Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
24 juni 2015 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
Centrum Indicatiestelling Zorg, verweerder
Beslissing
Overwegingen
3. Uit het aanvullend medisch advies blijkt dat informatie die van de huisarts is verkregen in oktober 2014 in het advies is meegenomen. Uit wat ter zitting is gezegd is duidelijk geworden dat de huisarts ook thans geen aanvullende informatie zal kunnen verschaffen. Dat betekent dat er geen grond is voor het oordeel dat het medisch advies onzorgvuldig tot stand is gekomen dan wel dat dit niet inzichtelijk of niet deugdelijk zou zijn gemotiveerd. Verweerder kon daarom in redelijkheid overeenkomstig dit medisch advies beslissen.
De rechtbank overweegt daarover dat op grond van dit rapport de geïndiceerde begeleiding en persoonlijke verzorging voldoende zou moeten zijn, in ieder geval voor een overgangsperiode. Die overgangsperiode kan worden gebruikt om deugdelijk te onderbouwen welke zorg eiseres werkelijk nodig heeft. Daarvoor zal in ieder geval onderzoek door een psychiater en mogelijk nog andere specialisten nodig zijn. Deze psychiatrische onderbouwing zal met name van belang zijn voor de nieuwe situatie, waarbij eiseres op grond van onder meer de Wmo 2015 en de Zorgverzekeringswet beoordeeld zal moeten worden. Voor het thans aan de orde zijnde beroep is dat niet van belang. Het beroep, voor zover dat is gericht tegen het besluit van 31 maart 2015, is daarom ongegrond.