ECLI:NL:RBMNE:2015:4031
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Voortzetting ISD-maatregel voor stelselmatige dader met psychiatrische problematiek en verslaving
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 mei 2015 uitspraak gedaan over de voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor een veroordeelde, geboren in 1981 en thans verblijvende in een Huis van Bewaring. De rechtbank heeft de beslissing genomen naar aanleiding van een onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de situatie van de veroordeelde is beoordeeld. Tijdens de zitting op 23 april 2015 is vastgesteld dat de veroordeelde kampt met ernstige problemen op verschillende leefgebieden, waaronder psychiatrische problematiek en verslaving aan gokken en alcohol. Ondanks zijn wens om hulp te ontvangen, weigert hij medewerking aan het opstellen van een plan van aanpak. De rechtbank heeft geconstateerd dat er nog geen trajectplan is opgesteld, omdat eerst diagnostiek dient plaats te vinden. De voorkeur gaat uit naar diagnostiek binnen een klinische setting, maar de veroordeelde heeft eerder klinische plaatsing geweigerd.
De officier van justitie heeft ter zitting gepleit voor voortzetting van de ISD-maatregel, gezien het hoge recidiverisico. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft in haar overwegingen het voortgangsverslag van 14 april 2015 betrokken, waaruit blijkt dat er geen verbetering is in de situatie van de veroordeelde. De rechtbank concludeert dat, gezien het hoge recidiverisico en het uitzicht op behandeling, de ISD-maatregel noodzakelijk is om de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank heeft gelet op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht en beslist dat de maatregel wordt voortgezet.