11.BESLISSING
- verklaart het onder eerste cumulatief/alternatief en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder eerste cumulatief/alternatief en tweede cumulatief/alternatief meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar en kwalificeert deze, zodanig als hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- legt aan verdachte op een
werkstrafvoor de duur van
60 uren;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door 30 dagen jeugddetentie, althans een aantal dagen jeugddetentie dat evenredig is aan het niet verrichte aantal uren werkstraf;
- veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
120 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte, groot
69 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het (volwassen) reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich gedurende de proeftijd van 2 jaar:
* op de dagen en tijdstippen zoals door de reclassering voor volwassenen bepaald bij Reclassering Nederland zal melden, zolang en zo frequent de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang indien de reclassering dit noodzakelijk acht, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
* zal deelnemen aan een gedragsinterventie bestaande uit een Cognitieve vaardigheidstraining (CoVa-training), waarbij de verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens de instelling aan de verdachte zullen worden gegeven;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te Almere, van een bedrag van € 724,88 (zegge: zevenhonderdvierentwintig euro en achtentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop de thans bewezen verklaarde feiten jegens de benadeelde partij werden gepleegd, te weten 4 oktober 2014, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 724,88, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2014 tot de dag van de voldoening, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 14 dagen jeugddetentie;
- bepaalt dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. H. Vegter, voorzitter, mr. drs. S.M. van Lieshout en mr. C.W. Couperus-van Kooten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 januari 2015.