Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- [C] heeft niet meegewerkt aan het opstellen van een businessplan voor de verkoop van Fibricon.
- [C] heeft te kleine budgetten voor de verkoop van Fibricon ter beschikking gesteld.
- [C] heeft onvoldoende personeel voor de verkoop van Fibricon ter beschikking gesteld.
- [C] heeft de directies van haar betoncentrales onvoldoende bewogen om Fibricon te verkopen.
- [C] heeft Fibricon nauwelijks vindbaar gemaakt op de website van DBT.
- [C] heeft [A] Beheer verboden Fibricon buiten Nederland te verkopen.
- [C] heeft geen eerlijk en open overleg gevoerd met [A] Beheer.
- [C] heeft [A] Beheer onvoldoende geïnformeerd.
“op te stellen businessplan”, hetgeen juist duidt op een volledig nieuw plan. Verder blijkt uit de e-mail van 12 december 2008 van mr. Pieters, de advocaat van [C] destijds, aan mr. Martin, de advocaat van [A] Beheer destijds (productie 22 zijdens [A] Beheer), en uit de e-mail van 25 juni 2011 van mr. Pieter aan [D] (productie 8 zijdens DBT c.s.), dat het businessplan 2000 juist uitdrukkelijk buiten de earn-out-regeling is gehouden. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid van de inhoud van die e-mails te twijfelen.
10.320,00(4,0 punten × tarief € 2.580,00)