ECLI:NL:RBMNE:2015:5262

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 februari 2015
Publicatiedatum
15 juli 2015
Zaaknummer
16-995011-14 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verantwoordelijkheid van laborant/inspecteur bij asbestsanering en gevolgen voor de openbare gezondheid

In de zaak tegen de verdachte, die als laborant/inspecteur betrokken was bij asbestsaneringswerkzaamheden in Hilversum, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 februari 2015 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het valselijk opmaken van inspectieformulieren en het niet zorgvuldig uitvoeren van visuele inspecties, waardoor asbesthoudend materiaal in woningen achterbleef. De rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoldoende zorgvuldigheid had betracht bij het vrijgeven van de containments, wat leidde tot gevaar voor de openbare gezondheid. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 150 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van de situatie, gezien de schadelijke effecten van asbest op de gezondheid en de verantwoordelijkheden van de verdachte als laborant/inspecteur. De uitspraak is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16-995011-14 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 25 februari 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1972] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 februari 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. M.J.J.E. Stassen, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat:
in de periode van 1 juni 2011 tot en met 20 juli 2011 te Hilversum
Feit 1:
verdachte inspectieformulieren “eindcontrole na sanering asbest” en rapportages lucht-eindcontrole containment valselijk heeft opgemaakt of vervalst;
Feit 2 primair:
verdachte in vereniging met een ander of anderen opzettelijk en wederrechtelijk in woningen en/of garages asbest(vezels) op en/of in de bodem en /of lucht heeft gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor bewoners van die woningen en/of andere aanwezigen te duchten was;
Feit 2 subsidiair:
in vereniging met een ander of anderen het aan de schuld van verdachte te wijten is dat in woningen en/of garages asbest(vezels) in de bodem en/of lucht werden gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor bewoners van die woningen en/of andere aanwezigen te duchten was.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte van de ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
4.3.1
De vrijspraak
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Verdachte heeft met betrekking tot diverse woningen en garages aan de [adres] te [woonplaats] inspectieformulieren “eindcontrole na sanering asbest” en rapportages lucht-eindcontrole containment opgemaakt. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze stukken opzettelijk valselijk heeft opgemaakt dan wel heeft vervalst. Uit de processtukken blijkt niet dat verdachte doelbewust iets anders in voormelde stukken heeft vermeld dan hij heeft waargenomen. De rechtbank zal verdachte daarom van dit feit vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de opzet van verdachte, al dan niet in voorwaardelijke zin, erop was gericht om asbest en/of asbestvezels in de bodem en/of lucht te brengen. Verdachte zal daarom van feit 2 primair worden vrijgesproken.
Partiële vrijspraak ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit in nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het medeplegen van dit feit.
4.3.2
Inleiding
In juni en juli 2011 zijn in diverse woningen aan de [adres] te [woonplaats] asbestsaneringswerkzaamheden verricht door of in opdracht van [bedrijf 1] BV. Deze werkzaamheden bestonden uit het verwijderen van asbesthoudende beplating vanuit zolders en garages. [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2]) heeft de eindcontroles, visuele inspecties, luchtmetingen en vrijgaven van de containments in de woningen en de garages gedaan.
Op 12 juli 2011 heeft de arbeidsinspectie op bovengenoemde locatie onderzoek verricht op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Hierbij werden onregelmatigheden aangetroffen. Naar aanleiding van het onderzoek door de arbeidsinspectie heeft de gemeente Hilversum op 13 en 14 juli 2011 onderzoek ter plaatse verricht. Bij dit onderzoek werd in een aantal woningen asbesthoudend materiaal aangetroffen. Dit heeft ertoe geleid dat [bedrijf 3] in opdracht van de gemeente Hilversum de door [bedrijf 2] vrijgegeven zolders en garages heeft onderzocht op onder meer de aanwezigheid van visueel waarneembare restanten asbest. Tevens zijn er in de woningen en garages kleefmonsters genomen door [bedrijf 3].
4.3.3
Inleidende bewijsoverwegingen
Verdachte is door [bedrijf 2] ingehuurd als laborant/inspecteur. Hij is die hoedanigheid verantwoordelijk voor de vrijgaven van diverse containments conform de NEN 2990 (2005) norm. Een vrijgave conform NEN 2990 (2005) bestaat uit twee onderdelen. Eerst wordt een visuele inspectie verricht. Indien hierbij geen asbestresten worden aangetroffen, vinden vervolgens luchtmetingen plaats. In het geval bij de luchtmetingen eveneens geen asbest wordt aangetroffen kan een ruimte worden vrijgegeven.
