus een gelijke toeslag (4,5%) voor iedereen waarvoor dit geldt” lijkt immers terug te slaan op het feit dat differentie tussen F t/m 56, productie operationeel en techniek operationeel, niet gewenst werd geacht. Aan die zin kan dus niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat al rechtsgeldig was besloten de toeslag toe te kennen. Dat nog een besluit moest volgen kan worden afgeleid uit de zin “Er wordt verwacht dat de toeslag per 1 juli 2013 kan worden uitgevoerd na de functiewaardering van alle functies op de site” en “In ieder geval wordt dit na de cao onderhandelingen aan het personeel gecommuniceerd”. Uit de Notulen wordt voorts niet duidelijk wat moet worden verstaan onder “voor iedereen waarvoor dit geldt”. Dit zou wel afgeleid kunnen worden uit het Memo, maar de inhoud daarvan is pas bekend gemaakt op het moment dat duidelijk was dat de toeslag er niet zou komen. De inhoud van het Memo is dus niet van belang voor de beoordeling van dit geschil.
4.7.
Ook uit de notulen van de overlegvergadering met de OR van 14 maart 2013 kan niet worden opgemaakt dat er al een rechtsgeldig besluit lag. Daarin staat namelijk dat “vanuit de BU nog geen signaal is ontvangen over communicatie met betrekking tot de AWVN-toeslag”.
4.8.
Niet gesteld of gebleken is tenslotte dat de OR op enig moment heeft uitgedragen dat de toeslag is toegekend. Integendeel; AN IC heeft onweersproken gesteld dat de OR zich erbij neer heeft gelegd dat de beoogde toeslag niet door zou gaan en dat in overleg met de OR verder is gesproken over een andere wijze van verbetering van de arbeidsvoorwaarden in de vorm van een aangepast promotie- en aannamebeleid.
4.9.
Uit de wijze waarop in 2008 aan werknemers van het MEB een toeslag is toegekend kan evenmin worden afgeleid dat men op basis van de mededeling in de Notulen erop mocht vertrouwen dat er een rechtens afdwingbaar besluit lag tot het toekennen van de toeslag.
FNV heeft een memo overgelegd van [D] , Site Manager, van 25 april 2008 die luidt als volgt:
Het BU MT heeft een voorstel van de locatie Rotterdam goedgekeurd om een Additionele Arbeidsmarkt Compensatie toe te kennen. Dit is een compensatie die van toepassing zal zijn op een aantal specifieke functiegroepen. Wij zijn voornemens om medewerkers hierover in de loop van mei nader te informeren nadat er overleg met de OR en vakbonden is geweest. Daarna zal de Additionele Arbeidsmarkt Compensatie snel worden ingevoerd.
De inhoud van dit memo is bepaald niet specifiek waar het gaat om doelgroep, omvang en strekking van de compensatie waarover in dit memo wordt gesproken. In die zin is er een gelijkenis te trekken met de Notulen. De Site Manager is wel heel stellig over de invoering van de compensatie. In die zin is er geen goede vergelijking met de Notulen mogelijk aangezien die minder stellig zijn over de uitvoering van de toeslag (zie rechtsoverweging 4.6.). Een verschil met de situatie in 2008 is bovendien dat de Site Manager in 2013, de heer [B] - die bij de overlegvergadering van 24 januari 2013 aanwezig was - in de bijeenkomst voorafgaand aan deze overlegvergadering een stevig voorbehoud heeft gemaakt. Zoals ter comparitie is verklaard door de aanwezige werknemers van het MEB heeft [B] toen immers gezegd dat de handtekening van [A] er nog onder moest komen. [A] was destijds immers bevoegd bestuurder van AN IC en tevens directievoorzitter van AN NL. Dat [A] positief was over de toeslag (dat staat in de Notulen), betekent in dit verband gezien dus nog niet dat hij reeds akkoord had gegeven.
In 2008 is het tenslotte niet bij een memo van de Site Manager gebleven, maar is, zo blijkt uit de dienaangaande overgelegde stukken, aansluitend uitvoerig overleg gevoerd met de OR en de bonden. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een heel specifiek besluit dat duidelijk gecommuniceerd is met het personeel. Daaruit maakt de kantonrechter op dat het memo van 25 april 2008, net zo min als de Notulen, kan worden beschouwd als een weergave van een rechtsgeldig genomen besluit.
4.10.
De conclusie is dat de vorderingen van FNV zullen worden afgewezen. De kantonrechter ziet in de aard van het geschil aanleiding de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2015.