In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een particulier, en de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum over een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 54,90. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat eiser op 30 november 2014 geparkeerd had zonder de verschuldigde parkeerbelasting te betalen. Eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van de koopzondag op die datum, omdat hij geen inwoner van Hilversum is en de informatie over de koopzondagen ontbrak op de parkeerautomaat. Hij voerde aan dat de informatieplicht van de gemeente niet was nageleefd.
De rechtbank oordeelde dat het aan de gemeente was om aan te tonen dat er geen misverstand kon bestaan over de verschuldigdheid van de parkeerbelasting. De gemeente stelde dat alle parkeerautomaten waren voorzien van een sticker met daarop de koopzondagen. Eiser had echter een foto overgelegd die niet voldoende bewijs leverde dat de sticker ontbrak. De rechtbank concludeerde dat eiser de stellingen van de gemeente onvoldoende had weersproken en dat de gemeente aan haar informatieplicht had voldaan. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank wees erop dat eiser geen recht had op proceskostenvergoeding, maar dat de gemeente had toegezegd het griffierecht van € 45,- te vergoeden. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.