Kleefmonsters maken geen deel uit van de vrijgave conform NEN 2990 (2005). De rechtbank zal de uitslagen van het stofonderzoek door [bedrijf 3] daarom niet voor het bewijs gebruiken.
Ingevolge NEN 2990 (2005) is het niet toegestaan dat delen waaruit of waarvan asbesthoudend materiaal (niet-hechtgebonden amosiet) is verwijderd worden afgeplakt en voor inspectie worden uitgesloten. In dat geval mag er niet worden vrijgegeven.
4.3.4
De bewijsmiddelen
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde
In de woningen aan de [adres] in [woonplaats] zijn in juni en juli 2011 asbestverwijderingswerkzaamheden uitgevoerd. De uitgevoerde werkzaamheden betroffen het verwijderen van asbesthoudende beplating van de zolders. De beplating bevat in alle gesaneerde huizen en garages amosiet, waarbij het asbest in niet-hechtgebonden vorm aanwezig is. [2]
[adres] te [woonplaats]
Op 28 juni 2011 zijn op het adres [adres] te [woonplaats] op zolder de volgende asbesthoudende toepassingen/materialen verwijderd:
- vlakke plaat tegen dak.
Het betrof amosiet. [3]
Verdachte heeft op 28 juni 2011 in een rapportage lucht-eindcontrole containment het volgende geconcludeerd. Bij de verrichte visuele inspectie zijn geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen - aangetroffen. Het inspectiegebied kan worden vrijgegeven voor vervolgwerkzaamheden/vrijgavemetingen. [4]
Op 11 augustus 2011 heeft [bedrijf 3] op zolder visueel restanten asbesthoudend materiaal aangetroffen. Het betrof restanten:
- op het traphek;
- in de sponning van het traphek;
- tegen het dakbeschot in de verfrand. [5]
[adres] te [woonplaats]
Op 17 juni 2011 zijn op het adres [adres] te [woonplaats] op zolder de volgende asbesthoudende toepassingen/materialen verwijderd:
- vlakke plaat tegen dak.
Het betrof amosiet. [6]
Verdachte heeft op 17 juni 2011 in een rapportage lucht-eindcontrole containment het volgende geconcludeerd. Bij de verrichte visuele inspectie zijn geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen - aangetroffen. Het inspectiegebied kan worden vrijgegeven voor vervolgwerkzaamheden/vrijgavemetingen. [7]
Op 16 augustus 2011 heeft [bedrijf 3] op zolder visueel restanten asbesthoudend materiaal aangetroffen. Het betrof restanten:
- op het traphek;
- in de sponning van het traphek. [8]
[adres] te [woonplaats]
Op 17 juni 2011 zijn op het adres [adres] te [woonplaats] op zolder de volgende asbesthoudende toepassingen/materialen verwijderd:
- vlakke plaat tegen dak.
Het betrof amosiet. [9]
Verdachte heeft op 17 juni 2011 in een rapportage lucht-eindcontrole containment het volgende geconcludeerd. Bij de verrichte visuele inspectie zijn geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen - aangetroffen. Het inspectiegebied kan worden vrijgegeven voor vervolgwerkzaamheden/vrijgavemetingen. [10]
Op 16 augustus 2011 heeft [bedrijf 3] op zolder visueel restanten asbesthoudend materiaal aangetroffen. Het betrof restanten op:
- het traphek. [11]
[adres] te [woonplaats]
Op het adres [adres] te [woonplaats] zijn op zolder de volgende asbesthoudende toepassingen/materialen verwijderd:
- vlakke plaat tegen dak;
- vlakke plaat traphek.
Het betrof amosiet. [12]
Inspecteur/laborant [verdachte] heeft op 15 juni 2011 in een rapportage lucht-eindcontrole containment het volgende geconcludeerd. Bij de verrichte visuele inspectie zijn geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen - aangetroffen. Het inspectiegebied kan worden vrijgegeven voor vervolgwerkzaamheden/vrijgavemetingen. [13]
Op 10 augustus 2011 heeft [bedrijf 3] op zolder visueel restanten asbesthoudend materiaal aangetroffen. Het betrof restanten:
- op het traphek in de sponning;
- tegen het dakbeschot in de verfrand. [14]
[adres] te [woonplaats]
Op 7 juli 2011 zijn op het adres [adres] te [woonplaats] op zolder de volgende asbesthoudende toepassingen/materialen verwijderd:
- vlakke plaat tegen dak.
