In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 26 mei 2015, wordt het wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. P. Krepel behandeld. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde A.C.M. Hopmans, heeft eerder wrakingsverzoeken ingediend, die alle zijn afgewezen. De rechtbank stelt vast dat het wrakingsverzoek van 12 mei 2015 niet in behandeling wordt genomen, omdat het verzoek niet voldoet aan de vereisten van nieuwe feiten of omstandigheden. De rechtbank verwijst naar eerdere beschikkingen en concludeert dat de gronden voor wraking voornamelijk procedureel van aard zijn en niet voldoende onderbouwd zijn om te concluderen dat er sprake is van partijdigheid van de kantonrechter. De rechtbank benadrukt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af en bepaalt dat een volgend verzoek van verzoeker tegen mr. Krepel niet in behandeling zal worden genomen. De procedure tussen verzoeker en de Stichting Studenten Huisvesting (SSH) dient te worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.