In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 januari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen NEM Utrecht B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De zaak betreft een factuur die verweerder aan eiseres heeft gestuurd voor herstraatwerkzaamheden in het kader van de aanleg van een ondergronds glasvezelnetwerk. Eiseres, die als aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk opereert, heeft bezwaar gemaakt tegen de factuur, maar dit bezwaar is door verweerder kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de factuur van 15 augustus 2013 een publiekrechtelijke rechtshandeling is en dus een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vormt. Echter, de rechtbank oordeelt dat eiseres zich niet tot de bestuursrechter kan wenden, omdat artikel 5.13 van de Telecommunicatiewet (Tw) bepaalt dat geschillen over schadevergoeding in dit kader aan de kantonrechter zijn voorbehouden. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres dat de gang naar de bestuursrechter openstaat, verworpen en geconcludeerd dat de bevoegdheid van de kantonrechter exclusief is.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en benadrukt dat zij zich met haar geschil tot de kantonrechter moet wenden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.