Het betrof amosiet. [15]
Verdachte heeft op 7 juli 2011 in een rapportage lucht-eindcontrole containment het volgende geconcludeerd. Bij de verrichte visuele inspectie zijn geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen - aangetroffen. Het inspectiegebied kan worden vrijgegeven voor vervolgwerkzaamheden/vrijgavemetingen. [16]
Op 2 september 2011 heeft [bedrijf 3] op zolder visueel restanten asbesthoudend materiaal aangetroffen. Het betrof restanten:
- in de sponning van het traphek;
- rondom de spijkers op het traphek. [17]
[adres] te [woonplaats]
Op 7 juli 2011 zijn op het adres [adres] te [woonplaats] op zolder de volgende asbesthoudende toepassingen/materialen verwijderd:
- plaatmateriaal tegen dak.
Het betrof amosiet. [18]
Verdachte heeft op 7 juli 2011 in een rapportage lucht-eindcontrole containment het volgende geconcludeerd. Bij de verrichte visuele inspectie zijn geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen - aangetroffen. Het inspectiegebied kan worden vrijgegeven voor vervolgwerkzaamheden/vrijgavemetingen. [19]
Op 23 augustus 2011 heeft [bedrijf 3] op zolder visueel restanten asbesthoudend materiaal aangetroffen. Het betrof restanten:
- op het traphek;
- rondom de spijkers op het traphek;
- tegen het dakbeschot op de gordingen. [20]
[adres] te [woonplaats]
Op 7 juli 2011 zijn op het adres [adres] te [woonplaats] op zolder de volgende asbesthoudende toepassingen/materialen verwijderd:
- vlakke plaat tegen dak;
- vlakke plaat tegen traphekje.
Het betrof amosiet. [21]
Verdachte heeft op 7 juli 2011 in een rapportage lucht-eindcontrole containment het volgende geconcludeerd. Bij de verrichte visuele inspectie zijn geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen - aangetroffen. Het inspectiegebied kan worden vrijgegeven voor vervolgwerkzaamheden/vrijgavemetingen. [22]
Op 15 augustus 2011 heeft [bedrijf 3] op zolder visueel restanten asbesthoudend materiaal aangetroffen. Het betrof restanten:
- op het traphekje;
- tegen het dakbeschot en de gordingen;
- rond spijkers in het dakbeschot. [23]
Zolders [adres], [adres], [adres], [adres], [adres], [adres] en [adres]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de periode van 1 juni 2011 tot en met 20 juli 2011 visuele inspecties op asbestresten heeft uitgevoerd in containments in woningen aan de [adres] te [woonplaats]. Vervolgens heeft hij containments vrijgegeven omdat hij geen asbest en/of asbestvezels heeft waargenomen tijdens de visuele inspecties. Op zolders moest asbesthoudend plaatmateriaal van het dakbeschot en het traphek worden verwijderd. [24]
4.3.5
De bewijsoverwegingen
Asbest
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de deskundigheid van [bedrijf 3] te twijfelen en gaat ervan uit dat hetgeen [bedrijf 3] als asbest kwalificeert, daadwerkelijk asbest is.
Is het asbest afkomstig van een eerdere asbestsanering?
[bedrijf 3] heeft asbesthoudend materiaal visueel waargenomen op plekken waar [bedrijf 2] binnen de containments asbesthoudend plaatmateriaal heeft gesaneerd dan wel in de directe nabijheid hiervan.
Volgens de ter zitting gehoorde asbestdeskundige J. Tempelman, senior technical consultant bij TNO, is juist op de bouwdelen waarop de asbesthoudende platen bevestigd zijn geweest de kans op het aantreffen van restanten op ruwe balken, spijker- of schroefgaten het grootst.
De rechtbank ziet geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de asbestrestanten op de in de bewijsmiddelen genoemde plekken daar terecht zijn gekomen door een eerdere asbestsanering.
Schuld
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de visuele inspecties en vrijgaven onvoldoende zorgvuldig heeft uitgevoerd. Verdachte had de door [bedrijf 3] gevonden asbestrestanten in zijn hoedanigheid als laborant/inspecteur moeten waarnemen. Verdachte was er als laborant/inspecteur voor opgeleid en getraind om dergelijk materiaal te zien. Voor zover het bij de in de bewijsmiddelen genoemde asbestrestanten gaat om restanten die zich volgens verdachte achter afplaktape of folie bevonden, geldt dat deze asbestrestanten zijn aangetroffen op of direct naast de bouwdelen waarvan het asbesthoudend plaatmateriaal is verwijderd. Verdachte had het containment niet mogen vrijgeven zonder deze afgeplakte/afgedekte delen te inspecteren.
