ECLI:NL:RBMNE:2015:4037
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- V.M.A. Sinnige
- C.A.M. van Straalen
- O.P. van Tricht
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf na schending van bijzondere voorwaarden
Op 4 juni 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een veroordeelde, die eerder op 4 maart 2014 was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Deze straf was niet ten uitvoer gelegd, mits de veroordeelde zich gedurende een proeftijd van twee jaar aan bepaalde voorwaarden zou houden. De officier van justitie diende op 2 april 2015 een vordering in om de voorwaardelijke straf ten uitvoer te leggen, omdat de veroordeelde zich niet aan de opgelegde bijzondere voorwaarden had gehouden. Tijdens de zitting op 21 mei 2015 werd de officier van justitie gehoord, evenals de veroordeelde en zijn raadsman, mr. M.J. Lamers. De reclassering meldde dat de veroordeelde meerdere keren niet was verschenen op zijn meldplicht en dat er geen mogelijkheden meer waren voor begeleiding.
De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde zich wederom niet had gehouden aan de voorwaarden en dat er termen aanwezig waren om de resterende voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en zestien dagen ten uitvoer te leggen. De rechtbank weigerde de omzetting naar een werkstraf, omdat de reclassering negatief had gerapporteerd over de voortgang van de veroordeelde. De beslissing werd genomen op basis van artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank de noodzaak van het handhaven van de opgelegde straf benadrukte. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.