Overwegingen
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan. Eiseres is eind 2006 begonnen met politie-opleiding niveau 4 en heeft deze versneld in drie jaar afgerond. Op 29 januari 2010 heeft zij haar diploma ontvangen. Eiseres is in de periode van 1 februari 2010 tot 23 april 2010 werkzaam geweest in de functie van Allround Politiemedewerker in opleiding. Sinds 23 april 2010 is zij aangesteld als generalist, schaal 7, in de Gebiedsgebonden Politie (GGP). Eiseres heeft op 8 mei 2013 een verzoek gedaan om in aanmerking te komen voor bevordering van generalist GGP naar senior GGP (schaal 8).
2. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen omdat eiseres op de peildatum 31 december 2012 niet voldeed aan de eis van ten minste drie jaar relevante werkervaring als generalist GGP op niveau 4. Verweerder heeft dit besluit bij het bestreden besluit gehandhaafd.
3. Eiseres heeft – voor zover hier relevant en zakelijk weergegeven aangevoerd dat zij ten onrechte niet is bevorderd. Zij voldoet aan alle eisen, behalve aan de eis van drie jaar relevante werkervaring. Eiseres betoogt dat de uitleg die de eenheid Amsterdam geeft aan het criterium ‘relevante werkervaring’ onjuist en onredelijk is en niet in lijn met de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie tweede tranche, Stcrt. 2010, nr. 19782 (hierna: de circulaire). In bijlage 6 bij de circulaire is weliswaar het aantal jaren werkervaring op drie gesteld, maar hiervan is uitdrukkelijk uitgezonderd de stap van generalist GGP naar senior GGP. Voor deze stap geldt enkel het vereiste van ‘relevante werkervaring’. Voor zover de eis van drie jaar relevante werkervaring niet onredelijk zou zijn stelt eiseres dat de circulaire de mogelijkheid biedt om het aantal werkervaringsjaren te verkorten bij excellent presterende medewerkers. Eiseres meent dat in haar geval, gelet op alle aspecten, aanleiding is om de eis van drie jaar relevante werkervaring te bekorten. Uit haar beoordelingen en uit de brief van 5 april 2013 van haar leidinggevende blijkt dat eiseres excellent presteert. Daarbij heeft zij ruimschoots werkervaring als generalist GGP, namelijk al 2 jaar en 11 maanden.
4. Op 1 november 2010 is, als uitwerking van het Akkoord arbeidsvoorwaarden sector politie 2005-2007, de circulaire bevattende ‘Afspraken tweede tranche van harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden politie’, hierna te noemen: ‘de circulaire’ in werking getreden. In bijlage 6 bij de circulaire is het loopbaanbeleid van assistent A GGP tot en met senior GGP opgenomen.
Voor de doorstroming van generalist GGP naar senior GGP gelden in het kader van dit loopbaanbeleid de volgende eisen:
- een met goed gevolg afgeronde, functiegerichte, aangewezen opleiding op niveau 4;
- relevante werkervaring als generalist GGP;
- vakmanschap, blijkend uit een recente beoordeling boven de norm met daarin opgenomen verwachte geschiktheid voor senior GGP;
- een eventueel door het korps te stellen geografische stap en/of werkterrein c.q. aandachtsgebied als aanvullende voorwaarde.
In dezelfde bijlage 6 van de circulaire is voorts het volgende over werkervaring opgenomen:
Het aantal jaren werkervaring is een landelijke afspraak en is op 3 jaar gesteld. Met uitzondering van de stap van Generalist GGP naar Senior GGP en de stap van assistent B GGP naar medewerker GGP, zoals hiervoor gemeld. Bij excellent presterende medewerkers kan het bevoegd gezag besluiten om het aantal werkervaringsjaren te verkorten, vooraf gegaan door een beoordeling die ruim boven de norm van ‘tenminste voldoende’ is. Bij een beoordeling die ‘onvoldoende’ is kan het bevoegd gezag beslissen het aantal werkervaringsjaren te verlengen.
5. Voor zover van belang staat in het beleidsdocument van de Politiechef en de Ondernemingsraad (OR) van de politie-eenheid Amsterdam zoals vastgesteld in de overleg vergadering van 26 november 2013 onder punt 5 over werkervaring:
Verzoekers dienen, op het moment dat zij van mening zijn bevorderbaar te zijn op grond van deze regeling, minstens 3 jaar werkervaring te hebben als generalist in de gebiedsgebondenpolitiezorg (GGP). Partijen zijn dit overeengekomen analoog aan de werkervaringseisen die vereist zijn en genoemd worden in genoemde bijlage 6 voor het overige loopbaanbeleid in de GGP.
In Bijlage 1 ‘Voorwaarden loopbaanbeleid van Generalist GGP naar Senior GGP in de eenheid Amsterdam” (bijlage), welke bijlage is gevoegd bij het primaire besluit, zijn met betrekking tot dit loopbaanbeleid de volgende voorwaarden opgenomen met betrekking tot relevante werkervaring:
Generalisten GGP (hoofdagenten) in de eenheid Amsterdam moeten op 31 december 2012 tenminste drie jaar werkervaring hebben als generalist schaal 7 in GGP. Met werkervaring GGP wordt bedoeld daadwerkelijk werkzaam te zijn geweest als generalist schaal 7 bij DCIV, DEO en districten met uitzondering van de BDR en de dienst Regionale Recherche. Laatstgenoemde 2 recherchefuncties vallen niet binnen de GGP.
6. De rechtbank stelt voorop dat de circulaire invulling geeft aan verweerders beleidsvrijheid bij de uitoefening van zijn discretionaire bevoegdheid om tot bevordering over te gaan, met als doel om het loopbaanbeleid van de politie landelijk te harmoniseren.