Te duchten gevaar
De gevaren van onbeschermde blootstelling aan losse asbestvezels zijn algemeen bekend. Indien losse asbestvezels worden ingeademd lopen zij vast in de kleine luchtwegen en longblaasjes. Als gevolg hiervan kunnen verschillende asbestziekten ontstaan. De meeste ziekten zijn niet of nauwelijks te genezen.
Uit het rapport van J. Tempelman, voornoemd, blijkt dat vanuit zichtbare restanten asbesthoudend materiaal vezels in de lucht terecht kunnen komen. Dit geldt voor niet-hechtgebonden amosiet in het bijzonder vanwege de stugge structuur van de vezel. Een beperkte mechanische kracht is nodig om amosietvezels uit brandwerend board (amosiet board) vrij te maken. Activiteiten zoals vegen, schoonmaken, goederen verplaatsen, stofzuigen zijn daarvoor voldoende.
Het grootste risico van achterblijvende asbestresten bestaat uit het verslepen via schoeisel naar ruimten waar men langdurig verblijft. Als gevolg van deze secundaire emissie kan een langdurige blootstelling optreden omdat vanuit deze resten door allerlei activiteiten steeds opnieuw vezels in de lucht worden gebracht (resuspensie). Juist om deze reden vormt de visuele inspectie op asbestresten een cruciaal onderdeel van de eindcontrole na sanering (vrijgave) zoals beschreven in de norm NEN 2990 (2005). [25]
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat als gevolg van het handelen van verdachte gevaar voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor bewoners van de bewuste woningen en/of andere daar aanwezigen te duchten was.
[adres], [adres], [adres], [adres] en [adres] te [woonplaats]
In deze woningen is op diverse data asbesthoudend plaatmateriaal tegen het dak verwijderd. Hierna heeft verdachte de containments in deze woningen vrijgegeven.
[bedrijf 3] heeft in de betreffende woningen visueel asbestrestanten aangetroffen op onder meer de volgende locaties:
- nummer [nummer]: op het traphek en in de sponning van het traphek;
- nummer [nummer]: op het traphek en in de sponning van het traphek;
- nummer [nummer]: op het traphek;
- nummer [nummer]: in de sponning van het traphek en rondom de spijkers in het traphek;
- nummer [nummer]: op het traphek en rondom de spijkers op het traphek.
Hoewel in deze woningen geen plaatmateriaal van het traphek is verwijderd, acht de rechtbank de verdachte wel verantwoordelijk voor het missen van de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal op de plekken waar [bedrijf 3] asbestrestanten heeft aangetroffen. Het traphekje zat immers telkens in het containment, de ruimte die verdachte visueel diende te inspecteren op asbestresten.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen bewezen dat
Feit 2 subsidiair:
het aan verdachtes schuld te wijten is geweest dat op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 20 juli 2011 te [woonplaats] in 7 woningen wederrechtelijk een stof, te weten asbest en/of asbestvezels, in de lucht zijn gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid en levensgevaar voor bewoners van die woningen en andere aanwezigen te duchten was,
immers zijn door verdachte uitgevoerde eindcontroles en visuele inspecties en vrijgaven in de woningen met nummer [nummer], [nummer], [nummer], [nummer], [nummer], [nummer] en [nummer] onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd en heeft verdachte vervolgens containments vrijgegeven, zodat de ruimten weer toegankelijk waren voor personen zonder kans op blootstelling aan asbest, terwijl die ruimten niet vrijgegeven hadden mogen worden omdat daar nog asbest en/of asbestvezels in was/ waren achtergebleven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Het aan zijn schuld te wijten zijn, dat wederrechtelijk een stof op of in de bodem of in de lucht wordt gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Wat betreft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
In woningen aan de [adres] te [woonplaats] zijn asbestsaneringswerkzaamheden verricht. De asbestsanering heeft in containments plaatsgevonden. In 7 woningen heeft verdachte visuele inspecties in de containments verricht en de containments vervolgens vrijgegeven. Uit later onderzoek door [bedrijf 3] bleek echter dat zich nog asbesthoudend materiaal bevond op plekken binnen die containments. Volgens de NEN 2990 (2005) dient een laborant/inspecteur de bouwdelen/constructiedelen waarvan de asbesthoudende materialen zijn verwijderd te inspecteren. [bedrijf 3] heeft juist op deze plekken asbestrestanten gevonden.
