In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, staat de vraag centraal of er sprake is van een duurovereenkomst tussen de partijen, Knipidee International B.V. en Silvera International B.V. De eisende partij, Knipidee, vordert betaling van openstaande facturen van Silvera, die zich verzet tegen deze vordering en in reconventie schadevergoeding eist wegens het stopzetten van leveringen. De partijen hebben sinds 2006 een handelsrelatie, waarbij Knipidee stoffen levert aan Silvera. In november 2014 heeft Knipidee aangekondigd per 1 januari 2015 niet langer te willen leveren aan Silvera, wat leidt tot een geschil over de gevolgen van deze opzegging.
De kantonrechter oordeelt dat er geen duurovereenkomst is, omdat de leveringen niet verplichtend waren en er geen raamovereenkomst bestond. De kantonrechter wijst de vordering van Silvera in reconventie af, omdat Knipidee niet tekort is geschoten in haar verplichtingen. De kantonrechter oordeelt dat Silvera wel degelijk een bedrag van € 17.767,29 aan Knipidee verschuldigd is, en kent de vordering van Knipidee toe, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Silvera wordt veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis is uitgesproken op 15 juli 2015 door kantonrechter R.M. Berendsen en bevestigt dat de beëindiging van de leveringen door Knipidee niet onrechtmatig was, gezien de omstandigheden van de zaak.