2.3.1De berekening
Periode
Onderzoeksperiode van 28 november tot 1 oktober 2014 (= 307 dagen).
Dealtelefoons
De telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer], welke in gebruik waren bij verdachte [veroordeelde], bleken aan te merken als zogenaamde dealtelefoons. Immers, diverse telefonische contacten van deze telefoons verklaarden dat zij cocaïne afnamen van de verdachte [veroordeelde] en [veroordeelde] hiertoe te bellen op voornoemde telefoonnummers.
Gezien bovenstaande bevindingen worden de gesprekken met voornoemde telefoonnummers aangemerkt als zogenaamde dealgesprekken en worden per dag uitsluitend de unieke nummers meegenomen in de berekening van het gemiddeld aantal afnemers die dag:
Telefoonnummer [telefoonnummer]: gemiddeld 4,7 unieke contacten per dag;
Telefoonnummer [telefoonnummer]: gemiddeld 10 unieke contacten per dag;
Telefoonnummer [telefoonnummer]: gemiddeld 5,9 unieke contacten per dag;
--------------------------------------------------------------------------------
Gemiddeld per dag 6,5 unieke contacten per dag.
Uit de interceptie van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] is gebleken dat van de 6,5 contacten per dag met unieke telefoonnummers er gemiddeld 2 dealafspraken per dag tot stand zijn gekomen.
Gezien bovenstaande bevindingen wordt in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitgegaan van 2 bestellingen van cocaïne per dag.
Hoeveelheid
Uit de verklaringen van afnemers is gebleken dat vijf afnemers een gram cocaïne per keer hebben gekocht van [veroordeelde]. Een andere afnemer verklaarde anderhalve gram cocaïne per keer af te nemen en één afnemer verklaarde een halve gram cocaïne per keer te hebben gekocht bij [veroordeelde]. Hiervan uitgaande bedraagt de minimale afname 1 gram cocaïne per keer.
Gelet op het vorenstaande kan de totale verkochte hoeveelheid als volgt worden berekend:
307 dagen x 1 gram cocaïne x 2 bestellingen per dag = 614 gram cocaïne.
Opbrengst
[veroordeelde] rekende voor afnemers [A], [B], [C] en [D] een prijs van € 40,- per gram cocaïne. Afnemer [E] verklaarde € 50,- per gram cocaïne te betalen. Afnemer [F] verklaarde € 20,- per halve gram cocaïne te betalen. Getuige [getuige] verklaarde € 50,- te betalen voor anderhalve gram cocaïne.
Gezien genoemde prijzen wordt uitgegaan van een prijs van € 40,- per gram cocaïne.
Samengevat heeft [veroordeelde] over de periode van 28 november 2013 tot 1 oktober 2014 (= 307 dagen), 614 gram cocaïne verkocht voor een bedrag van € 40,- per gram cocaïne. Dit heeft [veroordeelde] in totaal € 24.560,- opgebracht.
Inkoop
[veroordeelde] heeft niets verklaard over de door hem gemaakte kosten bij de verkoop van cocaïne, over een versnijdingsverhouding of kosten voor versnijdingsmiddelen. Daarom wordt uitgegaan van de jurisprudentie, waaruit blijkt dat het aannemelijk is de winstmarge te waarderen op 50 procent van de omzet.
De kosten voor inkoop zijn op grond van het bovenstaande gesteld op € 12.280,- (50% van de omzet).
Het wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt op basis van het vorenstaande:
Opbrengst: € 24.560,-
Inkoopkosten: € 12.280,- -/-
-----------------------------------------------------------------
Wederrechtelijk verkregen voordeel: € 12.280,-.
2.3.2Overwegingen
Periode
De verdediging heeft aangevoerd dat uitgegaan moet worden van een dealperiode van juni 2013 tot en met september 2014.
De rechtbank overweegt als volgt. In het vonnis van 7 mei 2015 is door de rechtbank bewezen verklaard dat verdachte in cocaïne heeft gedeald in de periode van 28 november 2013 tot en met 30 september 2014. Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt daarom uitgegaan van deze periode, te weten 307 dagen.
Kosten
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte kosten heeft gemaakt voor de dealtelefoons en de benzine van de auto.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hiertoe dat [veroordeelde] op geen enkele wijze heeft onderbouwd dat hij kosten heeft gemaakt. Aan de enkele stelling van de veroordeelde dat hij kosten heeft gemaakt, wordt zonder nadere motivering voorbij gegaan (vlg. HR 5 februari 2008, NJ 2008/288).
2.3.5Wederrechtelijk verkregen voordeel
Op grond van het vorenstaande wordt vastgesteld dat [veroordeelde] een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gekregen van € 12.280,-.
Er is niets aangevoerd dat aanleiding geeft de betalingsverplichting op een lager bedrag vast te stellen.