Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het wrakingsverzoek in de zaak 3950548 AC EXPL 14-5228 van 19 mei 2015;
- de brief van de wrakingskamer aan verzoeker van 22 mei 2015;
- de brief van verzoeker van 29 mei 2015.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 9 juni 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een wrakingszaak op verzoek van [naam] B.V., gevestigd te Bussum. Het wrakingsverzoek was ingediend tegen mr. J.J.M. de Laat, de rechter die de zaak 3950548 AC EXPL 14-5228 behandelde. Verzoeker stelde dat de rechter niet onpartijdig was, omdat er geen reactie was gekomen op zijn verzoek om een pleidooi te houden en op zijn vraag naar de naam van de behandelend rechter. De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat verzoeker geen reactie had ontvangen op zijn verzoeken, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Aangezien verzoeker niet voldoende gronden had aangedragen om zijn vrees voor partijdigheid te onderbouwen, verklaarde de rechtbank het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond. De beschikking werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.