Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[klager] ,
De procedure
- [klager] , rechthebbende;
- mevrouw [B] , werkzaam bij Bewindvoerderskantoor [naam] ;
- mevrouw [C] , moeder van rechthebbende.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft klager, geboren in 1988, een klacht ingediend tegen zijn bewindvoerder met betrekking tot zijn inschrijving bij Woningnet. Klager heeft op 12 januari 2015 per e-mail aan de rechtbank laten weten dat hij een conflict heeft met zijn bewindvoerder, die volgens hem verantwoordelijk is voor het vervallen van zijn inschrijving. De klacht is behandeld tijdens een zitting op 30 april 2015, waar klager, de bewindvoerder en de moeder van klager aanwezig waren. De bewindvoerder had eerder Woningnet geïnformeerd over het bewind, maar er was geen automatische incasso van het termijnbedrag uitgevoerd, wat leidde tot de beëindiging van de inschrijving in 2014.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat klager zijn adreswijzigingen niet tijdig aan Woningnet heeft doorgegeven, wat zijn eigen verantwoordelijkheid was. De bewindvoerder had echter beter moeten controleren of de betalingen aan Woningnet werden gedaan. Ondanks de nalatigheid van de bewindvoerder, oordeelde de kantonrechter dat deze niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de schade die klager mogelijk lijdt door de uitschrijving, aangezien klager geen bezwaarschrift had ingediend tegen de afwijzing van Woningnet.
De kantonrechter heeft de klacht van klager gegrond verklaard, maar heeft besloten dat met deze constatering kan worden volstaan. De beschikking is gegeven door mr. G.L.M. Urbanus en is openbaar uitgesproken op 25 juni 2015. Klager kan binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep instellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij het beroepschrift door een advocaat moet worden ingediend.