Blijkens bijlage 6 bij de circulaire is het aantal jaren werkervaring een landelijke afspraak en deze is op drie jaar gesteld. Met uitzondering van de stap van generalist GGP naar senior GGP en de stap van Assistent B GGP naar medewerker GGP. Voor de stap van generalist GGP naar senior GGP geldt de eis van ‘relevante werkervaring als Generalist GGP’. Nu deze term in de circulaire niet is ingevuld brengt dit naar het oordeel van de rechtbank mee dat verweerder wat betreft de eis van relevante werkervaring beoordelingsruimte toekomt en dat die per (voormalige) politieregio anders kan worden ingevuld. Wel dient bij de beoordeling van de vraag of het verzoek om doorstroming van eiseres moet worden toegewezen het loopbaanbeleid zoals dat is neergelegd in bijlage 6 van de circulaire als uitgangspunt te worden genomen.
7. De rechtbank is van oordeel dat het bevoegd gezag van de voormalige eenheid Amsterdam in redelijkheid tot zijn invulling van het begrip ‘relevante werkervaring’ heeft kunnen komen.
Verweerder heeft toegelicht waarom de eenheid Amsterdam voor medewerkers die, zoals eiseres zijn ‘ingenomen’ op niveau 4, de eis wordt gesteld dat zij ten minste drie jaar als generalist op niveau 4 moeten hebben gewerkt om de stap naar senior te kunnen maken en dat hiervan niet wordt afgeweken. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten om er aan te twijfelen dat deze drie arbeidsjaren nodig zijn om alle werkzaamheden van een generalist te kunnen uitvoeren en te kunnen doorgronden om, zoals verweerder heeft toegelicht, de veiligheid van zowel collega’s als de publieke omgeving in voldoende mate te kunnen waarborgen. Verweerder heeft er in dit verband in redelijkheid nog op kunnen wijzen dat er grote verschillen bestaan tussen de functie van generalist en senior GGP, met name waar het gaat om zaakscoördinatie waaronder het opstellen, organiseren en aansturen van plannen van aanpak – en het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken en in dat kader voeren van voortgangsgesprekken.
Verder heeft verweerder nog toegelicht dat toen binnen de eenheid Amsterdam als loopbaanbeleid de ‘Notitie Binding en Behoud niveau 2, 3 en 4’ van 8 oktober 2008 gold, en het ter uitvoering daarvan opgestelde ‘Uitvoeringsdocument Binding en Behoud niveau’s 2, 3 en 4’, voor de loopbaanstap van generalist schaal 7 naar een functie in schaal 8, waarvoor toen overigens nog de reguliere sollicitatieprocedure van toepassing was, ook de eis van minimaal drie jaar werkervaring op het niveau van generalist schaal 7 werd gesteld.
8. Dat het beleid van de voormalig eenheid Amsterdam er niet in voorziet om bij de stap van generalist GGP naar senior GGP bij excellent presterende medewerkers de eis van ten minste drie jaar werkervaring als generalist op niveau 4 te verkorten, maakt niet dat het beleid als onredelijk moet worden beoordeeld. De rechtbank wijst er in dit verband op dat, anders dan eiseres veronderstelt, de circulaire voor de andere doorstroom-stappen weliswaar de korpsen de mogelijkheid biedt om af te wijken van de (landelijke) eis van drie jaar werkervaring, maar dat de circulaire hier niet toe verplicht. Verweerder heeft gelet op wat hiervoor onder 7. is vastgesteld en overwogen voldoende gemotiveerd toegelicht waarom niet van de eis van drie jaar wordt afgeweken. De stelling van eiseres dat de uitleg die de eenheid Amsterdam geeft aan het criterium relevante werkervaring onredelijk is en niet in lijn is met de circulaire, volgt de rechtbank dan ook niet.
9. Voor zover eiseres heeft aangevoerd dat sprake is van willekeur nu er collega’s zijn bevorderd met minder dan drie jaar werkervaring als generalist GGP overweegt de rechtbank dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat van willekeur geen sprake is. Verweerder heeft in dit verband toegelicht dat de collega’s waarnaar eiseres heeft verwezen behoren tot de zogenoemde “605-lichting”. Zij zouden volgens de planning eind 2009 hun opleiding afronden maar vanwege problemen met het afnemen van examens heeft een aantal collega’s pas in januari 2010 de laatste proeve gehaald en zijn zij per 1 februari 2010 bevorderd naar de functie van generalist GGP. Strikt genomen komen zijn maximaal één maand tekort voor de werkervaringseis van drie jaar. De hardheidscommissie heeft geoordeeld dat ten aanzien van deze groep een uitzondering gemaakt moest worden aangezien zij buiten hun schuld slechts een maand tekort kwamen. Nu eiseres niet heeft betwist dat zij niet tot deze groep behoort is van willekeur geen sprake en evenmin van rechtens gelijke gevallen die gelijk zouden moeten worden behandeld.
10. Nu eiseres op 23 april 2010 is aangesteld in de functie van generalist GGP heeft verweerder er bij het nemen van zijn besluit van mogen uitgaan dat zij op de peildatum van 31 december 2012, over twee jaar en acht maanden werkervaring als generalist GGP beschikt en daarmee niet voldoet aan de vereiste relevante werkervaring van drie jaar. Verweerder heeft het verzoek om bevordering dan ook op die grond mogen afwijzen. Dat eiseres op 29 januari 2010 klaar was met de opleiding niveau 4 maakt het voorgaande niet anders. Eiseres was immers met ingang van 1 februari 2010 aangesteld als Allround Politiemedewerker i.o. en pas vanaf 23 april 2010 als generalist GGP.
11. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.