Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1],
2.[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 6 oktober 2014
- de conclusie van antwoord van 10 december 2014
- het tussenvonnis van 21 januari 2015 waarbij een comparitie van partijen is gelast
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 13 april 2015.
2.De feiten
"Wij zijn van mening dat de lekkageproblematiek het normale gebruik van het pand als woning in de weg staat".
3.Het geschil
4.De beoordeling
"steeds"lekkage optrad, maar dat zij niet wist hoe vaak en in welke mate dat het geval is geweest. Door zonder geldige reden niet ter comparitie te verschijnen heeft [eisers] zich de kans ontnomen hieromtrent nadere gegevens te verstrekken. De kantonrechter houdt het er daarom voor dat op zijn hoogst eenmaal sprake is geweest van lekkage. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat de lekkage eerst na ongeveer een jaar na levering is verholpen. Ook deze omstandigheid pleit ertegen dat sprake is van herhaalde lekkages en dat de woning niet geschikt was om als woonruimte te worden gebruikt.
"lekkageproblematiek"het normaal gebruik van het pand als woning in de weg staat. Deze conclusie is immers aan de rechter voorbehouden. Het rapport van de deskundige bevat evenmin (andere) aanwijzingen dat de woning niet als woonruimte te gebruiken is.
"het houtwerk ter plaatse van de dakrand op den duur aangetast (zal) raken door het ingelekte water waardoor er op den duur houtrot kan ontstaan". Verder vermeldt de deskundige dat pas na verwijdering van de dakpannen duidelijk zal worden wat de staat van het houten dakbeschot is. Dat er sprake is van (een voldoende ernstige mate van) verrotting van het houtwerk ten gevolge van herhaalde lekkages is in deze procedure dus niet komen vast te staan.