Het is een feit van algemene bekendheid dat asbest een gevaarlijke stof is die zeer schadelijk voor de menselijke gezondheid en zelfs levensbedreigend kan zijn. Als gevolg van blootstelling aan asbest kunnen verschillende asbestziekten ontstaan. De meeste ziekten openbaren zich na tientallen jaren nadat de blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden en zijn niet of nauwelijks te genezen. Om deze reden is er strikte wet- en regelgeving in het leven geroepen waaraan verdachte bij zijn werkzaamheden had moeten voldoen. Verdachte heeft zijn werkzaamheden als laborant/inspecteur onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd waardoor voornoemde gevaren konden ontstaan. Ook op de zitting heeft verdachte volgehouden dat het werk volgens alle regels is uitgevoerd, terwijl hij containments heeft vrijgegeven waarbij is gebleken dat er asbest is achtergebleven. Verdachte heeft een voorbehoud gemaakt voor delen die hij niet volledig heeft kunnen inspecteren omdat gesaneerde delen waren afgeplakt. Hij miskent daarmee zijn verantwoordelijkheid en de gevolgen van zijn handelen voor de bewoners van de betreffende woningen. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Voorts houdt de rechtbank bij de straftoemeting rekening met het tijdsverloop. De bewezen verklaarde handelingen hebben in de periode van 1 juni tot en met 20 juli 2011 plaatsgevonden.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 25 augustus 2014 waaruit blijkt dat de verdachte eerder strafrechtelijk is veroordeeld doch niet wegens een soortgelijk feit. De laatste veroordeling dateert van 13 oktober 2008.
De rechtbank acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf van 150 uren subsidiair 75 dagen hechtenis passend en geboden.
Naar het oordeel van de rechtbank kan met deze straf, die lager is dan door de officier van justitie is gevorderd, worden volstaan. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 173b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Het aan zijn schuld te wijten zijn, dat wederrechtelijk een stof op of in de bodem of in de lucht wordt gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 1 maand.
Beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van 150 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 75 dagen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.E.M. Kranenbroek, voorzitter,
mrs. J. Ebbens en G.A. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 februari 2015.
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 20 juli 2011 te [woonplaats], één of meerdere inspectieformulier(en) "eindcontrole na sanering (asbest)" en rapportage(s) lucht-eindcontrole containment, met project/rapportnummers 51096-701967, 51096-701946, 51096-701946B, 51096-701942, 51096-701946D, 51096-701942B, 51096-701990, 51096-701990B en/of 51096-701990D
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft hij, verdachte, in deze inspectieformulieren en rapportages
met nummers
- 51096-701967 (zolder nr. [nummer]),
- 51096-701946 (zolder nr. [nummer]),
- 51096-701946 B (zolder nr. [nummer]),
- 51096-701942 ( zolder nr. [nummer] ),
- 51096-701946 D (garage nr. [nummer]),
- 51096-701942 B (garage nr. [nummer]),
-51096-701990 (zolder nr. [nummer]),
- 51096-701990 B (zolder nr. [nummer]) en/of
- 51096-701990 D (zolder nr. [nummer])
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid telkens als conclusie aangegeven dat bij de verrichte visuele inspectie geen asbestverdachte - of als asbestbesmet te beschouwen materialen- zijn aangetroffen, dit voorzover deze onderdeel vormden van de opdracht, terwijl in werkelijkheid in de gecontroleerde ruimte(n) nog wel asbest en/of asbesthoudende vezels en/of asbestverdachte en/of als asbestbesmet te beschouwen materialen aanwezig waren,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
Primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 20 juli 2011 te [woonplaats], tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, in 7 woningen, althans één of meer woning(en) en/of in 2 garages, althans één of meer garage(s), opzettelijk en wederrechtelijk een stof, te weten asbest en/of asbestvezels, op en/of in de bodem en/of in de lucht heeft gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor bewoners van die woning(en) en/of andere aanwezigen te
duchten was,
immers zijn door verdachte uitgevoerde eindcontroles en/of visuele inspecties en/of vrijgaves in de woningen met nummer [nummer], [nummer], [nummer], [nummer], [nummer], [nummer] en/of [nummer] en/of in garages met behorende bij woningen met nummer [nummer] en/of [nummer] niet op de juiste wijze en/of onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd en heeft verdachte en/of hebben zijn mededaders vervolgens containments en/of de omgeving van containments vrijgegeven, zodat de ruimten weer toegankelijk waren voor personen zonder kans op blootstelling aan asbest, terwijl die ruimten niet vrijgegeven hadden mogen worden omdat daar nog asbest en/of asbestvezels in was/ waren achtergebleven;
