ECLI:NL:RBMNE:2015:3719

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 mei 2015
Publicatiedatum
29 mei 2015
Zaaknummer
3969663 UT VERZ 15-5538
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om aanwijzing op grond van artikel 4:210 BW in nalatenschapskwestie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 mei 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om een aanwijzing op grond van artikel 4:210 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], traden op als vereffenaars van de nalatenschap van [A], die in 2014 was overleden. De verzoekers vroegen de kantonrechter om een aanwijzing te geven voor de verkoop en levering van onroerend goed uit de nalatenschap, omdat er bezwaren waren van verschillende schuldeisers tegen deze verkoop.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat op basis van artikel 4:210 BW een aanwijzing alleen kan worden gegeven indien er sprake is van een gegronde reden. De verzoekers hadden in hun brief van 16 maart 2015 aangegeven dat de koper bereid was een hoger bedrag te betalen dan de executiewaarde van de woning, maar dat er bezwaren waren van schuldeisers. De kantonrechter heeft echter geconcludeerd dat er geen gegronde reden was om een aanwijzing te geven, aangezien de vereffenaars bevoegd zijn om het onroerend goed te verkopen en er geen aanwijzingen waren dat het aangeboden bedrag onredelijk was.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek van de vereffenaars afgewezen, omdat er geen gegronde reden was in de zin van artikel 4:210 BW. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 3969663 UT VERZ 15-5538 RHM/1527

Beschikking van 27 mei 2015

inzake het verzoek van

[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2],

gemachtigde:
mr. I.M.W. van Schuppen,werkzaam bij
Heuvelrug notarissen,
gevestigd te Driebergen-Rijsenburg,
verder te noemen verzoekers.
Het verzoek betreft de nalatenschap van:
[A], geboren te [geboorteplaats] [1930], overleden te [woonplaats] [2014], laatst gewoond hebben de te [woonplaats].
Verzoekers hebben het verzoek gedaan in hun hoedanigheid van vereffenaars.

De procedure

Verzoekers hebben bij brief van 16 maart 2015 de kantonrechter gevraagd om - indien nodig- een aanwijzing te geven op grond van artikel 4:210 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Bij brief van 28 april 2015 heeft de kantonrechter verzoekers bericht het voornemen te hebben om het verzoek af te wijzen.
Verzoekers zijn in de gelegenheid gesteld om het verzoek aan te vullen en/of te wijzigen, danwel kenbaar te maken prijs te stellen op een mondelinge behandeling van het verzoek. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

De overwegingen van de kantonrechter

Op grond van artikel 4:210 BW kunnen de vereffenaars de kantonrechter verzoeken om een aanwijzing te geven indien er sprake is van een gegronde reden.
In de brief van 16 maart 2015 berichten verzoekers de kantonrechter dat zij willen
overgaan tot verkoop en levering van onroerend goed uit de nalatenschap. Voorts wordt
bericht dat de koper een hoger bedrag wil neerleggen dan de executiewaarde van de
woning met opstallen, maar dat verschillende schuldeisers bezwaar hebben tegen deze
verkoop.
De kantonrechter overweegt als volgt. Op grond van artikel 4:195 lid 1 BW juncto 4:215 lid
1 BW zijn de vereffenaars bevoegd tot het verkopen en leveren van het onroerend goed.
Voorts is de kantonrechter niet gebleken dat het bedrag waarvoor dit goed zou worden
verkocht niet redelijk is. Gelet op het voorgaande overweegt de kantonrechter dat er geen
sprake is van een gegronde reden in de zin van artikel 4:210 lid 1 BW om een
aanwijzing te geven. Derhalve zal het verzoek worden afgewezen.

De beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2015.