Subsidiair
het aan verdachtes schuld te wijten is geweest dat op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2011 tot en met 20 juli 2011 te [woonplaats], tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, in 7 woningen, althans één of meer woning(en) en/of in 2 garages, althans één of meer garage(s), wederrechtelijk een stof, te weten asbest en/of asbestvezels, op en/of in de bodem en/of in de lucht heeft gebracht, terwijl daarvan gevaar
voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor bewoners van die woning(en) en/of andere aanwezigen te duchten was,
immers zijn door verdachte uitgevoerde eindcontroles en/of visuele inspecties en/of en/of vrijgaves in de woningen met nummer [nummer], [nummer], [nummer], [nummer], [nummer], [nummer] en/of [nummer] en/of in garages met behorende bij woningen met nummer [nummer] en/of [nummer] niet op de juiste wijze en/of onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd en/of heeft verdachte en/of hebben zijn mededaders vervolgens containments en/of de omgeving van containments vrijgegeven, zodat de ruimten weer toegankelijk waren voor personen zonder kans op blootstelling aan asbest, terwijl die
ruimten niet vrijgegeven hadden mogen worden omdat daar nog asbest en/of
asbestvezels in was/ waren achtergebleven.

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt hierbij verwezen naar een bijlage bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de politie Midden-Nederland, genummerd 2011033992, van 10 juli 2013, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 3009.
2.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, doorgenummerde pagina 372.
3.Een geschrift, inhoudende een inspectieformulier “eindcontrole na sanering (asbest)”, doorgenummerde pagina 2343.
4.Een geschrift, inhoudende een rapportage lucht-eindcontrole containment, doorgenummerde pagina 2347.
5.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, de zolder van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], achterkant doorgenummerde pagina 427.
6.Een geschrift, inhoudende een inspectieformulier “eindcontrole na sanering (asbest)”, doorgenummerde pagina 2422.
7.Een geschrift, inhoudende een rapportage lucht-eindcontrole containment, doorgenummerde pagina 2426.
8.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, de zolder van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], achterkant doorgenummerde pagina 509.
9.Een geschrift, inhoudende een inspectieformulier “eindcontrole na sanering (asbest)”, doorgenummerde pagina 2438.
10.Een geschrift, inhoudende een rapportage lucht-eindcontrole containment, doorgenummerde pagina 2442.
11.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, de zolder van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], achterkant doorgenummerde pagina 519.
12.Een geschrift, inhoudende een inspectieformulier “eindcontrole na sanering (asbest)”, doorgenummerde pagina 2493.
13.Een geschrift, inhoudende een rapportage lucht-eindcontrole containment, doorgenummerde pagina 2497.
14.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, de zolder van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], achterkant doorgenummerde pagina 540.
15.Een geschrift, inhoudende een inspectieformulier “eindcontrole na sanering (asbest)”, doorgenummerde pagina 2747.
16.Een geschrift, inhoudende een rapportage lucht-eindcontrole containment, doorgenummerde pagina 2751.
17.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, de zolder van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], achterkant doorgenummerde pagina 540.
18.Een geschrift, inhoudende een inspectieformulier “eindcontrole na sanering (asbest)”, doorgenummerde pagina 2763.
19.Een geschrift, inhoudende een rapportage lucht-eindcontrole containment, doorgenummerde pagina 2767.
20.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, de zolder van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], achterkant doorgenummerde pagina 716.
21.Een geschrift, inhoudende een inspectieformulier “eindcontrole na sanering (asbest)”, doorgenummerde pagina 2859.
22.Een geschrift, inhoudende een rapportage lucht-eindcontrole containment, doorgenummerde pagina 2863.
23.Een geschrift, inhoudende een asbeststofbesmettingsonderzoek op basis van de NEN 2991, de zolder van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], achterkant doorgenummerde pagina 812.
24.Proces-verbaal ter terechtzitting van 11 februari 2015.
25.Een geschrift, inhoudende een deskundigenrapport TNO betreffende de zaak Brunei, van 6 februari 2015, opgemaakt door J. Tempelman, senior technical consultant TNO.